Persoonlijke instellingen

Rijtuigverlichting: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k (ander type gelijkrichter)
 
(30 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
{{Koptekst
 
{{Koptekst
|Vorige= Schakeltrucs met leds
+
|Vorige= Schakeltechnieken voor leds
 
|Volgende= Sluitseinen of sluitverlichting
 
|Volgende= Sluitseinen of sluitverlichting
 
|VorigeMenu= Elektronica analoog
 
|VorigeMenu= Elektronica analoog
Regel 6: Regel 6:
 
}}
 
}}
 
{{Inhoudsopgave||Klein}}
 
{{Inhoudsopgave||Klein}}
Voor de '''rijtuigverlichting''' of binnenverlichting van rijtuigen zijn heel goed [[Wat is een led|leds]] toe te passen. Dat kunnen zijn losse leds, maar ook kant-en-klare led-strips. De grote voordelen van leds t.o.v. lampjes zijn dat leds:
+
Voor de '''rijtuigverlichting''' of binnenverlichting van rijtuigen zijn heel goed [[Wat is een led|leds]] toe te passen. Dat kunnen losse leds zijn, maar ook kant-en-klare led-strips. De grote voordelen van leds t.o.v. lampjes zijn dat leds:
 
* niet heet worden;
 
* niet heet worden;
 
* een veel langere levensduur hebben;
 
* een veel langere levensduur hebben;
* veel minder stroom nodig hebben.
+
* veel minder [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] nodig hebben voor dezelfde lichtopbrengst.
 
+
Vooral dat laatste is van groot belang bij [[Woorden - D#Digitaal|digitale]] banen omdat meerdere treinen gevoed worden uit dezelfde [[Centrales|centrale]], ook de stilstaande. Ook bij een [[Woorden - A#Analoog|analoge]] baan is het fijn dat led-rijtuigverlichting minder vermogen vraagt van de rijregelaar. Het is ook van groot belang dat, bij gebruik van meerdere leds, de leds zo veel mogelijk in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] geschakeld worden, zolang de [[Woorden - S#Spanning|spanning]] dat toelaat. Het is sterk aan te bevelen om altijd minimaal 3 V over te houden voor de serieweerstand, daarmee wordt voorkomen dat bij een eventuele spanningspiek de leds defect raken.
Vooral dat laatste is van groot belang bij digitale banen omdat meerdere treinen gevoed worden uit dezelfde voeding, ook de stilstaande. Ook bij een analoge baan is het fijn dat led-rijtuigverlichting minder vermogen vraagt van de trafo. Het is ook van groot belang dat, bij gebruik van meerdere leds, de leds zo veel mogelijk in serie geschakeld worden, zolang de spanning dat toelaat. Het is sterk aan te bevelen om altijd minimaal 3 V over te houden voor de voorschakelweerstand, daarmee wordt voorkomen dat bij een eventuele spanningspiek de leds defect raken.
 
 
 
Bij parallel schakelen neemt het stroomverbruik op de baan (het totale vermogen van locmotoren en de interieurverlichting) onnodig toe. Een digitale centrale heeft maar een beperkt vermogen (gewoonlijk drie tot vier Watt), dus als er veel rijtuigen met interieurverlichting op de baan rijden, komt er wanneer de leds van de interieurverlichting parallel geschakeld zijn al snel een punt waar één of meerdere boosters nodig zijn.
 
  
 +
Bij [[Woorden - P#Parallelschakeling|parallel]] schakelen neemt het stroomverbruik op de baan (het totale vermogen van locomotiefmotoren en de interieurverlichting) onnodig toe. Een digitale [[Centrales|centrale]] levert maar een beperkte hoeveelheid [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] (gewoonlijk drie tot vier ampère), dus als er veel rijtuigen met interieurverlichting op de baan rijden, komt er wanneer de leds van de interieurverlichting parallel geschakeld zijn al snel een punt waar één of meerdere [[Boosters|boosters]] nodig zijn.
 
=== Losse leds ===
 
=== Losse leds ===
Losse leds zijn verkrijgbaar in twee types: 'standaard', die maximaal 20 mA aankunnen (mogen hebben) en bij ongeveer 8 tot 10 mA al meer dan voldoende licht geven en ''high efficiency'' (ook wel ''low current'' genoemd), die bij 2 mA al heel veel licht geven. Het verdient sterk aanbeveling om voor de interieurverlichting de ''high efficiency'' types toe te passen; des te lager het stroomverbruik per rijtuig, des te beter.
+
Losse [[Wat is een led|leds]] zijn verkrijgbaar in twee types: "standaard", die maximaal 20 mA aankunnen (mogen hebben) en bij ongeveer 4 tot 6 mA al meer dan voldoende licht geven en "high efficiency" (ook wel "low current" genoemd), die bij 2 mA al heel veel licht geven. Het verdient sterk aanbeveling om voor de interieurverlichting de "high efficiency" types toe te passen; des te lager het [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]]verbruik per rijtuig, des te beter.
 
+
{| class="wikitable" style="font-size:90%; width:130px;"
=== De drempelspanning van de led ===
+
! colspan="5" style="background:#D1D1E1;"| Drempelspanning
De vuistregel is ongeveer 2 volt voor (normale) rode, gele, oranje en groene leds en 3 volt voor (warm) witte, blauwe en ''high efficiency'' groene leds. Zie de datasheets om het exact te weten.
 
 
Door het verschil in drempelspanning mogen er geen leds met verschillende kleuren of van verschillend type in serie staan. Beide kleuren leds krijgen dan namelijk dezelfde stroomsterkte en dat kon nog wel eens een heel uiteenlopende helderheid opleveren. Sluit dus rode en witte leds altijd via een eigen voorschakelweerstand aan.
 
