Woorden - L
Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net
Woord of afkorting' Zoeken op deze pagina: CTRL + F.
L-sein
Tot 1963 hadden Nederlandse treinen twee frontseinen. Op 18 maart 1963 is het zogeheten L-sein ingevoerd. De bedoeling van het derde sein was, om treinen beter te kunnen onderscheiden van het wegverkeer. Aanvankelijk ging het om een echt L-sein: als je tegen de trein aankeek, brandde het frontsein linksboven. Na enkele maanden, op 20 mei 1963, werd echter overgegaan op een omgekeerd L-sein. Voortaan moest het frontsein rechtsboven branden. Deze maatregel werd genomen omdat de machinisten bij mist hinder bleken te ondervinden van het linker frontsein (dat immers vanuit de machinist gezien op de seinen rechts langs de baan scheen), zie ook het artikel Front en sluitseinen. Voor het inbouwen van een L-sein: zie het artikel Inbouwen L- en sluitseinen in Roco 2400.
|
L/H sein
Sein om zware goederentreinen voor de neergaande helling te laten stoppen voor de tunnel als er ergens in de tunnel op een voor deze treinen ongunstige plaats een stop tonend sein staat. Door de trein voor de tunnel laten stoppen wordt voorkomen dat de trein niet meer op eigen kracht de tunnel uit kan rijden. L: snelheid verminderen tot 40 km/h. H: trein moet voor dit sein tot stilstand worden gebracht. (2) Zie ook het artikel Lichtseinen.
|
LAE-borden
Stel borden, die geplaatst worden bij een gedeelte van een baanvak waar langzaam gereden moet worden. Het eerst staat opgesteld het L-bord, dat aangeeft: er moet "langzaam" gereden worden, dus afremmen. Dan komt het A-bord, dat betekent: "aanvang" van het stuk waar de snelheidsbeperking geldt, en tenslotte het E-bord: "einde" van dit stuk, we kunnen weer snelheid vermeerderen. De LAE-borden worden opgesteld op plaatsen waar aan- of bij de spoorbaan gewerkt wordt e.d. Ook: "A"- en "E-borden." (1) Meer over LAE-borden. (6)
|
LAN.
Een local area network (lokaal gebiedsnetwerk), afgekort LAN, is een netwerk dat computers en andere toestellen die zich in een lokaal beperkt gebied bevinden, zodanig via een kabel met elkaar verbindt dat deze met elkaar kunnen communiceren. Toestellen kunnen hierbij fysiek via een gedeeld medium of rechtstreeks met elkaar verbonden zijn. (3) Zie ook: WLAN en Wi-Fi. Meer over LAN.
|
LBM.
(Grootspoor); afkorting van Landelijk Bureau Materieel. Dit bureau bestond van 2000 tot 2007. Het bureau is overgegaan naar het MBN (Materieel Besturingscentrum NedTrain). Dient voor technische ondersteuning van rijdend personeel. Het MBN bestond van 2007 tot 2010. Daarna ging het over naar het OCCR. (3)
|
LWB.
(Grootspoor); afkorting van Leider werkplekbeveiliging. De Leider Werkplekbeveiliging heeft de leiding over iedereen op de werkplek ten aanzien van de veiligheid; onderhoudt het contact met de Treindienstleider; de Controleur veilige berijdbaarheid; Veiligheidsman, Grenswachter, Werktreinbegeleider; en bij Spanningsloosstelling met ploegleider of bevoegd persoon in kader van het Voorschrift voor Werkzaamheden aan of in de nabijheid van Spanningsvoerende delen (VWS). (5) Meer over LWB.
|
LDR.
Afkorting van Light Dependend Resistor. Component die op licht reageert. Bij weinig licht heeft de ldr een hoge weerstandswaarde (meerdere MegaΩ's.) Bij toenemende belichting wordt de weerstandswaarde steeds lager. (3) Meer over LDR.
|
LED.
LFCM.
Large Flat Commuter Motor. Aanduiding voor electromotoren met grote schijfcollector (schijfcollector-anker), de zogenaamde "pannenkoek-motoren" uit bijv. de Lima-locs.
|
LLT.
