|
|
(128 tussenliggende versies door 4 gebruikers niet weergegeven) |
Regel 1: |
Regel 1: |
− | __NOTOC__
| + | {{Koptekst |
− | <small><center>'''[[E08.03 - Verkeerslichten]] - Vorige | Volgende - [[E08.04.01 - Led voorschakelweerstand berekenen]]'''</center></small>
| + | |Vorige= Inleiding verlichting op de modelspoorbaan |
− | ----
| + | |Volgende= Straatverlichting met leds |
− | <small>Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Ronald Koerts</small>
| + | |VorigeMenu= Verlichting op de modelspoorbaan |
− | <br /><br />[[bestand:NiveauBeginner.PNG|35px]] [[Bestand:E-Mail_icon.png|link=Speciaal:Contactpagina|Contact met de redactie]] [[Bestand:Woorden_icon.png]] <small><small>00000</small></small> [[Bestand:Plaatjes_icon.png|Plaatjes_icon.png]] <small><small>09</small></small>
| + | |Auteur= Ronald Koerts |
− | ----
| + | }} |
| + | In dit artikel wordt de '''straatverlichting met gloeilampjes''' behandeld. |
| + | {{Inhoudsopgave||Klein|GeenTekst}} |
| + | Op een modelbaan hoort openbare verlichting, onze Preisers en modelauto's moeten ook in het donker iets kunnen zien. Daarvoor worden door veel fabrikanten lantaarnpalen geleverd, maar we kunnen ze ook zelf bouwen. We kunnen er voor kiezen om uitsluitend een situatie bij daglicht weer te geven, met niet-werkende verlichting, maar tóch zullen we lantaarnpalen willen aanbrengen, al dan niet werkend. |
| === Straatverlichting === | | === Straatverlichting === |
− | Op een modelbaan hoort straatverlichting of openbare verlichting, je Preisers en modelauto's moeten ook in het donker iets kunnen zien. Daarvoor worden door veel fabrikanten lichtmasten geleverd, maar u kunt ze ook zelf bouwen.
| + | Dit is alle straatverlichting (ook openbare verlichting genoemd) voor het verlichten van straten, fietspaden en voetpaden in de dorpen en steden. Buiten het dorp of de stad worden meestal alleen de gevaarlijke punten, zoals kruispunten en overwegen, verlicht door een enkele lantaarnpaal. |
− | | + | {{Afbeelding |
− | ==== ''Soorten verlichting'' ====
| + | |Bestand= Brawa_5093_stads-verl.jpg |
− | De straatverlichting kunt u onderscheiden in een aantal vormen:<br /><br />
| + | |Grootte= Zeer klein |
− | <u>Wegverlichting</u><br /><br />
| + | |Volgnummer= 01 |
− | Dit is alle verlichting voor het verlichten van wegen, fietspaden en voetpaden in de dorpen. Buiten het dorp worden meestal alleen de gevaarlijke punten, zoals kruispunten en overwegen, verlicht door een enkele lichtmast.<br /><br /> | + | |Omschrijving= Voorbeeld van straatverlichting |
− | [[bestand:Brawa_5093_stads-verl.jpg]]<br />
| + | |Bron= [https://www.brawa.de Website Brawa] |
− | <i><small>E08.04-01<br />
| + | }} |
− | Foto: Brawa</small></i><br /><br />
| + | ===== - Aanlichtverlichting (strijklicht of in het Engels: floodlight) ===== |
− | <u>Stations- of Emplacementverlichting</u><br /><br />Stations en Emplacementen (goederenaansluitingen, losperrons, opstelterreinen) worden meestal ook verlicht door grote lichtmasten. Deze staan naast of tussen de sporen en verlichten een groot deel van het Station of het Emplacement.<br /><br />
| + | Bijzondere gebouwen als kerken, molens of gemeentehuizen worden soms ook in het licht gezet. Hierdoor worden deze gebouwen een mooi baken in het donker. Hiervoor worden meestal verstralers en spots gebruikt. |
− | [[bestand:Brawa_3278_empl-verl.jpg]]<br /> | + | {{Afbeelding |
