|
|
Regel 5: |
Regel 5: |
| |Auteur= Fred Eikelboom | | |Auteur= Fred Eikelboom |
| }} | | }} |
− | Wanneer '''seinen bij een wissel geplaatst worden''' die aangeven of het treinverkeer al dan niet door mag rijden, is onderstaande schakeling een mogelijkheid. De schakeling bevat voor elke seinpaal een rode en groene led, die aan een gemeenschappelijke weerstand zitten. De aansturing geschiedt met een zogenaamd "Latchrelais" (bistabiel relais). Dit relais blijft in beide standen staan, ook wanneer de stuurspanning wegvalt. | + | Wanneer '''seinen bij een wissel geplaatst worden''' die aangeven of het treinverkeer al dan niet door mag rijden, is onderstaande schakeling een mogelijkheid. De schakeling bevat voor elke [[Seinen|seinpaal]] een rode en groene led, die aan een gemeenschappelijke weerstand zitten. De aansturing geschiedt met een zogenaamd "Latchrelais" [[Woorden - B#Bistabiel relais|(bistabiel relais)]]. Dit relais blijft in beide standen staan, ook wanneer de stuur[[Woorden - S#Spanning|spanning]] wegvalt. |
| {{Afbeelding 2 naast elkaar | | {{Afbeelding 2 naast elkaar |
| |Bestand= WisselEnSeinen01.gif | | |Bestand= WisselEnSeinen01.gif |
Regel 21: |
Regel 21: |
| }} | | }} |
| === De werking === | | === De werking === |
− | In schema 01 is de beginstand aangegeven. Bij de ene seinpaal brandt de groene led (D2) en bij de andere seinpaal brandt de rode led (D3). Wanneer op aansluiting 1 en 2 kortstondig een wisselspanning (±15 Volt AC) gezet wordt, zal spoel S1a van de wisselaandrijving bekrachtigd worden en de wisseltongen "omgooien". Tegelijkertijd krijgt het relais een stuurspanning, en schakelt naar de andere stand (zie schema 02). Daardoor gaat bij de ene seinpaal led D2 (groen) uit en led D1 (rood) aan. Bij de andere seinpaal gaat led D4 (groen) uit, en gaat led D3 (rood) aan. Wanneer daarna op de aansluitingen 2 en 3 een wisselspanning gezet wordt, krijgt spoel S1b spanning en gaan D2 en D3 branden. Diode D5 dient ervoor dat het relais een gelijkgerichte spanning als voedingsspanning krijgt. | + | In schema 01 is de beginstand aangegeven. Bij de ene [[Seinen|seinpaal]] brandt de groene [[Wat is een led|led]] (D2) en bij de andere seinpaal brandt de rode led (D3). Wanneer op aansluiting 1 en 2 kortstondig een wissel[[Woorden - S#Spanning|spanning]] (±15 Volt AC) gezet wordt, zal spoel S1a van de [[Woorden - W#Wissel|wissel]]aandrijving bekrachtigd worden en de wissel[[Woorden - T#Tongen|tongen]] "omgooien". Tegelijkertijd krijgt het [[Woorden - R#Relais|relais]] een stuurspanning, en schakelt naar de andere stand (zie schema 02). Daardoor gaat bij de ene seinpaal led D2 (groen) uit en led D1 (rood) aan. Bij de andere seinpaal gaat led D4 (groen) uit, en gaat led D3 (rood) aan. Wanneer daarna op de aansluitingen 2 en 3 een wisselspanning gezet wordt, krijgt spoel S1b spanning en gaan D2 en D3 branden. [[Elektronica basis#De diode|Diode]] D5 dient ervoor dat het relais een [[Woorden - G#Gelijkrichter|gelijkgerichte]] spanning als voedingsspanning krijgt. |
| | | |
| De onderdelenlijst: | | De onderdelenlijst: |
Regel 29: |
Regel 29: |
| ! style="background:#E8E8E8;" width="82"|<i>Waarde</i> | | ! style="background:#E8E8E8;" width="82"|<i>Waarde</i> |
| |- | | |- |
− | | style="text-align:left; background:#E5E4E2;"|D1 en D3||style="background:#E5E4E2;"|Led rood ||style="background:#E5E4E2;"|max. 20 mA | + | | style="text-align:left; background:#E5E4E2;"|D1 en D3||style="background:#E5E4E2;"|Led rood ||style="background:#E5E4E2;"| max. 20 mA |
| |- | | |- |
| | style="text-align:left; background:#E8E8E8;"|D2 en D4||style="background:#E8E8E8;"|Led Groen||style="background:#E8E8E8;"| max. 20 mA | | | style="text-align:left; background:#E8E8E8;"|D2 en D4||style="background:#E8E8E8;"|Led Groen||style="background:#E8E8E8;"| max. 20 mA |
Regel 46: |