(Spoorjargon); afkorting van LosseLocTrein. Het laten rijden van losse locs probeert men te vermijden. Liever geeft men een loc mee aan een trein die dezelfde kant op moet. Dat scheelt een machinist en het legt minder beslag op de capaciteit van het spoor. Men zegt dan dat men een locomotief "in opzending" meegeeft: zo'n locomotief helpt niet mee met het trekken van de trein. (4)
|
LLV.
(Grootspoor); LLV is de afkorting van Leider Lokale Veiligheid. Ondersteund de LWB op een eigen werkplek, iedere werkplek binnen en buitendienststelling heeft een LLV. (5) Meer over LLV.
|
LM.
LO.
LOB.
Afkorting van lengte over buffers, de totale lengte van een rijtuig/wagen/loc gemeten over de buffers.
|
Loc.
Afkorting van locomotief. (1) Eén loc is géén trein. Pas wanneer er achter een loc één- of meer wagens gekoppeld zijn, is er volgens de dienstregeling sprake van een trein. Zie ook Loctrein.
|
Locomo-.
Lok.
LoPi.
Afkorting van Lok Pilot®. Merknaam van de firma ESU. Dit is een locdecoder. Meer over LokPilot.
|
LVS.
Lastgeving Verkeerd Spoor Men spreekt alleen over "verkeerd spoor" als de trein rijdt in een richting waarin geen beveiliging aanwezig is. De machinist heeft daarvoor een schriftelijke instructie nodig: een "LVS". (4) Meer over Verkeerd spoor
|
Laadkisten
DAF maakte voor de Nederlandse en Belgische Spoorwegen de DAF-losser (1936) voor het huis-aan-huistransport van laadkisten, een voorbode van het huidige containervervoer. DAF bouwde destijds nog geen trekkers; er werd gebruik gemaakt van trekkers die door Ford Amsterdam waren gebouwd. (4) Meer over laadkisten.
|
Laadperron
Een laadperron is een vloer aan- of in het gebouw die zich op dezelfde hoogte (1,22 m) als de vloer van een goederenwagen bevindt, zodat het laden en lossen van de goederenwagen met een heftruck, pompwagen of steekwagen direct mogelijk is.
|
Laadweg
Weg langs het spoor t.b.v. het laden van een goederenwagen vanuit een wegvoertuig. Zie ook Losweg.
|
Laag gefundeerd
Een fundering van het landhoofd van een constructie nabij maaiveld. De aanlegdiepte is dus beneden het maaiveld is gelegen.(2) Meer over laag gefundeerd.
|
Lading
Lading (ook vracht) is materiaal dat vervoerd wordt. Goederenwagens, vrachtwagens, vrachtvliegtuigen en vrachtschepen hebben vracht of lading aan boord. De totale hoeveelheid materiaal heet de belading. (3) Meer over lading.
|
Ladingmal
Stalen constructie die de vrije ruimte omgrenst. Door goederenwagens door deze mal te bewegen, kan men zien of de lading binnen het vrije profiel valt, gelijk aan het voorschift van het land van bestemming. (4) Meer over Ladingmal.
|
Lakdraad
Draad voorzien van een laagje lak ter isolatie. Juiste benaming: Wikkeldraad.
|
Lamellen
(Elektrotechniek); de geïsoleerde lamellen in een elektromotor. De lamellen vormen samen de collector. Zie Collector.
|
Lampenist
Man die de front- en sluitseinen op de treinen plaatst en van de treinen haalt, en die deze lampen verzorgt, bijvult en dergelijke. (1)
|
Lampisterie
Plaats waar de (trein)lampen bewaard, schoongemaakt, gevuld en uitgegeven werden. Dit oude woord wordt nog wel gebruikt in relatie tot locaties waarbij de bodem mogelijk verontreinigd is. (Lampisterie is een verouderd woord). (2)
|
Landhoofd
Een landhoofd, ook wel "bruggenhoofd", vormt de overgang van een grondlichaam naar een brug, sluis of viaduct. Het landhoofd bestaat uit de volgende onderdelen: de feitelijke "landhoofdbalk", "vleugelwanden" en "stootplaten". Het landhoofd verzorgt de ondersteuning van de feitelijke brug. (3) Meer over landhoofd
|
Landschapsbouw
(Modelspoor); Verzamelnaam voor materialen en kant-en-klaar producten, als strooisel, boompjes, figuren en huizen voor het maken van het gewenste landschap. Zie het artikel Landschapsbouw.
