Zelfbouw armseinenUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Huib Maaskant
De mastHet zelf bouwen van een armsein is niet zo moeilijk.
Het lamphuisHet lamphuis is een stukje messingbuis van 2,0 mm diameter, waarvan de binnenkant is uitgeboord tot 1,5 mm. Zo past er net een klein gloeilampje in. Via een haaks gat van 1,5 mm kan het licht naar buiten schijnen. Het lamphuis wordt met een messingstripje aan de mast gesoldeerd. De afstand ten opzichte van het draaipunt luistert nauw. Het gat in het lamphuis moet precies samenvallen met de gaten in de seinarm. Boor dus eerst het gaatje voor het draaipunt, voordat het in het lamphuis bevestigt wordt.
De seinarmen (vleugels)Voor de seinarmen kunnen we gebruik maken van de geëtste messing "vleugels" van Philotrain (zie hieronder bij Lichtseinen Nadat alles in de juiste kleuren gespoten is, kan de vleugel aan de mast worden gemonteerd. Een gewone speld is een prima asje. De speld wordt vanaf de voorkant door de seinarm gestoken, en met secondelijm vastgezet in de seinpaal. Tussen de seinarm en de seinpaal komt een plastic rondje van 1,0 mm dik, voor voldoende afstand. Het rondje is met een pons-tang uit een plaatje polystyreen geknepen. Dezelfde tang is trouwens ook nodig om de gekleurde glaasjes uit kleurfolie te stansen.
Het eindresultaatZo ziet een gemonteerd sein er uit (zie foto 05). Het hoofdsein heeft een rode vleugel, met een rond uiteinde. De achterkant van het sein is zwart/wit, met twee diagonale zwarte strepen in het witte vlak. De strepen zijn het makkelijkst aan te brengen met een zwarte viltstift. Het vertakkingssein herkennen we altijd aan de gevorkte seinarm. De onderste helft van de arm moet nog wit worden geschilderd. De aandrijving
Een goede mogelijkheid om de armseinen te bedienen is het gebruik van servo's (zie de foto hierboven). Voor een servo-aangedreven armsein kan gebruik gemaakt worden van een servodecoder. Een andere oplossing is het gebruik maken van een aandrijfmotor (bijvoorbeeld van BEMO). Deze was als aandrijving van seinen verkrijgbaar bij Henckens Modelbouw IJmuiden (zaak is gesloten). De verschillende vormen van aandrijvingen hebben verschillende effecten op het omzetten van het armsein. Bij servo- en motor-aangedreven seinen kan meestal de snelheid apart worden ingesteld, evenals wat extra effecten.
Een goede mogelijkheid is natuurlijk ook het gebruik van geheugenmetaal. De aandrijving is zo gebouwd dat bij een rood tonend sein (de basisstand), de draad in rust is (zie foto 07). De draad trekt aan door er stroom doorheen te laten lopen. De beweging van de draad wordt vergroot door het juk aan de onderkant. De metaaldraad wordt omlaag getrokken en het sein gaat op groen. Wanneer de stroom weer wordt uitgeschakeld, ontspant de draad zich en dan trekt het veertje het juk weer terug in de uitgangspositie.
De gewone seinen hebben genoeg aan een enkele aandrijving (zie foto 08). De vertakkingsseinen hebben twee armen en hebben dus ook twee aandrijvingen nodig (zie foto 09). De twee aandrijvingen passen prima naast elkaar op een printplaat. De weerstandjes hebben weinig met de aandrijving te maken; ze zorgen ervoor dat de lampjes in de seinen de juiste spanning krijgen toegediend.
De voedingEen handjevol simpele elektronica is voldoende om de seinen tot leven te brengen (zie schema 10). De aandrijving wordt gevoed met 12 Volt gelijkspanning. Deze 12 Volt spanning wordt in- of uitgeschakeld d.m.v. een aan/uit-schakelaar of een schakeldecoder. De LM317 begrenst de stroom door de aandrijving op 200 milliampère. Het IC wordt aardig warm en moet voorzien worden van een koellichaam. Het seinlampje wordt via een weerstand aangesloten op 16 Volt wisselspanning. Meer informatie
|