Regel 46: |
| |Maker= Fred Eikelboom | | |Maker= Fred Eikelboom |
| }} | | }} |
− | De in de tabel bij D1 t/m D4 genoemde waarde van 20 mA is de door de fabrikant opgegeven maximale doorlaatstroom. In de praktijk nemen we voor de [[Woorden - S#Serieweerstand|serieweerstand]] een waarde die een [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] van 4 tot 6 mA door de led stuurt. De in tabel 3 genoemde waarden voor R1 of R2 zijn richtwaarden. De berekening van de waarde van de serieweerstanden van de leds, staat in het artikel [[Minimale led serieweerstand berekenen]]. | + | De in de tabel bij D1 t/m D4 genoemde waarde van 20 mA is de door de fabrikant opgegeven ''maximale'' doorlaatstroom. In de praktijk nemen we voor de [[Woorden - S#Serieweerstand|serieweerstand]] een waarde die een [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] van 4 tot 6 mA door de led stuurt. De in tabel 3 genoemde waarden voor R1 of R2 zijn richtwaarden. De berekening van de waarde van de serieweerstanden van de leds, staat in het artikel [[Minimale led serieweerstand berekenen]]. |
| {{Linkssectie begin | | {{Linkssectie begin |
| |Box= AlleenInfo | | |Box= AlleenInfo |
Regel 97: |
Regel 97: |
| |- valign= "top" | | |- valign= "top" |
| ! scope= "row" width="70%" | | | ! scope= "row" width="70%" | |
− | | <small>Laatste wijziging: 30 okt 2023 9:38</small> | + | | <small>Laatste wijziging: 16 jan 2024 10:16</small> |
| |} | | |} |
| [[Categorie: Alles|S]] | | [[Categorie: Alles|S]] |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
Wanneer seinen bij een wissel geplaatst worden die aangeven of het treinverkeer al dan niet door mag rijden, is onderstaande schakeling een mogelijkheid. De schakeling bevat voor elke seinpaal een rode en groene led, die aan een gemeenschappelijke weerstand zitten. De aansturing geschiedt met een zogenaamd "Latchrelais" (bistabiel relais). Dit relais blijft in beide standen staan, ook wanneer de stuurspanning wegvalt.
|
|
|
Afbeelding: 01
|
|
Afbeelding: 02
|
Schema (1e stand)
|
|
Schema (2e stand)
|
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom
|
|
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom
|
De werking
In schema 01 is de beginstand aangegeven. Bij de ene seinpaal brandt de groene led (D2) en bij de andere seinpaal brandt de rode led (D3). Wanneer op aansluiting 1 en 2 kortstondig een wisselspanning (±15 Volt AC) gezet wordt, zal spoel S1a van de wisselaandrijving bekrachtigd worden en de wisseltongen "omgooien". Tegelijkertijd krijgt het relais een stuurspanning, en schakelt naar de andere stand (zie schema 02). Daardoor gaat bij de ene seinpaal led D2 (groen) uit en led D1 (rood) aan. Bij de andere seinpaal gaat led D4 (groen) uit, en gaat led D3 (rood) aan. Wanneer daarna op de aansluitingen 2 en 3 een wisselspanning gezet wordt, krijgt spoel S1b spanning en gaan D2 en D3 branden. Diode D5 dient ervoor dat het relais een gelijkgerichte spanning als voedingsspanning krijgt.
De onderdelenlijst:
Component
|
Type
|
Waarde
|
D1 en D3 |
Led rood |
max. 20 mA
|
D2 en D4 |
Led Groen |
max. 20 mA
|
D5 |
1N4148 |
|
Re1 |
Latch-relais. |
12 V= 2× om
|
R1 |
Weerstand. |
3k3 ¼ W
|
R2 |
Weerstand. |
3k9 ¼ W
|
|
Tabel: 01
|
Tabel gemaakt door: Fred Eikelboom
|
De in de tabel bij D1 t/m D4 genoemde waarde van 20 mA is de door de fabrikant opgegeven maximale doorlaatstroom. In de praktijk nemen we voor de serieweerstand een waarde die een stroom van 4 tot 6 mA door de led stuurt. De in tabel 3 genoemde waarden voor R1 of R2 zijn richtwaarden. De berekening van de waarde van de serieweerstanden van de leds, staat in het artikel Minimale led serieweerstand berekenen.
Meer informatie
Externe websites:
|
|
Hongfa latch-relais.
|
|
Hongfa latch-relais.
|
|
SMD-leds met aangesoldeerde draden.
|
|
Laatste wijziging: 16 jan 2024 10:16
|