|
|
Regel 5: |
Regel 5: |
| |Auteur= Hans van de Burgt | | |Auteur= Hans van de Burgt |
| }} | | }} |
− | Bomen zijn in model veel groter dan u denkt.<br /> | + | |
− | Voordat u met het maken van modelbomen gaat beginnen, is het van belang dat u allereerst naar de natuur kijkt. Kleuren, vormen, maar vooral de hoogte van de bomen verdienen daarbij aandacht. Het is raadzaam foto's te maken. Handig is ook een boekje waarin bomen zijn afgebeeld, zoals Modellbahn Technik van Alba (ISBN 3-87094-414-5). | + | '''Bomen op schaal''' zijn groter dan gedacht. Voordat met het maken van modelbomen wordt gestart, is het van belang eerst naar de natuur te kijken: kleuren, vormen, maar vooral de hoogte van de bomen verdienen daarbij aandacht. Het is raadzaam foto's te maken. Handig is ook een boekje waarin bomen zijn afgebeeld, zoals ''Modellbahn Technik'' van Alba (ISBN 3-87094-414-5). |
| {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| |Bestand= JG-01.jpg | | |Bestand= JG-01.jpg |
Regel 15: |
Regel 15: |
| |Positie= Links | | |Positie= Links |
| }} | | }} |
− | Bomen kunnen, afhankelijk van de soort, ongeveer 50 meter hoog worden. Dergelijke grote bomen zullen echter op uw modelbaan niet passen, simpel omdat ze veel te groot en veel te overheersend zullen zijn. Het is dus van belang te zoeken naar een compromis. Gaat u uit van een verhouding van 1:100, dan komt u met een eik van 30 meter uit op ongeveer 30 cm. Werkelijk op schaal 1:87 (H0), komt u uit op ongeveer 34 cm.<br> | + | Bomen kunnen, afhankelijk van de soort, ongeveer 50 meter hoog worden. Dergelijke grote bomen zullen echter op de modelbaan niet passen, simpel omdat ze veel te groot en veel te overheersend zullen zijn. Het is dus van belang te zoeken naar een compromis. Ga van een schaalverhouding van 1:100, dan komt een eik van 30 meter uit op ongeveer 30 cm. Werkelijk op schaal 1:87 (H0) komt dit uit op ongeveer 34 cm. Is dat nog te groot, dan kan een verhouding worden aanhouden van driekwart van de schaalhoogte. In dit voorbeeld komt dit neer op 26 cm. |
− | Is dat naar uw mening nog te groot, dan kunt u een verhouding aanhouden van driekwart van de schaalhoogte. In dit voorbeeld komt dit neer op 26 cm.<br clear="all" /> | |
| | | |
− | In onderstaande tabel staan de schaalhoogten vermeld van diverse bekende boomsoorten in Europa: | + | In onderstaande tabel staan de schaalhoogten vermeld van diverse boomsoorten in Europa: |
| {| class="vatop" | | {| class="vatop" |
| | | | | |
Regel 90: |
Regel 89: |
| |Maker= Ronald Koerts/Gegevens van Jos Geurts | | |Maker= Ronald Koerts/Gegevens van Jos Geurts |
| }} | | }} |
− | Doordat zelfs bomen, waarbij concessies zijn gedaan aan de schaalhoogte, nog altijd zeer fors uitvallen, kunt u ze prima gebruiken om treinen te laten verdwijnen (zie het artikel ''Coulissen en verdwijnpunten'' bij [[Bomen op schaal#Meer informatie|'Meer informatie']]). | + | Doordat zelfs bomen waarbij concessies zijn gedaan aan de schaalhoogte nog altijd zeer fors uitvallen, zijn ze prima te gebruiken om treinen te laten verdwijnen (zie het artikel [[Coulissen en verdwijnpunten#Het 'bos'|''Coulissen en verdwijnpunten'']]. |
| + | |
| + | Bedenk eerst welke boomsoort nagebouwd moet worden (nabootsen). Daarbij kunnen allerlei overwegingen een rol spelen. Zo komen midden in de stad natuurlijk geen pijnbomen voor en ook berken zijn er zeldzaam. Beter is dan te denken aan een alleenstaande kastanje, iep of beuk. Langs landweggetjes echter, staan vaak populieren en wilgen. Bepaalde soorten staan vaak in groepen, zoals dennen, eiken en berken. Denk, voor de Nederlandse verhoudingen, ook aan knotwilgen langs sloten of aan leilinden bij de voorgevels van boerderijen. |
| | | |
− | Bedenk - voordat u aan de slag gaat - welke boomsoort u wilt nabouwen (nabootsen). Daarbij kunnen allerlei overwegingen een rol spelen. Zo komen midden in de stad natuurlijk geen pijnbomen voor en ook berken zijn er zeldzaam. U zou dan beter kunnen denken aan een alleenstaande kastanje, iep of beuk. Langs landweggetjes echter, komt u populieren en wilgen tegen. Bepaalde soorten komt u daarbij vaak tegen in groepen, zoals pijnbomen, eiken en berken. Denk, voor de Nederlandse verhoudingen, ook eens aan knotwilgen langs sloten of aan leilinden bij de voorgevels van boerderijen.