|
Lange kan
Een lange kan is een smeerkan met lange olietuit, met klepje om olie af te sluiten. (1)
|
Langsketel
(waarschijnlijk uit het Duits. "langkessel"): ronde ketel, gedeelte waar de vlampijpen doorheen lopen. (1)
|
"Laser"
( Engels); afkorting van Licht Amplification by Stimulated Emission of Radiadion. Vertaald komt het neer op: "lichtversterking door gestimuleerde emissie (uitzending) van straling". Dit is bijvoorbeeld een laserdiode. De laserdiode zend, met behulp van een ingebouwde halfdoorlatende spiegel, in één richting licht uit met meestal maar één frequentie oftewel monochroom licht. Er zijn ook lasers die licht met meerdere frequenties uit kunnen zenden. De lichtintensiteit is vaak zo groot, dat de kans heel erg groot is dat blijvende schade optreed aan de ogen, wanneer er direct ingekeken wordt! (3) Meer over Laser
|
"Laser-cutting"
( Engels); het met behulp van een laser snijden van materialen. Zie: Lasersnijden.
|
Lasergraveren
Lasersnijden
Lasplaat
Onderlinge verbindingsplaat van spoorstaven.
|
Lassen
Lastgeving
(voorgedrukte) opdrachtbrief voor de machinist, waarin afwijkende situaties en hoe daar te handelen vermeld staan. bijv.: "lastgeving onveilig sein": sein nr. x mag in onveilige stand gepasseerd worden. (1) Ook: lastgeving AKI/AHOB/AOB.
|
Lastgeving AKI/AHOB/AOB
Lastgeving Overweg
(afgekort: LO); op deze lastgeving (tegenwoordig noemt men dat aanwijzing) staat de betreffende overweg in kilometers en hectometers aangegeven. Meer over Overweg. (4)
|
Lastregeling
(Modelspoor); een lastregeling is een regelcircuit in een locdecoder, dat tracht het toerental constant te houden bij toenemende of afnemende belasting (bijvoorbeeld op een helling), zodat de rijsnelheid (nagenoeg) constant blijft.
|
Lat
1. Seinpaal. "voor de lat lopen:" met een trein voor onveilig sein komen te staan. zie ook: "paal". 2. regulateurhandel. "aan de lat staan:" de regulateur, en dus de loc bedienen. vandaar: machinist zijn; "lat open/dicht:" regulateur open/dicht. In België kent men het woord "lat" niet in deze betekenissen. Zie ook: "schop." (1)
|
"Latch"
(Elektronica); Engelse term die "grendel" of "vergrendeling" betekent. Een latch behoud zijn toestand totdat er een resetpuls op zijn "r"-ingang komt. Meer over latch.
|
"Lay-out"
1. (Engels); Opmaak. Grafische visualisatie van een ontwerp. 2. Een sporenplan (alleen de rails) of een baanplan (het geheel van rails, scenery, onderbouw en eventueel de bedrading) is dus een lay-out.
|
"Layout"
Ledikantje
Ledikant was de bijnaam van de locomotieven van de serie NS 6700. Zie: "Ezeltje." (1)
|
LED batten
Ledlamp
Een ledlamp is een vorm van solid-state lighting (afgekort: "SSL"), opgebouwd uit een groep van leds ("licht-emitterende diodes"). De ledlamp is herkenbaar aan een schroef- of bajonetfitting. De karakteristieken van de toegepaste leds in de lamp bepalen, samen met de stralingshoek, de lichtstroom, lichtsterkte en kleurweergave. Ledlampen zijn leverbaar met E14 fitting of E27 fitting of GU5.3_steekvoet of GU10 bajonetvoet. De gangbare ledlampen hebben een diameter van ca. 50 mm. Ze zijn leverbaar voor 12 volt en 230 volt~. (3) Meer over ledlampen.