− | <i><small>E08.04-02<br />
| + | |Bestand= Brawa_5370_aanl-sch-werp.jpg |
− | Foto: Brawa</small></i><br /><br />
| + | |Grootte= Zeer klein |
− | <u>Perronverlichting</u><br /><br />In het donker staan wachten op uw trein kan niet, daarom dienen de perrons ook verlicht te worden. Hiervoor gebruikt men meestal op de kleinere stations gewoon hoge of lage lichtmasten.<br /><br />
| + | |Volgnummer= 02 |
− | [[bestand:Brawa_5019_perr-verl.jpg]]<br />
| + | |Omschrijving= Voorbeeld aanlichtverlichting |
− | <i><small>E08.04-03<br />
| + | |Bron= Website Brawa |
− | Foto: Brawa</small></i><br /><br />
| + | }} |
− | <u>Aanlichtverlichting (strijklicht of in het Engels: floodlight)</u><br /><br />Bijzondere gebouwen als kerken, molens of gemeentehuizen worden soms ook in het licht gezet. Hierdoor worden deze gebouwen een mooi baken in het donker. Dit zijn meestal vérstralers en spots.<br /><br />
| + | === Wisselspanning of gelijkspanning?=== |
− | [[bestand:Brawa_5370_aanl-sch-werp.jpg|270px]]<br />
| + | Bij lampjes maakt dat niets uit. Een [[Woorden - G#Gloeilamp|lampje]] brandt zowel op wisselspanning als op gelijkspanning. |
− | <i><small>E08.04-04<br />
| + | === Hoe hoog moet de werkspanning zijn? === |
− | Foto: Brawa</small></i>
| + | De meeste fabrikanten leveren [[Woorden - G#Gloeilampje|lampjes]] voor 12 tot 16 volt. Zij verkopen meestal ook transformatoren die deze spanning leveren. We kunnen lampjes met een lagere werkspanning wel aansluiten op zo'n trafo, maar dan in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] of met een extra weerstand, om de spanning te verlagen.<br /> |
− | | + | === Hebben we een aparte transformator nodig? === |
− | === Moderne of nostalgische verlichting? === | + | Wanneer we een digitale baan hebben, zullen we een extra transformator nodig hebben. Dit omdat de meeste digitale systemen geen lichtaansluiting hebben. Bij een analoge baan heeft de rijregelaar vaak een aparte aansluiting voor lampjes, meestal wisselspanning, wat dan aangegeven wordt met het symbool <big>~</big>. Bij weinig [[Woorden - G#Gloeilamp|lampjes]] kunnen we deze gewoon aansluiten op de wisselspanningaansluiting van de rijregelaar. Bij gebruik van veel lampjes moeten we een extra transformator aansluiten. Dat is afhankelijk van het vermogen dat de bestaande transformator kan leveren. |
− | Alles is mogelijk. Het ligt aan het tijdperk waarin u de modelbaan gesitueerd hebt. Veel fabrikanten leveren zowel heel moderne verlichting, als nostalgische verlichting voor de oudere tijdperken. U kunt kiezen voor vrijstaande verlichting of aan de muur van een gebouw bevestigde verlichting.
| |
− | | |
− | === Met een lampje of een Led?=== | |
− | Het kan allebei, met een lampje of met een Led. Meer-en-meer fabrikanten leveren lichtmasten/lantaarns voorzien van een Led. Een Led verbruikt minder stroom dan een lampje. Dus bij gebruik van Led-lantaarns kun u er meer op een transformator aansluiten. Een lampje verbruikt 50 tot 100 mA (milliampère) en een Ledje ongeveer 20 mA. In principe kunt u dus twee tot vijf keer zoveel lantaarns met daarin een Led aansluiten, dan lantaarns met een lampje.
| |
− | | |
− | === Wisselstroom of gelijkstroom? === | |
− | Dat maakt niets uit. Een lampje brandt op zowel wisselstroom als op gelijkstroom. Met een Led moet u wel even oppassen met gelijkstroom, als deze niet brand dan moet u de draden omdraaien.