| |
| {{Linkssectie begin | | {{Linkssectie begin |
| |Box= AlleenInfo | | |Box= AlleenInfo |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Hans van de Burgt
Bomen op schaal zijn groter dan gedacht. Voordat met het maken van modelbomen wordt gestart, is het van belang eerst naar de natuur te kijken: kleuren, vormen, maar vooral de hoogte van de bomen verdienen daarbij aandacht. Het is raadzaam foto's te maken. Handig is ook een boekje waarin bomen zijn afgebeeld, zoals Modellbahn Technik van Alba (ISBN 3-87094-414-5).
|
Afbeelding: 01
|
Realistische bomen
|
Foto gemaakt door: Jos Geurts
|
Bomen kunnen, afhankelijk van de soort, ongeveer 50 meter hoog worden. Dergelijke grote bomen zullen echter op de modelbaan niet passen, simpel omdat ze veel te groot en veel te overheersend zullen zijn. Het is dus van belang te zoeken naar een compromis. Ga van een schaalverhouding van 1:100, dan komt een eik van 30 meter uit op ongeveer 30 cm. Werkelijk op schaal 1:87 (H0) komt dit uit op ongeveer 34 cm. Is dat nog te groot, dan kan een verhouding worden aanhouden van driekwart van de schaalhoogte. In dit voorbeeld komt dit neer op 26 cm.
In onderstaande tabel staan de schaalhoogten vermeld van diverse boomsoorten in Europa:
Boomsoort
|
Werkelijk
|
1:87 (H0)
|
|
(meter) |
(centimeter)
|
Berk |
25 |
29
|
Beuk |
40 |
46
|
Den |
40 |
46
|
Eik |
30 à 40 |
34 à 46
|
|
Boomsoort
|
Werkelijk
|
1:87 (H0)
|
|
(meter) |
(centimeter)
|
Els |
25 |
29
|
Es |
35 |
40
|
Esdoorn |
25 |
29
|
Iep |
35 |
40
|
|
Boomsoort
|
Werkelijk
|
1:87 (H0)
|
|
(meter) |
(centimeter)
|
Kastanje |
35 |
40
|
Knotwilg |
25 |
29
|
Larix |
35 |
40
|
Linde |
30 |
34
|
|
Boomsoort
|
Werkelijk
|
1:87 (H0)
|
|
(meter) |
(centimeter)
|
Plataan |
20 |
23
|
Populier |
50 |
57
|
Spar |
50 |
57
|
Wilg |
25 |
29
|
|
|
Tabel: 02
|
Tabel gemaakt door: Ronald Koerts/Gegevens van Jos Geurts
|
Doordat zelfs bomen waarbij concessies zijn gedaan aan de schaalhoogte nog altijd zeer fors uitvallen, zijn ze prima te gebruiken om treinen te laten verdwijnen (zie het artikel Coulissen en verdwijnpunten.
Bedenk eerst welke boomsoort nagebouwd moet worden (nabootsen). Daarbij kunnen allerlei overwegingen een rol spelen. Zo komen midden in de stad natuurlijk geen pijnbomen voor en ook berken zijn er zeldzaam. Beter is dan te denken aan een alleenstaande kastanje, iep of beuk. Langs landweggetjes echter, staan vaak populieren en wilgen. Bepaalde soorten staan vaak in groepen, zoals dennen, eiken en berken. Denk, voor de Nederlandse verhoudingen, ook aan knotwilgen langs sloten of aan leilinden bij de voorgevels van boerderijen.
Meer informatie
Encyclopedie:
|
|
Loofbomen van ijzer- of koperdraad.
|
|
|
|
Naaldbomen van ijzer- of koperdraad.
|
Externe websites:
|
|
Bomen-info.
|
|
Het maken van 'super'bomen.
|
|
Groei en bloei.
|
|
o.a Lasercut bladeren voor het maken van bomen.
|
|
Scenery.
|
|
Laatste wijziging: 27 sep 2017 17:17 (CEST)
|