 
 
=== Een paar leds en een voorschakelweerstand is genoeg? ===
 
Bij toepassen van losse leds moet er altijd een gelijkrichter tussen worden geschakeld. Bij analoge banen wisselen de linker(-) en rechter(+) rail van spanning bij achteruitrijden, of als een wagon andersom op de rails wordt gezet. Zonder gelijkrichter zou dan de interieurverlichting maar in één richting werken. En, niet minder belangrijk, de leds zullen bij tegengestelde spanning (plus en min verwisseld), binnen de kortste keren defect raken (zie hieronder).
 
 
 
Bij analoge banen zal de interieurverlichting alleen maar op volle sterkte branden wanneer de spanning op de rails maximaal is. Zodra de trein langzamer rijdt, vermindert ook de lichtsterkte.
 
 
 
Bij digitale banen staat er een hogere spanning in de vorm van een variabele blokgolf op de rails, deze blokgolf wisselt ook nog eens van polariteit (vergelijkbaar met wisselspanning). Zonder gelijkrichter zouden de leds maar op halve kracht branden. Tevens is daarbij de kans zeer groot dat de leds te veel tegenspanning krijgen, waardoor ze binnen de kortste keren defect raken. Een led kan namelijk, afhankelijk van het type, maximaal 5 tot 6 volt tegenspanning (sperspanning) aan.
 
 
 
Dus; of het nu om een 'analoge' of om een digitale baan gaat, een gelijkrichter is onmisbaar.
 
 
 
=== Schakeling voor de analoge baan ===
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= Binnenverlichting01.gif
 
|Grootte= Zeer klein
 
|Volgnummer= 01
 
|Omschrijving= Basisschema
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Type= Schema
 
|Positie= Links
 
}}
 
{| class="wikitable" style="font-size:90%;"
 
! colspan="5" style="background:#E5E4E2;"| Onderdelenlijst
 
 
|-
 
|-
| style="background: #E8E8E8;"| B1 ||style="background:#E8E8E8;" width="40"| Buggelijkrichter ||||style="background:#E8E8E8;"| ||style="background:#E8E8E8;"|  
+
|style="background:#E4E1E1;"| rode leds  ||style="background:#E4E1E1;"| 1,9 Volt
 +
|-
 +
|style="background:#D1D1E1;"| gele leds  ||style="background:#D1D1E1;"| 2,0 Volt
 
|-
 
|-
|style="background:#E5E4E2;"| R1 ||style="background:#E5E4E2;"| 560R ||||style="background:#E5E4E2;"| D1-D2  ||style="background:#E5E4E2;"| led   Wit of geel
+
|style="background:#E4E1E1;"| groene leds ||style="background:#E4E1E1;"| 2,1 Volt
 +
|-
 +
|style="background:#D1D1E1;"| blauwe leds ||style="background:#D1D1E1;"| 3,6 volt
 
|-
 
|-
 +
|style="background:#E4E1E1;"| witte leds  ||style="background:#E4E1E1;"| 3,6 volt
 
|}
 
|}
 
{{Tabelonderschrift
 
{{Tabelonderschrift
Regel 54: Regel 32:
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
}}
 
}}
<br clear="all" />
+
Willen we het exact weten, dan kunnen we deze waardes vinden via Google in de [[Woorden - D#Datasheet|datasheet]]. Het gaat dan om de "Forward Voltage" (V<sub>f</sub>).<br />  
Het basisschema bestaat uit een gelijkrichter (B1), een voorschakelweerstand ofwel serieweerstand (R1) en twee leds (D1 en D2) die in serie staan, zie afbeelding 01.  
+
Door het verschil in [[Woorden - D#Drempelspanning van een led|drempelspanning]] mogen er geen leds met verschillende kleuren of van verschillend type in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] staan. Door beide leds loopt dan wel dezelfde [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]], maar dat kan nog wel eens een heel uiteenlopende helderheid opleveren. Schakel dus verschillende kleuren leds altijd parallel en via een eigen serieweerstand aan op de voedings[[Woorden - S#Spanning|spanning]].
 +
=== Gelijkrichter ===
 +
Bij toepassen van losse [[Wat is een led|leds]] in rijtuigverlichting moet er altijd een [[Elektronica basis#De bruggelijkrichter (brugcel)|gelijkrichter]] tussen worden geschakeld. Bij analoge banen wisselen de linker(-) en rechter(+) rail van spanning bij achteruitrijden, of als een rijtuig andersom op de rails wordt gezet. Zonder gelijkrichter zou dan de verlichting maar in één richting werken. En, niet minder belangrijk, de leds zullen bij [[Woorden - R#Reverse voltage|tegengestelde spanning]] (plus en min verwisseld), defect kunnen raken als de tegen[[Woorden - S#Spanning|spanning]] te hoog is (zie hieronder). Voor de bruggelijkrichter kan een kant-en-klaar exemplaar gebruikt worden, of vier aparte [[Elektronica basis#De diode|diodes]]. Uit kostenoogpunt is dat laatste veruit het voordeligst als veel rijtuigen van interieurverlichting worden voorzien.
  
Voor de bruggelijkrichter kan een kant-en-klaar exemplaar gebruikt worden, of vier 1N4148 dioden. Uit kostenoogpunt is dat laatste veruit het voordeligst als veel rijtuigen van interieurverlichting worden voorzien.
+
Bij [[Woorden - A#Analoog|analoge]] banen zal de interieurverlichting alleen maar op volle sterkte branden wanneer de spanning op de rails maximaal is. Zodra de trein langzamer rijdt, vermindert ook de lichtsterkte.
  
=== Knipperende leds ===
+
Bij [[Woorden - D#Digitaal|digitale]] banen staat er een hogere spanning in de vorm van een variabele blokgolf op de rails, deze blokgolf wisselt ook nog eens van polariteit (vergelijkbaar met wisselspanning). Zonder gelijkrichter zouden de leds maar op halve kracht branden en ook is daarbij de kans zeer groot dat de leds te hoge [[Woorden - R#Reverse voltage|tegenspanning]] krijgen, waardoor ze defect raken. Een led kan, afhankelijk van het type, maximaal 5 tot 6 volt tegenspanning aan.
''Zie hoofdartikel [[Maatregelen tegen knipperende verlichting]].''
 