| |
− | | |
− | === Hoeveel volt? Of eigenlijk; 'Welke spanning?' === | |
− | De meeste fabrikanten leveren lampjes voor 12 tot 16 Volt. De meeste leveranciers leveren ook transformatoren die deze spanning leveren. U kunt lampjes van een lager voltage wel aansluiten maar dan in serie, of met een extra weerstand om de spanning te verlagen.<br />Bij Ledjes is de brandspanning zo rond de twee tot drie Volt. Deze dienen altijd via een voorschakelweerstand aangesloten te worden. U kunt ook meerdere Led's in serie zetten, en dan via één voorschakelweerstand op de voedingsspanning aansluiten. Hierbij moet u er op letten dat de totale brandspanning van de in serie geschakelde Leds ongeveer ¾ van de voedingsspanning bedraagt. De rest van het verschil tussen de totale brandspanning en de voedingsspanning moet dan m.b.v. de voorschakelweerstand 'weggeregeld' worden. | |
− | | |
− | === Heb je een aparte transformator nodig? === | |
− | Als u een digitale baan hebt zult u een extra transformator nodig hebben. Dit omdat de meeste digitale systemen geen losse aansluitingen voor het aansluiten van lampjes. Bij een analoge baan heeft de treintransformator meestal een aansluiting voor lampjes, deze uitgang heeft meestal wisselspanning. Bij een paar lampjes kunt u deze gewoon aansluiten op de wisselspanning aansluiting van uw treintrafo. Bij heel veel lampjes of Ledjes moet u een extra transformator aansluiten. Wanneer u een extra transformator moet gebruiken is afhankelijk van hoe veel vermogen de transformator kan leveren.
| |
− | | |
| === Hoe aan te sluiten? === | | === Hoe aan te sluiten? === |
− | Heel simpel is natuurlijk aansluiten direct op de transformator. De twee draadjes kunt u direct aansluiten op de transformator. Helaas gaan de lampjes dan meteen branden en blijven branden totdat u de transformator uitzet. Met een schakelaar er tussen kunt u de verlichting laten branden op het moment dat u dat zelf wilt. Veel modelspoorfabrikanten leveren schakelaars, maar u kunt ze ook kopen bij een elektronicawinkel en zelf inbouwen in een bedienings- en/of schakelplateau. Zie ook de plaatjes hieronder voor nadere uitleg.
| + | Het is natuurlijk heel simpel om de twee draadjes direct op de transformator aan te sluiten. Helaas gaan de lampjes dan meteen branden, en ze blijven branden totdat we de transformator uitzetten. Met een schakelaar ertussen, kunnen we de verlichting laten branden op het moment dat we dat zelf willen. Veel modelspoorfabrikanten leveren schakelaars, maar we kunnen ze ook kopen bij een elektronicawinkel en zelf inbouwen in een bedienings- en/of schakelpaneel. Zie ook de afbeeldingen 03 en 04 hieronder voor nadere uitleg. |
− | | + | === Hoe moeten we meerdere lampjes aansluiten? === |
− | === Hoe meerdere lampjes aansluiten? === | + | Er zijn een aantal manieren om meerdere [[Woorden - G#Gloeilamp|lampjes]] op een voeding aan te sluiten. Hieronder staan de twee belangrijkste aangegeven: |
− | Er zijn een aantal manieren om lampjes aan te sluiten. Hieronder staan de twee belangrijkste aangegeven:<br /><br /> | + | ====- Seriëel aansluiten ==== |
− | <u>Serieel aansluiten</u><br /><br />Dit is eigenlijk net zoals bij de oude kerstverlichting. Alle lampjes zijn met elkaar doorverbonden. Het nadeel is dat als er één lampje of Led kapot is de rest ook meteen uitgaat. Daarnaast moet u eerst berekenen hoeveel lampjes achter elkaar aangesloten kunnen worden. Dat kunt u gemakkelijk doen met de formule: 'Voltage van de transformator' gedeeld door 'voltage van één lampje' = 'maximaal aantal aan te sluiten lampjes'.<br /><br />
| + | Dit gaat eigenlijk net zoals bij de oude kerstboomverlichting. Alle lampjes zijn met elkaar doorverbonden. Het nadeel is, dat wanneer er één lampje defect is, de rest ook meteen uitgaat. Daarnaast moeten we van tevoren berekenen hoeveel lampjes achter elkaar aangesloten kunnen worden. Voor lampjes kunnen we dat gemakkelijk doen met de formule: "spanning van de transformator" gedeeld door "spanning van één lampje" = "maximaal aantal aan te sluiten lampjes". ].<br>In tekening 03 staan 4 lampjes in serie. Daar de voedingsspanning 14 volt is, zullen de lampen op een iets lagere spanning werken. Dit verlengd de levensduur. |