|
Ledlampen
1. Bij het grootspoor worden deze gebruikt ter vervanging van de gloeilampen in de frontseinen van het rollend materieel. 2. Worden o.a. gebruikt als huiskamerverlichting en in straatverlichting. Zie ook: Ledlamp. (3) Meer over ledlampen.
|
Ledverlichting
Leeg materieel
Dit is reizigersmaterieel dat in principe overgebracht wordt zonder reizigers aan boord, dus tijdelijk niet in gebruik is voor reizigers. (3). Zie ook: LM.
|
Leem
Leem is een grondsoort die voornamelijk bestaat uit silt (deeltjes met korrelgrootte tussen de 2 en 50—64 micrometer). In de volksmond wordt met "leem" vaak materiaal fijner dan zand bedoeld. (3) Meer over leem.
|
Leerling
Stoker, leerling-machinist. "Bevoegd leerling:" leerling die het examen voor machinist met goed gevolg heeft afgelegd en dus bevoegd is om het werk van de machinist te doen. (1)
|
Leibaan
Metalen baan, waar de kruiskop over heen en weer loopt en door geleid wordt. (1)
|
Leibus
Stopbus in het voordeksel van de cilinder, waarin de zuigerstang heen en weer gaat. De bus is geleider van de zuigerstang bij de types waarin de zuiger "gedeeltelijk" dragend is. (1)
|
Leidingonderbreker
Berijdbare onderbreking in de "bovenleiding".
|
Lekkageproef
Remproef waarbij gecontroleerd wordt of de lekkage van de treinleiding van de zelfwerkende luchtdrukrem zich binnen de toelaatbare marge bevindt.
|
Lemmerboten
Lengteschaal
Afwijkend van de normale schaal waarin een model wordt uitgebracht, maakt men de lengte van een rijtuig vaak in de schaal 1:100. Door toepassing van deze lengteschaal kan men toch een realistische samenstelling van lange rijtuigen op een baan verwezenlijken.
|
"Levier"
(België, <<Fr.): ganghandel. "de Levier vooruit: "het ganghandel in de stand, waarbij de locomotief vooruit rijdt. "de Levier in de hoek:" het ganghandel in de stand die max. vulling aan de cilinders geeft. (1)
|
LEXAN
Merknaam. LEXAN®, geproduceerd door Sabic, is een praktisch onbreekbare kunststofplaat, vervaardigd van de kunststof polycarbonaat. Deze onderscheidt zich van andere kunststoffen door haar optische zuiverheid in combinatie met een zeer hoge slagvastheid. Lexan® platen zijn maar liefst 250 maal sterker dan glas van dezelfde dikte. Lexan-UV is de bekendste merknaam voor het materiaal polycarbonaat-UV. Transparante polycarbonaat-UV-platen onderscheiden zich door de optische zuiverheid, de hoge gebruikstemperatuur en een zeer hoge slagvastheid. Polycarbonaat-UV is 250 keer sterker dan glas en is daardoor uitermate geschikt voor inbraak- en vandalismepreventie en andere doeleinden waarvoor een grote sterkte is vereist. Zie ook: Makrolon en Axxis. Meer over Lexan®
|
"Licht" (grootspoor)
"Licht rijden:" rijden met weinig geopende regulateur en een kleine vullingsgraad, waardoor weinig stoom verbruikt wordt, en waarbij de slagen van de zuiger "licht" klinken; zo kan men rijden met "lichte" treinen; tegengesteld: "zwaar" rijden. (1)
|
Licht
Licht is elektromagnetische straling in het frequentiebereik dat waarneembaar is met het menselijk oog. Het niet zichtbare infrarood, met een iets lagere frequentie, en ultraviolet, met een iets hogere frequentie, worden soms foutief als "infrarood licht" en "ultraviolet licht" aangeduid. (3) Meer over licht.