  
Bij het gebruik van de schakeling in afbeelding 01 is het onvermijdelijk dat de leds knipperen bij stroomonderbrekingen, bijv. op wissels of door vuile rails. Om dat knipperen tegen te gaan, kan een elektrolytische condensator (elco) over de plus en min van de bruggelijkrichter worden geplaatst (plus van de elco aan de plus van de gelijkrichter, zie afbeelding 02). Bij een waarde van 470 microfarad (&micro;F) is het knipperen al een heel stuk minder. Er kan ook zonder probleem een hogere waarde voor C1 worden genomen, of meerdere elco's parallel als een grotere elco niet past in het rijtuig, bijv. twee van 470 microfarad.
+
Dus; of het nu om een "analoge" of om een "digitale" baan gaat, een gelijkrichter is onmisbaar.
 +
=== Waarde serieweerstand===
 +
Zie artikel [[Minimale led serieweerstand berekenen]].
 +
=== Werkspanning van de elco ===
 +
Een vuistregel voor de werkspanning van de [[Woorden - E#Elco.|elco]]'s voor [[Woorden - A#Analoog|analoge]] banen is 1,5 &times; de voedings[[Woorden - S#Spanning|spanning]]. Bij analoge banen dus 14 volt &times; 1,5 = 21 volt. Hier een elco met een werkspanning van minimaal 25 volt gebruiken. Bij [[Woorden - D#Digitaal|digitale]] banen is de voedingsspanning hoger, de werkspanning van de elco moet dan ook hoger zijn. Een elco met een werkspanning van minimaal 35 volt is dan altijd aan de veilige kant.
 +
=== Schakeling voor de analoge baan ===
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
|Bestand= Binnenverlichting02.gif
+
|Bestand= Binnenverlichting01.gif
 
|Grootte= Zeer klein
 
|Grootte= Zeer klein
|Volgnummer= 02
+
|Volgnummer= 01
|Omschrijving= Antiknipperelco toegevoegd
+
|Omschrijving= Basisschema
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Type= Schema
 
|Type= Schema
Regel 73: Regel 57:
 
}}
 
}}
 
{| class="wikitable" style="font-size:90%;"
 
{| class="wikitable" style="font-size:90%;"
! colspan="5" style="background:#E5E4E2;"| Onderdelenlijst
+
! colspan="5" style="background:#D1D1E1;"| Onderdelenlijst
 
|-
 
|-
| style="background: #E8E8E8;"| B1 ||style="background:#E8E8E8;" width="40"| Buggelijkrichter ||||style="background:#E8E8E8;"| C1 ||style="background:#E8E8E8;"| Elco 470 uF
+
| style="background: #E4E1E1;"| B1 ||style="background:#E4E1E1;" width="40"| Bruggelijkrichter ||style="background:#E4E1E1;"| ||style="background:#E4E1E1;"|  
 
|-
 
|-
|style="background:#E5E4E2;"| R1 ||style="background:#E5E4E2;"| 560R ||||style="background:#E5E4E2;"| D1-D2  ||style="background:#E5E4E2;"| led &nbsp; Wit of geel
+
|style="background:#D1D1E1;"| R1 ||style="background:#D1D1E1;"| 560 ||style="background:#D1D1E1;"| D1-D2  ||style="background:#D1D1E1;"| led wit of geel
 
|-
 
|-
 
|}
 
|}
Regel 85: Regel 69:
 
}}
 
}}
 
<br clear="all" />
 
<br clear="all" />
 +
Het basisschema bestaat uit een gelijkrichter (B1), een [[Woorden - S#Serieweerstand|serieweerstand]] (R1) en twee leds (D1 en D2) die in [[Woorden - S#Serieschakeling|serie]] staan, zie afbeelding 01.
 +
=== Knipperende leds ===
 +
Zie artikel [[Maatregelen tegen knipperende leds]].
  
=== Werkspanning van de elco (analoge baan)===
+
Bij het gebruik van de schakeling in afbeelding 01 is het onvermijdelijk dat de [[Wat is een led|leds]] knipperen bij onderbreken/wegvallen van de voedings[[Woorden - S#Spanning|spanning]], bijvoorbeeld op wissels of door vuile rails. Om dat knipperen tegen te gaan, kan een elektrolytische condensator ([[Woorden - E#Elco.|elco]]) over de plus en min van de [[Elektronica basis#De bruggelijkrichter (brugcel)|bruggelijkrichter]] worden geplaatst (plus van de elco aan de plus van de gelijkrichter, zie afbeelding 02). Bij een waarde van 470 microfarad (&micro;F) is het knipperen al een stuk minder. Er kan ook zonder probleem een hogere waarde voor C1 worden genomen, of meerdere elco's parallel als een grotere elco niet past in het rijtuig, bijv. twee van 470 &micro;F i.p.v. 1000 &micro;F.
De werkspanning van de elco('s) moet voor analoge banen minimaal 1,5&times; de voedingsspanning bedragen, bij analoge banen dus: 14 volt &times; 1,5 = 21 volt. Hier dan een elco met een werkspanning van minimaal 25 volt gebruiken.
 
----
 
 
 
=== Schakeling voor de digitale baan ===
 
Het gaat hier om een verlichting die rechtstreeks en altijd brandt op de digitale spanning, dus zonder tussenkomst van een decoder.
 