− | [[bestand:aansl-lampjes-ser-rk.jpg|800px]]<br />
| + | {{Afbeelding |
− | <i><small>E08.04-05<br />
| + | |Bestand= aansl-lampjes-ser-rk.png |
− | Afbeelding: Ronald Koerts</small></i>
| + | |Grootte= 650px |
− | ---- | + | |Volgnummer= 03 |
− | <u>Parallel aansluiten</u><br /><br />Hierbij worden alle lampjes apart aangesloten op een 'centrale leiding'. Gaat één lampje- of Led kapot, dan blijft de rest branden. Het voltage van de lampjes moet hetzelfde of hoger zijn dan die van de transformator anders brand het lampje door.<br /><br />
| + | |Omschrijving= Aansluiten lampjes seriëel |
− | [[bestand:aansl-lampjes-par-rk.jpg|800px]]<br />
| + | |Maker= Ronald Koerts |
− | <i><small>E08.04-06<br />
| + | |Type= Tekening |
− | Afbeelding: Ronald Koerts</small></i>
| + | }} |
− | | + | ====- Parallel aansluiten ==== |
− | === Extra effecten === | + | Hierbij worden alle lampjes apart aangesloten op een "centrale voedingsleiding" ([[Woorden - C#CVL.|CVL]]). Gaat één [[Woorden - G#Gloeilamp|lampje]] kapot, dan blijft de rest branden. De werkspanning van de lampjes moet hetzelfde of hoger zijn dan die van de transformator, anders brandt het lampje door. |
− | Met extra elektronica is eigenlijk alles mogelijk. Gaslantaarns die langzaam aangaan of langzaam doven. Een lamp die op gezette tijden gaat flikkeren (of knipperen) alsof deze kapot gaat. De nieuwste elektronica is via de computer te programmeren en kan meerdere programma's draaien (lees: diverse lichteffecten tonen). Ook bediening met de computer behoort tot de mogelijkheden.
| + | {{Afbeelding |
− | | + | |Bestand= aansl-lampjes-par-rk.png |
| + | |Grootte= Zeer groot |
| + | |Volgnummer= 04 |
| + | |Omschrijving= Aansluiten lampjes parallel |
| + | |Maker= Ronald Koerts |
| + | |Type= Tekening |
| + | }} |
| + | Het grote nadeel van parallel aansluiten is, dat er veel meer [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] verbruikt wordt, dan noodzakelijk is. Door de verlichting in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] aan te sluiten, kunnen we meer verlichting op een trafo aansluiten én hebben we minder trafo's nodig. Dus serieschakeling is beter voor onze portemonnee. |
| + | === Welke kleur licht? === |
| + | Wanneer de baan gesitueerd is in de jaren vóór 1965 kunnen we prima geel licht ([[De gasfabriek|gasverlichting]]) gebruiken. In de baan na 1965 gesitueerd, dan gebruiken we wit (tl-buizen) of warmwit licht (gloeilampen). |
| + | === De hoeveelheid licht === |
| + | Op heel veel modelspoorbanen zien we dat straten doorgaans (veel) te fel worden verlicht. Less is more... anders krijgen we van die situaties dat de hele straat wordt verlicht door één straatlantaarn. In werkelijkheid zien we rondom een straatlantaarn onder de lantaarn een heldere lichtcirkel, een stukje verderop is de straat maar heel weinig verlicht. Door te spelen met de waarde van [[Elektronica basis#De weerstand|weerstanden]] in het circuit, is het mogelijk de [[Woorden - L#Licht|licht]]opbrengst in te stellen. |
| === Zelfbouw of kant-en-klaar kopen? === | | === Zelfbouw of kant-en-klaar kopen? === |
− | Het zelf bouwen van lantaarns is goed te doen, kost alleen maar wat materiaal, geduld en tijd. Op het Internet zijn heel veel bouwhandleidingen te vinden. De kosten voor het zelfbouwen zijn meestal lager dan het kopen van kant-en-klare lantaarns. | + | Het zelf bouwen van lantaarns is goed te doen, het kost alleen maar wat materiaal, geduld en tijd. Op het Internet zijn zeer veel bouwhandleidingen te vinden. De kosten voor het zelfbouwen zijn meestal lager dan het kopen van kant-en-klare lantaarns. |
− | | |
− | === Hoe sluit u Led's aan? ===
| |
− | [[bestand:leds.gif]]<br />
| |
