|
|
| Regel 7: |
Regel 7: |
| | }} | | }} |
| | {{Inhoudsopgave||Klein}} | | {{Inhoudsopgave||Klein}} |
| − | Een fototransistor kunnen we gebruiken in bijv. een [[Woorden - L#Lichtsluis|lichtsluis]] voor het detecteren van treinen. Wanneer we een fototransistor willen gebruiken, moeten we natuurlijk weten of deze in goede staat is. Hier wordt beschreven hoe we te werk gaan bij het testen. | + | Een fototransistor kunnen we gebruiken in bijv. een [[Woorden - L#Lichtsluis|lichtsluis]] voor het detecteren van treinen. Wanneer we een [[Woorden - F#Fototransistor|fototransistor]] willen gebruiken, moeten we natuurlijk weten of deze in goede staat is. Hier wordt beschreven hoe we te werk gaan bij het testen. |
| | {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| | |Bestand= FotoTransistor_Test01.gif | | |Bestand= FotoTransistor_Test01.gif |
| Regel 18: |
Regel 18: |
| | === NPN fototransistor testen === | | === NPN fototransistor testen === |
| | Om snel te kunnen zien of een [[Woorden - N#NPN.|NPN]]-fototransistor werkt, kunnen we dat op deze manier testen:<br /> | | Om snel te kunnen zien of een [[Woorden - N#NPN.|NPN]]-fototransistor werkt, kunnen we dat op deze manier testen:<br /> |
| − | We sluiten een weerstand van minimaal 10K aan op een 12 Volts (gelijkspannings)[[Woorden - V#Voeding|voeding]]. De [[Woorden - E#Emitter|emitter]] van de fototransistor sluiten we aan op de massa en de [[Woorden - C#Collector|collector]] op de 10K-weerstand.<br /> | + | We sluiten een weerstand van minimaal 10K aan op een 12 Volts (gelijkspannings)[[Woorden - V#Voeding|voeding]]. De [[Woorden - E#Emitter|emitter]] van de [[Woorden - F#Fototransistor|fototransistor]] sluiten we aan op de massa en de [[Woorden - C#Collector|collector]] op de 10K-weerstand.<br /> |
| − | We zetten de multimeter op het 20 Volt DC-bereik (of op het dichtbijzijnde hogere bereik) en sluiten de rode draad van de [[Woorden - D#DMM.|multimeter]] aan op het knooppunt R1/collector T1 en de zwarte draad op de massa. Wanneer de lamp (of [[Wat is een led|led]]) uit is (zie: fig. 1) moet de waarde van de meter op ongeveer 11 tot 11,7 Volt liggen. Wanneer we nu een brandend [[Woorden - G#Gloeilamp|lampje]] (of een led) op de fototransistor richten, moet de meter een lage waarde aanwijzen (zie: fig. 2), zo ongeveer 0 tot 1 Volt. | + | We zetten de multimeter op het 20 Volt DC-bereik (of op het dichtbijzijnde hogere bereik) en sluiten de rode draad van de [[Woorden - D#DMM.|multimeter]] aan op het knooppunt R1/collector T1 en de zwarte draad op de massa. Wanneer de lamp (of led) uit is (zie: fig. 1) moet de waarde van de meter op ongeveer 11 tot 11,7 Volt liggen. Wanneer we nu een brandend [[Woorden - G#Gloeilamp|lampje]] (of een brandende [[Wat is een led|led]]) op de fototransistor richten, moet de meter een lage waarde aanwijzen (zie: fig. 2), zo ongeveer 0 tot 1 Volt. |
| | ---- | | ---- |
| | {{Afbeelding | | {{Afbeelding |
| Regel 31: |
Regel 31: |
| | === PNP fototransistor testen === | | === PNP fototransistor testen === |
| | Bij het testen van een [[Woorden - P#PNP.|PNP]]-fototransistor moeten we de weerstand en fototransistor van plaats verwisselen.<br /> | | Bij het testen van een [[Woorden - P#PNP.|PNP]]-fototransistor moeten we de weerstand en fototransistor van plaats verwisselen.<br /> |