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= Binnenverlichting02.gif
 
|Bestand= Binnenverlichting02.gif
|Grootte= 225px
+
|Grootte= Zeer klein
|Volgnummer= 03
+
|Volgnummer= 02
|Omschrijving= Basisschema met antiknipperelco
+
|Omschrijving= Antiknipper elco toegevoegd
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
|Type= Tekening
+
|Type= Schema
 
|Positie= Links
 
|Positie= Links
 
}}
 
}}
 
{| class="wikitable" style="font-size:90%;"
 
{| class="wikitable" style="font-size:90%;"
! colspan="5" style="background:#E5E4E2;"| Onderdelenlijst
+
! colspan="5" style="background:#D1D1E1;"| Onderdelenlijst
 
|-
 
|-
| style="background: #E8E8E8;"| B1 ||style="background:#E8E8E8;" width="40"| Buggelijkrichter ||||style="background:#E8E8E8;"| C1 ||style="background:#E8E8E8;"| Elco 470 uF
+
| style="background: #E4E1E1;"| B1 ||style="background:#E4E1E1;" width="40"| Bruggelijkrichter ||style="background:#E4E1E1;"| C1 ||style="background:#E4E1E1;"| Elco 470 uF
 
|-
 
|-
|style="background:#E5E4E2;"| R1 ||style="background:#E5E4E2;"| 560R ||||style="background:#E5E4E2;"| D1-D2  ||style="background:#E5E4E2;"| led &nbsp; Wit of geel
+
|style="background:#D1D1E1;"| R1 ||style="background:#D1D1E1;"| 560 ||style="background:#D1D1E1;"| D1-D2  ||style="background:#D1D1E1;"| led wit of geel
 
|-
 
|-
 
|}
 
|}
Regel 114: Regel 96:
 
}}
 
}}
 
<br clear="all" />
 
<br clear="all" />
Het basisschema bestaat ook hier uit een gelijkrichter (B1), een buffer-elco (C1), een voorschakelweerstand (R1) en twee leds (D1 en D2) die in serie staan, zie afbeelding 03. De voedingsspanning op de railuitgang van de centrale is echter 16,7 volt (gemeten bij een ECoS 1). Door de spanningsval over de gelijkrichter staat er een spanning van 16,7 - (2 &times; 0,7) = 15,3 V op C1.
+
=== Schakeling voor de digitale baan ===
 
+
Voor verlichting die rechtstreeks en altijd brandt op de digitale [[Woorden - S#Spanning|spanning]], dus zonder tussenkomst van een decoder. Het basisschema is hetzelfde als voor een [[Woorden - A#Analoog|analoge]] baan, zie afbeelding 02, maar de voedingsspanning op de railuitgang van de [[Centrales|centrale]] is hier echter 16,7 volt (gemeten bij een ECoS 1). Door de spanningsval over de [[Elektronica basis#De bruggelijkrichter (brugcel)|gelijkrichter]] staat een spanning van 16,7 - (2 &times; 0,7) = 15,3 V op elco C1. De berekening van de serieweerstand gaat op dezelfde manier.
Voor de berekening van de waarde van de voorschakelweerstand zie het artikel [[Minimale led voorschakelweerstand berekenen]].
 
 
 
 
=== Uitbreiding met spanningsregelaar ===
 
=== Uitbreiding met spanningsregelaar ===
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= Binnenverlichting03.gif
 
|Bestand= Binnenverlichting03.gif
 
|Grootte= 235px
 
|Grootte= 235px
|Volgnummer= 04
+
|Volgnummer= 03
 
|Omschrijving= Schema met spanningsregelaar
 
|Omschrijving= Schema met spanningsregelaar
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
Regel 130: Regel 110:
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= Aansluiting-spanningsregelaar-02.gif
 
|Bestand= Aansluiting-spanningsregelaar-02.gif
|Volgnummer= 05
+
|Volgnummer= 04
 
|Grootte= 165px
 
|Grootte= 165px
 
|Type= Tekening
 
|Type= Tekening
Regel 137: Regel 117:
 
|Positie= Rechts
 
|Positie= Rechts
 
}}
 
}}
Voor een nog betere 'antiknipper'-werking kan een spanningsregelaar worden toegevoegd (zie afbeelding 04 en 05). Door dan tevens C1 in waarde te vergroten (van 470 &micro;F tot 2200 &micro;F) en C2 (2,2 &micro;F) toe te voegen, geeft dit een vrijwel storingvrije werking. De grotere waarde van C1 zorgt er bij onderbreking van de spanning vanaf de rails voor, dat het IC zijn voedingsspanning nog een tijdje uit C1 kan halen. C2 zorgt voor een betere werking van het IC. Omdat er na het IC een lagere spanning aanwezig is (in vergelijking met afbeelding 03), moet de waarde van R1 opnieuw worden  
+
Voor een nog betere "antiknipper"-werking kan een spanningsregelaar worden toegevoegd (zie afbeelding 03 en 04). Door dan tevens C1 in waarde te vergroten van 470 &micro;F tot 2200 &micro;F en C2 (2,2 &micro;F) toe te voegen, geeft dit een vrijwel storingvrije werking. De grotere waarde van C1 zorgt er bij onderbreking van de spanning vanaf de rails voor, dat het IC zijn voedingsspanning nog een tijdje uit C1 kan halen. C2 zorgt voor een betere werking van het IC. Omdat er na het [[Woorden - I#IC.|IC]] een lagere [[Woorden - S#Spanning|spanning]] aanwezig is (in vergelijking met afbeelding 02), moet de waarde van R1 opnieuw worden berekend. Zie voor het berekenen van de benodigde weerstandswaarde het artikel [[Minimale led serieweerstand berekenen]]. De spanning waarop het nu werkt, is 16,7 V - 1,4 V = 15,3 V. De marge tegen knipperen is hiermee ook aardig afgenomen.<br />
berekend. De minimale spanning waarop het nu werkt, is gestegen naar 12 V + 1,7 V + 1,4 V = 15,1 V. De marge tegen knipperen is hiermee ook aardig afgenomen.
+
Het is niet van te voren bekend welke weerstand(en) er nodig is/zijn (hangt af van de spanning die de [[Centrales|centrale]] afgeeft), dus hier in onderstaande tabellen een standaard waarde voor de weerstand. Bij [[#Meer informatie|"Meer informatie"]] staan meerdere weerstandenleveranciers.<br clear="all">
 