− | <i><small>E08.04-07<br />
| |
− | Led-aansluitingen<br />
| |
− | Tekening: Fred Eikelboom</small></i><br /><br />
| |
− | Een Led heeft twee aansluitingen; de Anode en de Kathode (zie afbeelding E08.04-07). De Anode is de plus-aansluiting en de Kathode is de min-aansluiting. In de afbeelding is te zien dat de aansluitdraad van de Anode langer is dan de aansluitdraad van de Kathode. Tevens is op veel Led's een extra markering aangebracht, in de vorm van een plat vlakje. Dit platte vlakje geeft de Kathode aan.<br /><br />
| |
− | <u>Parallelschakeling</u><br /><br />Bij het parallelschakelen worden de Led's afzonderlijk via een weerstand op de voeding aangesloten. Stel, we schakelen drie lantaarns met daarin Led's parallel. Door elke Led loopt een stroom van 20 mA, welke geregeld wordt door een geschikte waarde voor de drie voorschakelweerstanden te nemen. Maar....., nu loopt er 60 mA stroom van plus naar min! Dit is de minst efficiënte manier om Led's aan te sluiten. Dus deze manier van Led's aansluiten kunnen we het beste maar meteen vergeten.<br /><br />
| |
− | <u>Serieschakeling</u><br /><br />
| |
− | [[bestand:leds_ser.gif]]<br />
| |
− | <i><small>E08.04-08<br />
| |
− | Serie-schakeling<br />
| |
− | Tekening: Fred Eikelboom</small></i><br /><br />
| |
− | Bij het in serie zetten worden de Led's achter elkaar aangesloten en via één weerstand op de voedingsspanning aangesloten (zie afbeelding E08.04-08). Door elke Led loopt een stroom van 20 mA vanaf de plus naar de min. De stroomsterkte wordt geregeld door een geschikte waarde voor voorschakelweerstand Rx te nemen. De waarde van Rx hangt af van de stroom door de Led's én de hoogte van de voedingsspanning. Hoe we de waarde van Rx berekenen staat hieronder.<br /><br />Het beste is om zo veel mogelijk de Led's in serie te zetten. Ten eerste heeft u dan minder weerstanden nodig, ten tweede bespaart u ruimte en ten derde bespaart u stroom. En dat stroom besparen is een heel belangrijk punt: wanneer u namelijk een groot aantal lantaarns hebt waarin alle Led's parallel staan, neemt het totale verbruik van de verlichting van uw baan samen (dus de totaalstroom), onnodig toe, en heeft u eerder een zwaardere (en dus duurdere) transformator nodig (of u moet eerder een extra transformator kopen, en dat kost ook weer extra geld). Dus dan wordt in feite het parallelschakelen van Led's al snel een dure aangelegenheid.<br /><br />
| |
− | <u>Serie-parallelschakeling</u><br /><br />
| |
− | [[bestand:leds_ser_par2.gif]]<br />
| |
− | <i><small>E08.04-09<br />
| |
− | Serie-parallelschakeling<br />
| |
− | Tekening: Fred Eikelboom</small></i><br /><br />
| |
− | Bij het serie-parallel zetten worden de Led's achter elkaar aangesloten en via één weerstand op de voeding aangesloten. We sluiten nu meerdere van die serieschakelingen naast elkaar aan (zie afbeelding E08.04-09). Op deze manier kunt u met het minste stroomverbruik grotere hoeveelheden Led's aansluiten. Mocht u geen zin hebben om uit te zoeken hoe u de Led's moet aansluiten dan kunt u dit [http://led.linear1.org/led.wiz hier] snel bekijken. Voer de benodigde gegevens in, kies voor 'Wiring Diagram' en u krijgt een plaatje met daarin aangegeven hoe u het aan moet sluiten. Nog een tip: gebruik geen komma, maar een punt bij invoer van getallen als 3,5. Dus 3.5 (drie punt vijf) invoeren.<br /><br />
| |
− | Waarschuwing: Het programma-tje houdt geen rekening met de minimaal vereiste grootte van een voorschakelweerstand. Dat houdt het risico in dat bij een zeer lage voedingsspanning ten opzichte van de Led-brandspanning (stapspanning genoemd) er een zeer grote kans bestaat dat, wanneer de voedingsspanning ook maar iets verhoogd wordt (en dat hoeft maar een paar tiende Volt te zijn), de Led's defect raken. Meet de spanning over de voorschakelweerstand, of maak even een berekening van de spanningsval over de voorschakelweerstand.<br />'''Indien die spanning onder de 1 Volt komt wordt het zeer riskant.'''
