SchalenUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net - Update door Fred Eikelboom
Voor modeltreinen worden diverse schalen gebruikt. De meeste schaalverhoudingen hebben een aanduiding in de vorm van een letter, een cijfer of een combinatie daarvan. De grote schalen hebben doorgaans een cijfer, de kleinere een letter. De schaal H0 (wat "Half Nul" betekent) vormt een overgang in dit systeem. Smalspoorvarianten van bepaalde schalen hebben vaak een "e" of een "m" als toevoeging. Hieronder staat een tabel van de meest toegepaste schalen.
Meest voorkomende schaalDe meest voorkomende schaal is schaal H0 (half nul), de verhouding hiervan is 1:87 (1 op 87). Daarnaast kent schaal N (1:160) veel aanhangers. Wisselstroomsystemen zijn uitsluitend in schaal H0 te vinden. Gelijkstroomsystemen komen zowel in schaal H0, als in schaal N voor. Naast de genoemde schalen bestaat nog de oorspronkelijke schaal 0 en de kleine schaal Z. Schaal II, ook wel schaal G of tuinspoor genoemd, is bestand tegen de weersomstandigheden. De fabrikant van dit tuinspoor is LGB. De grotere schalenVoor de nog grotere schalen geeft men de spoorwijdte aan in inches ("Engelse duimen"). We vinden hier 3 ½, 5, 7 ¼ en nog groter. De maatstaven zijn dan respectievelijk 1:16, 1:11 en 1:8. Deze "grotere" locomotieven kunnen aangedreven worden met verbrandingsmotoren of elektromotoren en ook stoom wordt gebruikt. De stoom wordt gemaakt in een stoomketel, verwarmd door het stoken van steenkool of gas. Overigens bestaan ook in schaal II, model-locomotieven aangedreven door stoom. Ze worden onder andere door LGB, Roundhouse, Regner en Märklin geleverd en zijn aanmerkelijk duurder dan de elektrisch aangedreven modellen. De kleinere schalen zijn over het algemeen alleen leverbaar met elektrische aandrijving. Te weinig ruimteEen natuurgetrouwe miniatuurspoorweg op deze schalen is onhaalbaar. Een trein met tien personenrijtuigen is niet ongebruikelijk en kan dan 300 meter lang zijn. In de VS en Canada rijden goederentreinen met meer dan 100 wagons. Bij schaal H0 is voor een personentrein dan minimaal 3,5 meter nodig en het station moet dus minimaal ook die lengte hebben. Voor een kort reistraject, bijvoorbeeld tien kilometer, is al een ruimte van meer dan honderd meter nodig. Wenst men een cirkelvormig spoor om rondjes te kunnen rijden, bijvoorbeeld met een straal van 1000 meter (dat is in werkelijkheid een scherpe boog), dan is er op schaal meer dan 20 meter nodig. Het beste wat we dus kunnen doen, is de werkelijkheid zo goed mogelijk benaderen. Daarvoor zijn concessies onvermijdelijk. De fabrikanten realiseren zich dit ook. Ze maken de rijtuigen wat korter dan ze eigenlijk zouden moeten zijn en bovendien bestaat een modeltrein meestal uit minder rijtuigen dan een echte trein. Bovendien zijn de bochten (bogen) scherper en de wisselhoeken te groot. Dat wordt gedaan om binnen de beperkte ruimte van een woning een modelbaan te kunnen bouwen. Een kleinere schaal biedt betrekkelijk weinig verbetering. In een tuin is meer ruimte, maar de kleine schalen zijn voor een tuinspoor niet geschikt. Zie voor informatie over Angelsaksische schalen het artikel Amerikaanse maten en normen. RekenhulpBijzonder handig is de rekenhulp van Henny Bouman. Hiermee zijn eenvoudig de maten van objecten in de werkelijkheid om te rekenen naar de schalen H0 en N of vice-versa. Zie hieronder bij Downloads.
Meer informatie
Verborgen categorie: |