+
==== Onderdelenlijst Conrad ====
Het is niet van te voren bekend welke weerstand(en) er nodig zijn (hangt af van de spanning die de centrale afgeeft), dus geen bestelnummerlijst. Bij [[Rijtuigverlichting#Meer informatie|'Meer informatie']] staan wel meerdere weerstandenleveranciers.<br clear="all">
+
{| class="wikitable" "style="text-align:left;"
{{Onderdelenlijst begin
+
!style="text-align:center; background:#D1D1E1;" width="80" |'''Leverancier'''|| style="background:#D1D1E1;" width="195" |'''Omschrijving'''||style="background:#D1D1E1;" width="51" |'''Aantal'''||style="background:#D1D1E1;" width="90" | '''Artikelcode''' ||style="background:#D1D1E1;" width="340" |'''Opmerking'''
|Breedte= 80%
+
|-
|Lijn= Geen
+
|style="text-align:left; background:#E4E1E1;" | Conrad ||style="text-align:left; background:#E4E1E1;"| Bruggelijkrichter B40C1500||style="text-align:center; background:#E4E1E1;" | 1 ||style="text-align:center; background:#E4E1E1;"| 1581973 - 8J ||style="text-align:left; background:#E4E1E1;"| (of vier diodes 1N4148)
|Kleur= #E5E4E2
+
|-
 +
|style="text-align:left; background:#D1D1E1;" | Conrad ||style="text-align:left; background:#D1D1E1;"| Diode 1N4148 ||style="text-align:center; background:#D1D1E1;"| 1 ||style="text-align:center; background:#D1D1E1;" | 162280 - 8J ||style="text-align:left; background:#D1D1E1;"| Bij het schema in afbeelding 03 zijn vier stuks benodigd.
 +
|-
 +
|style="text-align:left; background:#E4E1E1;" | Conrad ||style="text-align:left; background:#E4E1E1;"| Spanningsregelaar L78L12ACZ ||style="text-align:center; background:#E4E1E1;" | 1 || style="text-align:center; background:#E4E1E1;"|156065 - 8J ||style="text-align:left; background:#E4E1E1;"| TO-92
 +
|-
 +
|style="text-align:left; background:#D1D1E1;" | Conrad ||style="text-align:left; background:#D1D1E1;"| Weerstand 560 &Omega; ||style="text-align:center; background:#D1D1E1;"| 1 ||style="text-align:center; background:#D1D1E1;" | 1583922 - 8J ||style="text-align:left; background:#D1D1E1;"| 1/4 Watt.
 +
|-
 +
|style="text-align:left; background:#E4E1E1;" | Conrad ||style="text-align:left; background:#E4E1E1;"| Elco 470&mu;F ||style="text-align:center; background:#E4E1E1;" | 1 ||style="text-align:center; background:#E4E1E1;"| 444020 - 8J  ||style="text-align:left; background:#E4E1E1;"| 35 volt. Radiaal.
 +
|-
 +
|style="text-align:left; background:#D1D1E1;" | Conrad ||style="text-align:left; background:#D1D1E1;"| Elco 2,2&mu;F ||style="text-align:center; background:#D1D1E1;"| 1 ||style="text-align:center; background:#D1D1E1;"| 481688 - 8J ||style="text-align:left; background:#D1D1E1;"| 35 volt. Tantaal. (standaard elco van 10&mu;F mag ook).
 +
|}
 +
{{Tabelonderschrift
 +
|Volgnummer= 04
 +
|Maker= Fred Eikelboom
 
}}
 
}}
{{Onderdelenlijst onderdeel
+
==== Onderdelenlijst Reichelt ====
|Leverancier= Conrad
+
{| class="wikitable" "style="text-align:left;"
|Omschrijving= Bruggelijkrichter B40C1500
+
!style="text-align:center; background:#D1D1E1;" width="80" |'''Leverancier'''|| style="background:#D1D1E1;" width="195" |'''Omschrijving'''||style="background:#D1D1E1;" width="51" |'''Aantal'''||style="background:#D1D1E1;" width="110" | '''Artikelcode''' ||style="background:#D1D1E1;" width="340" |'''Opmerking'''
|Aantal= 1
+
|-
|Artikelcode= 501433
+
|style="text-align:left; background:#E4E1E1;" | Reichelt ||style="text-align:left; background:#E4E1E1;"| Bruggelijkrichter B40C1500||style="text-align:center; background:#E4E1E1;" | 1 ||style="text-align:center; background:#E4E1E1;"| B40C1500G VIS ||style="text-align:left; background:#E4E1E1;"| (of vier diodes 1N4148)  
|Opmerking= (of vier diodes 1N4148)
+
|-
|Kleur= #E8E8E8
+
|style="text-align:left; background:#D1D1E1;" | Reichelt ||style="text-align:left; background:#D1D1E1;"| Diode 1N4148 ||style="text-align:center; background:#D1D1E1;"| 1 ||style="text-align:center; background:#D1D1E1;" | 1N 4148 ||style="text-align:left; background:#D1D1E1;"| Bij het schema in afbeelding 03 zijn vier stuks benodigd.
}}
+
|-
{{Onderdelenlijst onderdeel
+
|style="text-align:left; background:#E4E1E1;" | Reichelt ||style="text-align:left; background:#E4E1E1;"| Spanningsregelaar L78L12ACZ ||style="text-align:center; background:#E4E1E1;" | 1 || style="text-align:center; background:#E4E1E1;"| L78L12ACZ STM ||style="text-align:left; background:#E4E1E1;"| TO-92
|Leverancier= Conrad
+
|-
|Omschrijving= Diode 1N4148
+
|style="text-align:left; background:#D1D1E1;" | Reichelt ||style="text-align:left; background:#D1D1E1;"| Weerstand 560 &Omega; ||style="text-align:center; background:#D1D1E1;"| 1 ||style="text-align:center; background:#D1D1E1;" | 1/4W 560 ||style="text-align:left; background:#D1D1E1;"| 1/4 Watt.
|Aantal= 4
+
|-
|Artikelcode= 162280
+
|style="text-align:left; background:#E4E1E1;" | Reichelt ||style="text-align:left; background:#E4E1E1;"| Elco 470&mu;F ||style="text-align:center; background:#E4E1E1;" | 1 ||style="text-align:center; background:#E4E1E1;"| FM-A 470U 35 ||style="text-align:left; background:#E4E1E1;"| 35 volt. Radiaal.
|Opmerking= (of Bruggelijkrichter B40C1500)
+
|-
|Kleur= #E5E4E2
+
|style="text-align:left; background:#D1D1E1;" | Reichelt ||style="text-align:left; background:#D1D1E1;"| Elco 2,2&mu;F ||style="text-align:center; background:#D1D1E1;"| 1 ||style="text-align:center; background:#D1D1E1;"| T350 2,2U 35 ||style="text-align:left; background:#D1D1E1;"| 35 volt. Tantaal. (standaard elco van 10&mu;F mag ook).
}}
+
|}
{{Onderdelenlijst onderdeel
 