| |
− | | |
− | === Bij zelfbouw en gebruik van Led's de voorschakelweerstand berekenen ===
| |
− | Bij Led's ''moeten'' we een voorschakelweerstand toepassen om de stroom door de Led te beperken. Gebruikt u géén voorschakelweerstand, dan kunt u de Led meteen naar de eeuwige elektronische jachtvelden brengen. Zie voor meer informatie [[E08.04.01 - Led voorschakelweerstand berekenen]]
| |
− | ----
| |
− | ====== <i>Meer informatie:</i> ======
| |
− | ====== Leveranciers en fabrikanten ======
| |
− | <small>
| |
− | Er zijn tientallen leveranciers en -fabrikanten die lantaarns en lichtmasten leveren. Hieronder staan een aantal bekende leveranciers genoemd, deze merken zijn in de meeste modelspoorwinkels, op beurzen en via het internet te verkrijgen:
| |
− | :{|
| |
− | |
| |
− | * BRAWA:
| |
− | | http://www.brawa.de/
| |
− | |-
| |
− | |
| |
− | * Busch:
| |
− | | http://www.busch-model.com/
| |
− | |-
| |
− | |
| |
− | * Viessmann:
| |
− | | http://www.viessmann-modell.com/
| |
− | |-
| |
− | |
| |
− | * Märklin:
| |
− | | http://www.marklin.nl/
| |
− | |}</small>
| |
| | | |
− | ====== Bronnen: ====== | + | <small>Er zijn tientallen leveranciers en fabrikanten die lantaarns leveren.<br /> |
− | <small>
| + | Hieronder staan een aantal bekende leveranciers genoemd. Deze merken zijn in de meeste modelspoorwinkels, op beurzen en via het internet te verkrijgen.</small> |
− | :* Foto's komen van de website van BRAWA.
| + | {{Linkssectie begin |
− | :* Schetsen gemaakt door Ronald Koerts en Fred Eikelboom.
| + | |Box= AlleenInfo |
− | :* Tekst over weerstandberekeningen: Fred Eikelboom.<br /><br />Gerelateerde termen: Marklin, Maerklin, Mærklin.</small>
| + | }} |
− | ---- | + | {{Linkssectie tussenkop |
− | <small><center>'''[[E08.03 - Verkeerslichten]] - Vorige | Volgende - [[E08.04.01 - Led voorschakelweerstand berekenen]]'''</center></small> | + | |Koptekst= Encyclopedie: |
| + | }} |
| + | {{Link intern |
| + | |Link= Het aansluiten van leds |
| + | |Linknaam= Het aansluiten van leds |
| + | }} |
| + | {{Link intern |
| + | |Link= Inleiding verlichting op de modelspoorbaan |
| + | |Linknaam= Inleiding verlichting op de modelspoorbaan |
| + | |ExtraInfo= Relevante informatie over modelbaanverlichting |
| + | }} |
| + | {{Link intern |
| + | |Link= Straatverlichting met leds |
| + | |Linknaam= Straatverlichting met leds |
| + | }} |
| + | {{Linkssectie scheiding}} |
| + | {{Linkssectie tussenkop |
| + | |Koptekst= Externe websites: |
| + | }} |
| + | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| + | |Volgnr= 190 |
| + | |ExtraInfo= BRAWA |
| + | }} |
| + | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| + | |Volgnr= 81 |
| + | |ExtraInfo= Busch |
| + | }} |
| + | {{Link Algemeen-overige |
| + | |Volgnr= 77 |
| + | |ExtraInfo= Märklin |
| + | }} |
| + | {{Link Algemeen-Meerkeuze |
| + | |Volgnr= 86 |
| + | |ExtraInfo= Viessmann |
| + | }} |
| + | {{Linkssectie einde |
| + | }} |
| + | {{Gerelateerde termen |
| + | |Termen= Marklin, Maerklin, Mærklin |
| + | }} |
| + | {{Voettekst |