|
Lichtdiode
Lichtgeleider
Kunststof (rond)staaf die licht geleidt. Wordt o.a. gebruikt in modeltreinen om het licht van een lampje of led te geleiden naar de front of achterseinen. De lichtgeleider bestaat uit PMMA (PolyMethylMethAcrylaat) en daaromheen zit een flinterdun laagje van een ander acrylaat, wat de interne reflectie verbetert. Het materiaal is te vinden onder de verzamelnaam "Polymer Optical Fibers" en wordt ook wel als POF-kabels (zie [1]) aangeboden.
|
Lichtsein
Lichtseinstelsel 1946
Lichtseinstelsel 1955
Lichtsluis
"Light Rail"
Een railgebonden openbaar vervoersysteem, dat ligt tussen de klassieke treingebruik aan de ene kant en een metro/sneltram aan de andere kant. Lightrail is dus een tussenvorm van tram, trein en metro en kan zowel op het treinspoor (normaal spoor) als op het metro- of tramnet rijden. Lightrailvoertuigen kunnen zich sneller van halte naar halte bewegen. Dit komt doordat de voertuigen lichter zijn dan de huidige treinen. (2) Meer informatie: Meer over Lightrail. (2)
|
LightRail
Lightrail (ook: light rail of lichte rail) is een, uit Amerika stammende, term voor vervoerssystemen met als kenmerk lichte eigenschappen (gewicht trein, rails en andere onderbouw), in tegenstelling tot heavyrail (heavy rail of zware rail). In Nederland rijdt lightrail bijvoorbeeld tussen Gouda en Alphen aan de Rijn (RijnGouwelijn). Het is een tussenvorm van tram, trein en metro en kan zowel op het treinspoor (normaal spoor) als op het metro- of tramnet rijden. Meer over LightRail. (2)
|
Ligrijtuig
Een rijtuig bestaande uit coupés voorzien van omklapbare ligbanken; ook wel "couchetterijtuig" genoemd. (3) Meer over ligrijtuig.
|
Lijmen
Het verbinden/bevestigen d.m.v. lijm. Lijmen is, anders dan lassen en solderen, een verbindingstechniek die bijna alle materialen met elkaar verbinden kan. (3) Meer over Lijmen.
|
Lijnbedrijf
Lijnwerkplaats
"Limburgs"
"Limburgs vuil:" briketten afkomstig van de mijnen Laura en Vereniging Eygelshoven te Limburg. Deze briketten gaven een "vuil" vuur met veel slakken. (1)
|
Lineair
Lineair betekent "rechtlijnig" (Latijn: linearis, "uit een lijn bestaand"). Een verschijnsel dat zich in zekere zin rechtlijnig ontwikkelt, wordt wel "lineair" genoemd. Een lineair verband is een relatie die continu toe- of afneemt. (3) Meer over lineair.
|
Lineaire voeding
Bij een lineaire voeding, geschikt voor het lichtnet, vindt de benodigde spanningsaanpassing doorgaans plaats door een transformator. Zulke voedingen zijn, afhankelijk van de toepassing, relatief eenvoudig van uitvoering, maar zwaar door de bij de frequentie van het lichtnet (50 Hz) benodigde grote ijzerkern in de transformator. Voor gelijkspanning is vervolgens gelijkrichting nodig, wat met behulp van dioden (brugcel) wordt gedaan. Meestal volgt dan afvlakking door één of meerdere elco"s. Vaak wordt er door een elektronische schakeling voor regeling, stabilisatie en beveiliging gezorgd. Het rendement van deze voedingen is in het algemeen lager dan bij schakelende voedingen. (3) Meer over voeding.
|
Linkerspoor beveiliging
Een spoorlijn met twee sporen, waarvan beide sporen geschikt zijn om in beide richtingen te gebruiken, en de linkerrijweg is beveiligd met voorsein en hoofdsein. (3) Meer over linkerspoorbeveiliging.
|
Linksleidend wissel
Een wissel waarbij de afgebogen wisseltong naar links leidt. Het andere Woorden - S#Spoor
|
Litze
Litzedraad is een soepele elektrische draad met samengestelde kern, als tegenhanger van draad met massieve kern. Het woord is overgenomen uit het Duits. (3) Meer over litze.
|
Lokaallijn
Lokaalspoorlijn
Lokaalspoorwegen
Lokaalspoorwegen en interlocale tramwegen stammen uit de periode 1850 – 1925. Ze waren lichter van bouw dan de hoofdspoorwegen, waardoor niet alle krachtvoertuigen op deze spoorwegen waren toegelaten. Ook was de snelheid begrensd, evenals de beveiliging.