|Leverancier= Conrad
 
|Omschrijving= Spanningsregelaar 78L12
 
|Aantal= 1
 
|Artikelcode= 183059
 
|Opmerking=
 
|Kleur= #E8E8E8
 
}}
 
{{Onderdelenlijst onderdeel
 
|Leverancier= Conrad
 
|Omschrijving= Elco 2,2&mu; &nbsp; 16 volt Tantaal
 
|Aantal= 1
 
|Artikelcode= 447030
 
|Opmerking= Standaard elco van 10&mu; mag ook.
 
|Kleur= #E5E4E2
 
}}
 
{{Onderdelenlijst onderdeel
 
|Leverancier= Conrad
 
|Omschrijving= Elco 470&mu; &nbsp; 25 volt.
 
|Aantal= 1
 
|Artikelcode= 421951
 
|Opmerking=
 
|Kleur= #E8E8E8
 
}}
 
{{Onderdelenlijst onderdeel
 
|Leverancier= Conrad
 
|Omschrijving= Elco 2200&mu; &nbsp; 35 volt.
 
|Aantal= 1
 
|Artikelcode= 445252
 
|Opmerking= Radiaal.  
 
|Kleur= #E5E4E2
 
}}
 
{{Onderdelenlijst einde}}
 
 
{{Tabelonderschrift
 
{{Tabelonderschrift
|Volgnummer= 04
+
|Volgnummer= 05
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
}}
 
}}
 
=== Werkspanning van de elco (digitale baan)===
 
Bij digitale banen dient de werkspanning van de elco hoger te zijn dan de maximale baanspanning. 1,5&times; die spanning is hiervoor een vuistregel, met genoeg marge. Een elco met een werkspanning van minimaal 35 volt is altijd aan de veilige kant.
 
  
 
=== Overbelastingsverschijnselen bij centrales en boosters ===
 
=== Overbelastingsverschijnselen bij centrales en boosters ===
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= Binnenverlichting04.gif
 
|Bestand= Binnenverlichting04.gif
|Volgnummer= 06
+
|Volgnummer= 05
 
|Grootte= 245px
 
|Grootte= 245px
 
|Type= Tekening
 
|Type= Tekening
Regel 214: Regel 171:
 
}}
 
}}
 
{| class="wikitable" style="font-size:90%;"
 
{| class="wikitable" style="font-size:90%;"
! colspan="5" style="background:#E5E4E2;"| Onderdelenlijst
+
! colspan="5" style="background:#D1D1E1;"| Onderdelenlijst
 
|-
 
|-
| style="background: #E8E8E8;"| B1 ||style="background:#E8E8E8;" width="40"| Buggelijkrichter ||||style="background:#E8E8E8;"| C1 ||style="background:#E8E8E8;"| Elco 470 uF
+
| style="background: #E4E1E1;"| B1 ||style="background:#E4E1E1;" width="40"| Bruggelijkrichter ||style="background:#E4E1E1;"| C1 ||style="background:#E4E1E1;"| Elco 470 uF
 
|-
 
|-
|style="background:#E5E4E2;"| R1a ||style="background:#E5E4E2;"| 100R ||||style="background:#E5E4E2;"|  ||style="background:#E5E4E2;"|  
+
|style="background:#D1D1E1;"| R1<sup>a</sup> ||style="background:#D1D1E1;"| 100 ||style="background:#D1D1E1;"|  ||style="background:#D1D1E1;"|  
 
|-
 
|-
| style="background: #E8E8E8;"| R1 ||style="background:#E8E8E8;" width="40"| 560R ||||style="background:#E8E8E8;"| D1-D2 ||style="background:#E8E8E8;"| led &nbsp; Wit of geel
+
| style="background: #E4E1E1;"| R1 ||style="background:#E4E1E1;" width="40"| 560 ||style="background:#E4E1E1;"| D1-D2 ||style="background:#E4E1E1;"| led wit of geel
 
|-
 
|-
 
|}
 
|}
 
{{Tabelonderschrift
 
{{Tabelonderschrift
|Volgnummer= 05
+
|Volgnummer= 06
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
}}
 