| + | |Vorige= Inleiding verlichting op de modelspoorbaan |
| + | |Volgende= Straatverlichting met leds |
| + | |VorigeMenu= Verlichting op de modelspoorbaan |
| + | }} {| width= "100%" |
| + | |- valign= "top" |
| + | ! scope= "row" width="70%" | |
| + | | <small>Laatste wijziging: 28 nov 2024 10:34 (CET)</small> |
| + | |} |
| + | [[Categorie: Alles|S]] |
| + | [[Categorie: Artikel|Straatverlichting met gloeilampjes]] |
| + | [[Categorie: Bedrading|S]] |
| + | [[Categorie: Elektronica|S]] |
| + | [[Categorie: Elektronica analoog|S]] |
| + | [[Categorie: Praktijk|S]] |
| + | [[Categorie: Scenery|S]] |
| + | [[Categorie: Transformatoren|S]] |
| + | [[Categorie: Verlichting|S]] |
| + | [[Categorie: Wegenbouw|S]] |
| + | [[Categorie: Ronald Koerts|S]] |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Ronald Koerts
In dit artikel wordt de straatverlichting met gloeilampjes behandeld.
Op een modelbaan hoort openbare verlichting, onze Preisers en modelauto's moeten ook in het donker iets kunnen zien. Daarvoor worden door veel fabrikanten lantaarnpalen geleverd, maar we kunnen ze ook zelf bouwen. We kunnen er voor kiezen om uitsluitend een situatie bij daglicht weer te geven, met niet-werkende verlichting, maar tóch zullen we lantaarnpalen willen aanbrengen, al dan niet werkend.
Straatverlichting
Dit is alle straatverlichting (ook openbare verlichting genoemd) voor het verlichten van straten, fietspaden en voetpaden in de dorpen en steden. Buiten het dorp of de stad worden meestal alleen de gevaarlijke punten, zoals kruispunten en overwegen, verlicht door een enkele lantaarnpaal.
|
Afbeelding: 01
|
Voorbeeld van straatverlichting
|
Bron: Website Brawa
|
- Aanlichtverlichting (strijklicht of in het Engels: floodlight)
Bijzondere gebouwen als kerken, molens of gemeentehuizen worden soms ook in het licht gezet. Hierdoor worden deze gebouwen een mooi baken in het donker. Hiervoor worden meestal verstralers en spots gebruikt.
|
Afbeelding: 02
|
Voorbeeld aanlichtverlichting
|
Bron: Website Brawa
|
Wisselspanning of gelijkspanning?
Bij lampjes maakt dat niets uit. Een lampje brandt zowel op wisselspanning als op gelijkspanning.
Hoe hoog moet de werkspanning zijn?
De meeste fabrikanten leveren lampjes voor 12 tot 16 volt. Zij verkopen meestal ook transformatoren die deze spanning leveren. We kunnen lampjes met een lagere werkspanning wel aansluiten op zo'n trafo, maar dan in serie of met een extra weerstand, om de spanning te verlagen.
Hebben we een aparte transformator nodig?
Wanneer we een digitale baan hebben, zullen we een extra transformator nodig hebben. Dit omdat de meeste digitale systemen geen lichtaansluiting hebben. Bij een analoge baan heeft de rijregelaar vaak een aparte aansluiting voor lampjes, meestal wisselspanning, wat dan aangegeven wordt met het symbool ~. Bij weinig lampjes kunnen we deze gewoon aansluiten op de wisselspanningaansluiting van de rijregelaar. Bij gebruik van veel lampjes moeten we een extra transformator aansluiten. Dat is afhankelijk van het vermogen dat de bestaande transformator kan leveren.