De meeste lijnen ontsloten plaatsen waar nauwelijks vervoervraag was en zijn in de daarop volgende decennia gesneuveld in de concurrentieslag met het opkomende wegverkeer (autobusdiensten). De resterende lijnen zijn na de Tweede Wereldoorlog door de NS en stadstrambedrijven overgenomen. Maar de lokaalspoorwegen worden in de wet nog steeds genoemd. (3) Meer over lokaalspoorweg.
|
Locdecoder
Loc
Locomotief
Een locomotief is elk voertuig voorzien van een voortbewegingsinrichting, hoofdzakelijk bestemd en ingericht om andere voertuigen op spoorstaven voort te bewegen en niet zelf ingericht voor het vervoer van personen, bagage, goederen, post of levende dieren, of een combinatie hiervan. (2)
|
Locomotief-depot
Depot, alléén voor locomotieven. Zie het artikel Het locdepot.
|
Locomotor
Twee-assig locomotiefachtig voertuig dat wordt aangedreven door een benzine- of dieselmotor. samenvoeging van "locomotief" en "motor." (1)
|
Loctrein
Een trein van twee of meerdere -locomotieven, die gekoppeld rijden, zonder wagens of rijtuigen. Alleen de eerste loc geeft tractie, de andere loc(s) wordt/worden gesleept. Binnen de dienstregeling aangegeven als LLT: LosseLocTrein.
|
Locwissel
Het vervangen van de locomotief tijdens de reis. de nieuwe (andere) loc wordt aan dezelfde kant bijgeplaatst. (4) Meer over Locwissel.
|
Lodewijk
"Sein Lodewijk": "codenaam ter aanduiding van "sein luchtgevaar", dat in de bezettingstijd 1940-1945 gegeven werd wanneer beschieting van een trein door vliegtuigen plaats zou gaan vinden. Ook (afgekort) "SL." Dit sein werd gegeven door een gele vlag met een diagonale helderblauwe streep te tonen. (1)
|
Logische schakeling
(Elektronica); Een logische schakeling is een elektronische schakeling, bestaande uit logische operatoren zoals NOT-, AND-, NAND-, OR- en-of NOR-poorten, waarmee het verband tussen de in- en uitgangsgrootheden ondubbelzinnig bepaald kan worden. (10) We hebben hier te maken met "logische poorten". Zie ook TTL. Meer over logische poorten.
|
Logische uitgang
(Elektronica); term die gebruikt wordt bij TTL. Een uitgang kan een hoog (logische 1) of laag (logische 0) spanningsniveau aannemen. "Laag" is maximaal 0,4 V. "Hoog" is minstens 2,4 V. Bij een decoder is de "hoog"-toestand van de logische poort(en) meestal 5 volt. (3) Zie ook: Logische schakeling. Meer over logische uitgang.
|
Lokloods
Lokomo-
Loksound
Merknaam van de firma ESU. Digitale loc- en geluidsdecoder in één enkele compacte behuizing. Meer over LokSound.
|
Lontjesijzer
Fakkel, gemaakt van trekdraad met daaromheen gebogen doek of poetskatoen, waarin petroleum, voor verlichting; met "lontjes" wordt hier bedoeld het doek of de katoen, met ijzer het draad. (1)
|
Lood
"Geen lood stoom": veel te weinig stoom. (inhoudsmaat: 1½ lood = 4 kopjes). (1)
|
Loodloketten
Een loket is in de bouwkunde een constructie met een strook bladlood op hellende daken. Bij de aansluiting van een dak op een gemetselde schoorsteen of andere doorgaand metselwerk, kan door middel van loden slabben, die ook wel loketten genoemd worden, een waterdichte overgang worden verkregen. (3) Meer over loodloketten.