}}
 
<br clear="all" />
 
<br clear="all" />
Bij het gelijktijdig gebruik van een behoorlijk aantal binnenverlichtingsschakelingen met elco's, kan het gebeuren dat de ''overload''-beveiliging (=kortsluitbeveiliging) van de centrale of van een booster aanspreekt bij het inschakelen van de baanspanning. Dit verschijnsel wordt veroorzaakt door een te hoge laadstroom, doordat alle elco's nog ongeladen zijn. Het is dan raadzaam om bij alle gelijkrichter/elco-combinaties een weerstand van 100&Omega; 1/2 watt (zie: R1<sub>a</sub> in afbeelding 06) tussen de plus van de gelijkrichter en de plus van de elco te schakelen. Dit verlaagt de inschakelpiek aanzienlijk. Zijn er dan toch nog boosters waarbij de overload-beveiliging aanspreekt, dan moet de waarde van R1<sub>a</sub> tot bijv. 220&Omega; worden verhoogd. Maak de waarde van deze weerstand echter niet onnodig hoog, want dan werkt de 'antiknipper-werking' van de elco weer minder. Zie ook [[Elektronica basis#Inschakel-piekstroom begrenzen bij gebruik van_elco's als anti-knipper Inschakelpiekstroom begrenzen]].  
+
Als bij het inschakelen van de baan[[Woorden - S#Spanning|spanning]] een groot aantal rijtuigen met binnenverlichtingsschakelingen met [[Woorden - E#Elco.|elco]]'s op de rails staan, kan het gebeuren dat de "overload"-beveiliging (=kortsluitbeveiliging) van de [[Centrales|centrale]] of van een [[Boosters|booster]] aanspreekt. Dit   wordt veroorzaakt door de hoge laad[[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] die optreedt omdat alle elco's nog ongeladen zijn. Het is dan raadzaam om bij alle [[Elektronica basis#De bruggelijkrichter (brugcel)|gelijkrichter]]/elco-combinaties een weerstand van 100&Omega; 1/2 watt (zie: R1<sup>a</sup> in afbeelding 05) tussen de plus van de gelijkrichter en de plus van de elco te schakelen. Dit verlaagt de inschakelpiek aanzienlijk. Zijn er dan toch nog [[Boosters|boosters]] waarbij de overload-beveiliging aanspreekt, dan moet de waarde van R1<sup>a</sup> tot bijv. 220&Omega; worden verhoogd. Maak de waarde van deze weerstand echter niet te hoog, want dan werkt de "antiknipper-werking" van de elco weer minder.  
 
----
 
----
 
 
=== Led-strips ===
 
=== Led-strips ===
 
<u>De uitvoeringen</u>
 
<u>De uitvoeringen</u>
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= ledstrip1.gif
 
|Bestand= ledstrip1.gif
|Volgnummer= 07
+
|Volgnummer= 06
 
|Grootte= 650px
 
|Grootte= 650px
 
|Type= Tekening
 
|Type= Tekening
Regel 241: Regel 197:
 
|Omschrijving= Diverse typen led-strips
 
|Omschrijving= Diverse typen led-strips
 
}}
 
}}
 
 
==== Led-strips zijn er in vijf hoofdvarianten: ====
 
==== Led-strips zijn er in vijf hoofdvarianten: ====
:# de eenvoudigste uitvoering heeft alleen een gelijkrichter (zie fig. A);
+
* de eenvoudigste uitvoering heeft alleen een gelijkrichter (zie fig. A);
:# een gelijkrichter en een spanningsregelaar (zie fig. B);
+
* een gelijkrichter en een spanningsregelaar (zie fig. B);
:# een gelijkrichter, een spanningsregelaar en de mogelijkheid de lichtsterkte te verminderen door een 0 ohm weerstand te vervangen door één van bijv. 220 ohm (zie fig. C);
+
* een gelijkrichter, een spanningsregelaar en de mogelijkheid de lichtsterkte te verminderen door een 0 ohm weerstand te vervangen door één van bijv. 220 ohm (zie fig. C);
:# een gelijkrichter, een spanningsregelaar en de mogelijkheid de lichtsterkte te regelen door een regelbare weerstand (=potentiometer) te verdraaien (zie fig. D);
+
* een gelijkrichter, een spanningsregelaar en de mogelijkheid de lichtsterkte te regelen door een regelbare weerstand (=potentiometer) te verdraaien (zie fig. D);
:# een gelijkrichter, een spanningsregelaar, de mogelijkheid de lichtsterkte te regelen door een regelbare weerstand (=potentiometer) te verdraaien en tevens een buffer-elco om het knipperen van de leds tegen te gaan (zie fig. E).
+
* een gelijkrichter, een spanningsregelaar, de mogelijkheid de lichtsterkte te regelen door een regelbare weerstand (=potentiometer) te verdraaien en tevens een buffer-elco om het knipperen van de leds tegen te gaan (zie fig. E).
 
+
Bij de versies 1 - 4 is het vaak nodig om een buffer-[[Woorden - E#Elco.|elco]] aan te brengen om het knipperen van de [[Wat is een led|leds]] tegen te gaan. De plaats waar deze elco gemonteerd moet worden is altijd na de [[Elektronica basis#De bruggelijkrichter (brugcel)|gelijkrichter]] en vóór een eventuele spanningsregelaar.
Bij de versies 1 - 4 is het vaak nodig om een buffer-elco aan te brengen om het knipperen van de leds tegen te gaan. De plaats waar deze elco gemonteerd moet worden is altijd na de gelijkrichter en vóór een eventuele spanningsregelaar.
 