| − | De [[Woorden - E#Emitter|emitter]] van de fototransistor sluiten we nu aan op de [[Woorden - V#Voeding|voeding]], en de [[Woorden - C#Collector|collector]] op de 10K-weerstand. We zetten de [[Woorden - D#DMM.|multimeter]] weer op het 20 V DC-bereik (of op het dichtbijzijnde hogere bereik) en sluiten de rode draad van de multimeter aan op het knooppunt R1/collector T1 en de zwarte draad op de massa. Wanneer de lamp (of [[Wat is een led|led]]) uit is (zie: fig. 3), moet de waarde van de meter op ongeveer 0 - 1 Volt liggen. Wanneer we nu een [[Woorden - G#Gloeilamp|lampje]] (of een led) op de fototransistor richten, moet de meter een hogere waarde aanwijzen (zie: fig. 4), ongeveer 11 - 11,4 Volt. | + | De [[Woorden - E#Emitter|emitter]] van de fototransistor sluiten we nu aan op de [[Woorden - V#Voeding|voeding]], en de [[Woorden - C#Collector|collector]] op de 10K-weerstand. We zetten de [[Woorden - D#DMM.|multimeter]] weer op het 20 V DC-bereik (of op het dichtbijzijnde hogere bereik) en sluiten de rode draad van de multimeter aan op het knooppunt R1/collector T1 en de zwarte draad op de massa. Wanneer de lamp (of [[Wat is een led|led]]) uit is (zie: fig. 3), moet de waarde van de meter op ongeveer 0 - 1 Volt liggen. Wanneer we nu een [[Woorden - G#Gloeilamp|lampje]] (of een led) op de [[Woorden - F#Fototransistor|fototransistor]] richten, moet de meter een hogere waarde aanwijzen (zie: fig. 4), ongeveer 11 - 11,4 Volt. |
| | {{Linkssectie begin | | {{Linkssectie begin |
| | |Box= AlleenInfo | | |Box= AlleenInfo |
| Regel 50: |
Regel 50: |
| | |- valign= "top" | | |- valign= "top" |
| | ! scope= "row" width="70%" | | | ! scope= "row" width="70%" | |
| − | | <small>Laatste wijziging: 15 feb 2023 10:50 (CET)</small> | + | | <small>Laatste wijziging: 3 nov 2024 10:17 (CET)</small> |
| | |} | | |} |
| | [[Categorie: Alles|H]] | | [[Categorie: Alles|H]] |
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom - Update door Fred Eikelboom
Een fototransistor kunnen we gebruiken in bijv. een lichtsluis voor het detecteren van treinen. Wanneer we een fototransistor willen gebruiken, moeten we natuurlijk weten of deze in goede staat is. Hier wordt beschreven hoe we te werk gaan bij het testen.
|
| Afbeelding: 01
|
| Testen van NPN fototransistor
|
| Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
NPN fototransistor testen
Om snel te kunnen zien of een NPN-fototransistor werkt, kunnen we dat op deze manier testen:
We sluiten een weerstand van minimaal 10K aan op een 12 Volts (gelijkspannings)voeding. De emitter van de fototransistor sluiten we aan op de massa en de collector op de 10K-weerstand.
We zetten de multimeter op het 20 Volt DC-bereik (of op het dichtbijzijnde hogere bereik) en sluiten de rode draad van de multimeter aan op het knooppunt R1/collector T1 en de zwarte draad op de massa. Wanneer de lamp (of led) uit is (zie: fig. 1) moet de waarde van de meter op ongeveer 11 tot 11,7 Volt liggen. Wanneer we nu een brandend lampje (of een brandende led) op de fototransistor richten, moet de meter een lage waarde aanwijzen (zie: fig. 2), zo ongeveer 0 tot 1 Volt.
|
| Afbeelding: 02
|
| Testen van PNP fototransistor
|
| Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
|
PNP fototransistor testen
Bij het testen van een PNP-fototransistor moeten we de weerstand en fototransistor van plaats verwisselen.
De emitter van de fototransistor sluiten we nu aan op de voeding, en de collector op de 10K-weerstand. We zetten de multimeter weer op het 20 V DC-bereik (of op het dichtbijzijnde hogere bereik) en sluiten de rode draad van de multimeter aan op het knooppunt R1/collector T1 en de zwarte draad op de massa. Wanneer de lamp (of led) uit is (zie: fig. 3), moet de waarde van de meter op ongeveer 0 - 1 Volt liggen. Wanneer we nu een lampje (of een led) op de fototransistor richten, moet de meter een hogere waarde aanwijzen (zie: fig. 4), ongeveer 11 - 11,4 Volt.
Meer informatie
|
|
Laatste wijziging: 3 nov 2024 10:17 (CET)
|