Hoe aan te sluiten?
Het is natuurlijk heel simpel om de twee draadjes direct op de transformator aan te sluiten. Helaas gaan de lampjes dan meteen branden, en ze blijven branden totdat we de transformator uitzetten. Met een schakelaar ertussen, kunnen we de verlichting laten branden op het moment dat we dat zelf willen. Veel modelspoorfabrikanten leveren schakelaars, maar we kunnen ze ook kopen bij een elektronicawinkel en zelf inbouwen in een bedienings- en/of schakelpaneel. Zie ook de afbeeldingen 03 en 04 hieronder voor nadere uitleg.
Hoe moeten we meerdere lampjes aansluiten?
Er zijn een aantal manieren om meerdere lampjes op een voeding aan te sluiten. Hieronder staan de twee belangrijkste aangegeven:
- Seriëel aansluiten
Dit gaat eigenlijk net zoals bij de oude kerstboomverlichting. Alle lampjes zijn met elkaar doorverbonden. Het nadeel is, dat wanneer er één lampje defect is, de rest ook meteen uitgaat. Daarnaast moeten we van tevoren berekenen hoeveel lampjes achter elkaar aangesloten kunnen worden. Voor lampjes kunnen we dat gemakkelijk doen met de formule: "spanning van de transformator" gedeeld door "spanning van één lampje" = "maximaal aantal aan te sluiten lampjes". ].
In tekening 03 staan 4 lampjes in serie. Daar de voedingsspanning 14 volt is, zullen de lampen op een iets lagere spanning werken. Dit verlengd de levensduur.
|
Afbeelding: 03
|
Aansluiten lampjes seriëel
|
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
|
- Parallel aansluiten
Hierbij worden alle lampjes apart aangesloten op een "centrale voedingsleiding" (CVL). Gaat één lampje kapot, dan blijft de rest branden. De werkspanning van de lampjes moet hetzelfde of hoger zijn dan die van de transformator, anders brandt het lampje door.
|
Afbeelding: 04
|
Aansluiten lampjes parallel
|
Tekening gemaakt door: Ronald Koerts
|
Het grote nadeel van parallel aansluiten is, dat er veel meer stroom verbruikt wordt, dan noodzakelijk is. Door de verlichting in serie aan te sluiten, kunnen we meer verlichting op een trafo aansluiten én hebben we minder trafo's nodig. Dus serieschakeling is beter voor onze portemonnee.
Welke kleur licht?
Wanneer de baan gesitueerd is in de jaren vóór 1965 kunnen we prima geel licht (gasverlichting) gebruiken. In de baan na 1965 gesitueerd, dan gebruiken we wit (tl-buizen) of warmwit licht (gloeilampen).
De hoeveelheid licht
Op heel veel modelspoorbanen zien we dat straten doorgaans (veel) te fel worden verlicht. Less is more... anders krijgen we van die situaties dat de hele straat wordt verlicht door één straatlantaarn. In werkelijkheid zien we rondom een straatlantaarn onder de lantaarn een heldere lichtcirkel, een stukje verderop is de straat maar heel weinig verlicht. Door te spelen met de waarde van weerstanden in het circuit, is het mogelijk de lichtopbrengst in te stellen.
Zelfbouw of kant-en-klaar kopen?
Het zelf bouwen van lantaarns is goed te doen, het kost alleen maar wat materiaal, geduld en tijd. Op het Internet zijn zeer veel bouwhandleidingen te vinden. De kosten voor het zelfbouwen zijn meestal lager dan het kopen van kant-en-klare lantaarns.
Er zijn tientallen leveranciers en fabrikanten die lantaarns leveren.
Hieronder staan een aantal bekende leveranciers genoemd. Deze merken zijn in de meeste modelspoorwinkels, op beurzen en via het internet te verkrijgen.
Meer informatie
Encyclopedie:
|
|
|
Relevante informatie over modelbaanverlichting
|
|
Externe websites:
|
|
BRAWA
|
|
Busch
|
|
Märklin
|
|
Viessmann
|
Gerelateerde termen: Marklin, Maerklin, Mærklin
|
Laatste wijziging: 28 nov 2024 10:34 (CET)
|