|
Loodnagel
Loodplug
Loods
1. Extra machinist, "tweede man" op de loc, die goed bekend is met de plaatselijke gesteldheid van een voor de gewone machinist onbekend baanvak. 2. Ander personeelslid, bijv. op een station, die plaatselijk zeer goed bekend is. (1) 3. Gebouw om locomotieven en ander materieel in op te bergen. (1) Zie het artikel Goederen op het station. 4. Gids.
|
Loods (opslag)
Een loods is een grote overdekte opslagplaats, meestal gebruikt voor handels- of industriële goederen. Het type gebouw is zeer groot en hoog vergeleken met een gemiddeld huis en heeft meestal grote inrijdeuren, zodat men er zonder probleem met een vrachtwagen naar binnen kan rijden. (3) Meer over de loods.
|
Loodslab
Een loodslab is een strook lood voor het maken van waterdichte aansluitingen, bijvoorbeeld tussen een dakkapel en het dak. (3) Meer over loodslabben.
|
Loopas
Niet aangedreven as op loc, waarmee gewicht gedragen wordt en schokken opgevangen worden. (1)
|
Loopcirkel
(Jargon); De buitenomtrek van een wiel, dus het gedeelte dat de rails raakt. Ook wel wieldiameter genoemd (niet te verwarren met flensdiameter).
|
Loopjongen
Motorrijtuig speciaal voor het vervoer van treinonderdelen naar de werkplaatsen, soort bezorgtrein. (1)
|
Loopkolen
Kolen waar bij verbranding kleine slakken uit lopen, die het rooster verstoppen. Om te voorkomen dat de loopkolen het rooster verstopten gooide men met een emmer grind op het roosterbed. Het grove grind verhinderde de slakken om tussen de roosterstaven te zakken. ook: "lopers." zie ook: "klonteren". (1)
|
Lopen
"Lopend vuur:" vuur met loopkolen, klonterend vuur. 2. (België): "de pijpen lopen:" de vlampijpen lekken, er loopt water uit. (1)
|
Lopers
Los
Lossen
Het losmaken van de remblokken van de wielen, door de remkraan op de loc te sluiten. Wellicht ontlening uit het Engels/Amerikaans ("to loosen" = "losmaken"); de luchtdrukremsystemen zijn van Amerikaanse origine; 2. lading weghalen uit wagen(s). (1)
|
Losspoor
Spoor langs de los- en laadweg.
|
Losweg
Een losweg is een weg langs het spoor t.b.v. het lossen van een goederenwagon op of in een wegvoertuig. Zie ook Laadweg.
|
Lovers Rail
Voormalig spoorbedrijf, dat slechts enkele jaren opereerde in Nederland. Dit was de eerste concurrent van NS. Lovers Rail reed tussen Amsterdam &mdasch; Haarlem (IJmuiden en Lisse).
|
Low-dropout
(Elektronica); een low-dropout-regelaar (LDO-regelaar) is een DC lineaire spanningsregelaar die zelfs kan werken als de voedingsspanning zeer dicht bij de uitgangsspanning ligt. (3) Meer over low-dropout. (Engels)
|
Luchtzuigklep
Klep waarmee lucht kan worden toegelaten in de cilinderruimte, om bij het rijden met gesloten regulateur het aanzuigen van verbrandingsgassen te verhinderen. In plaats daarvan wordt buitenlucht aangezogen; ook: "snuifklep"; zie ook: "cilinderomlooptoestel". (1)
|
Lummel
Draaibare verbindingspijp tussen loc en tender voor de aanvoer van water voor de ketel; "zijn lummel hangt er uit": de pijp is uit de houder geschoten. (1)
|
Lurk
Waterkolom, waaruit de loc kan "drinken", (lurken = zuigen, drinken). (1)
|
Lustron
Lyrabeugel
|
Laatste wijziging: 30 sep 2024 10:47 (CET)
|
|