 
{| class="wikitable"
 
{| class="wikitable"
| valign='center'| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small>&nbsp;&nbsp;'''LET OP'''</small>||valign='top'| Sluit ''nooit'' een elco v&ograve;&ograve;r de gelijkrichter aan, want dan is het vrijwel zeker dat de elco stuk gaat en in het ergste geval kan ook de led-strip defect raken!
+
|{{TblAgKleur1|#E4E1E1;}} valign="center"| [[Bestand:Let-op.jpg|50px|center]]<small>&nbsp;&nbsp;'''LET OP'''</small>||{{TblAgKleur1|#E4E1E1;}} valign="top"| Sluit ''nooit'' een elco vóór de gelijkrichter aan (op de wisselspanning) want dan is het vrijwel zeker dat de elco stuk gaat en in het ergste geval kan ook de led-strip defect raken!
 
|-
 
|-
 
|}
 
|}
Neem voor de elco een exemplaar met minimaal 35 volt werkspanning. De capaciteit moet minimaal 470 &mu;F zijn. Hoe hoger, hoe langer de leds 'nabranden'. Soms past er geen grote elco in het rijtuig, plaats dan twee kleinere exemplaren parallel. Bijkomend voordeel van een hogere werkspanning is dat een elco met een hogere werkspanning een lagere lekstroom heeft.
+
Neem voor de elco een exemplaar met minimaal 35 volt werkspanning. De capaciteit moet minimaal 470 &mu;F zijn. Hoe hoger, hoe langer de leds "nabranden". Soms past er geen grote elco in het rijtuig, plaats dan twee kleinere exemplaren parallel. Bijkomend voordeel van een hogere werkspanning is dat een elco met een hogere werkspanning een lagere lek[[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]] heeft.
 
 
 
==== Het aansluiten van een buffer-elco op een diodebrug ====
 
==== Het aansluiten van een buffer-elco op een diodebrug ====
In een goede gebruiksaanwijzing, zoals bijv. van de firma DigiKeijs, staat aangegeven hoe en waar een eventuele buffer-elco op de led-strip aangesloten dient te worden. Staat er echter niets in de gebruiksaanwijzing, dan kan dat als volgt:
+
In een goede gebruiksaanwijzing, zoals bijv. van de firma DigiKeijs, staat aangegeven hoe en waar een eventuele buffer-[[Woorden - E#Elco.|elco]] op de led-strip aangesloten dient te worden. Staat er echter niets in de gebruiksaanwijzing, dan kan dat als volgt:
 
kan dat
 
kan dat
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
 
|Bestand= ledstrip2.gif
 
|Bestand= ledstrip2.gif
|Volgnummer= 08
+
|Volgnummer= 07
 
|Grootte= 650px
 
|Grootte= 650px
 
|Type= Tekening
 
|Type= Tekening
Regel 267: Regel 220:
 
|Omschrijving= Diverse gelijkrichters
 
|Omschrijving= Diverse gelijkrichters
 
}}
 
}}
Indien een op de print te monteren elco te veel ruimte inneemt (zodat de led-strip niet goed meer in het rijtuig past), kan de extra elco met twee stukjes draad (minimaal 0,14 mm&sup2;) op een beter geschikte plaats worden gemonteerd. In veel gevallen is op deze manier de elco mooi te verbergen. Indien er een SMD-bruggelijkrichter gemonteerd is, dan hieronder verdergaan bij 'SMD-bruggelijkrichter'.)
+
Indien een op de print te monteren elco te veel ruimte inneemt (zodat de led-strip niet goed meer in het rijtuig past), kan de extra elco met twee stukjes draad (minimaal 0,14 mm&sup2;) op een beter geschikte plaats worden gemonteerd. In veel gevallen is op deze manier de elco mooi te verbergen. Indien er een SMD-bruggelijkrichter gemonteerd is, dan hieronder verdergaan bij "SMD-bruggelijkrichter".)
 
 
Zoek eerst de plus- en min aansluitingen van de gelijkrichter op. Volg (bij afbeelding A of B) vanaf het punt AC (waar de aansluitdraden zitten naar de sleepcontacten) de printsporen (of geleiderbanen), die naar de gelijkrichter gaan. Op die punten zit één diode met de kathode (aangegeven door een streep, stip, of inkeping op de behuizing) naar dat punt toe zit en een andere diode met de kathode er vanaf. Op die punten mag absoluut geen elco worden aangesloten omdat op die punten wisselspanning staat!
 
  
Ook zitten er op één aansluitpunt twee diodes die met de kathodes vlak bij elkaar zitten. Dat punt is altijd de plus-aansluiting. Aan de andere kant zitten twee diodes waarvan de anodes vlak bij elkaar zitten. Dat is altijd de min-aansluiting. Verbind de led-strip met de digitale spanning en controleer met een multimeter of hier een gelijkspanning (meter op het DC-bereik instellen) van 16 tot 26 volt aanwezig is.
+
Zoek eerst de plus- en min aansluitingen van de gelijkrichter op. Volg (bij afbeelding A of B) vanaf het punt AC (waar de aansluitdraden zitten naar de sleepcontacten) de printsporen (of geleiderbanen), die naar de gelijkrichter gaan. Op die punten zit één [[Elektronica basis#De diode|diode]] met de kathode (aangegeven door een streep, stip, of inkeping op de behuizing) naar dat punt toe zit en een andere diode met de kathode er vanaf. Op die punten mag absoluut geen [[Woorden - E#Elco.|elco]] worden aangesloten omdat op die punten wisselspanning staat!
  
Verbreek daarna de verbinding met de digitale spanning. Monteer hierna de min-aansluiting van de buffer-elco aan de min van de gelijkrichter. De plusaansluiting van de buffer-elco komt aan de plus van de gelijkrichter.
+
Ook zitten er op één aansluitpunt twee diodes die met de kathodes vlak bij elkaar zitten. Dat punt is altijd de plus-aansluiting. Aan de andere kant zitten twee diodes waarvan de anodes vlak bij elkaar zitten. Dat is altijd de min-aansluiting. Verbind de led-strip met de digitale [[Woorden - S#Spanning|spanning]] en controleer met een multimeter of hier een gelijkspanning (meter op het DC-bereik instellen) van 16 tot 26 volt aanwezig is.
  
 +
Verbreek daarna de verbinding met de [[Woorden - D#Digitaal|digitale]] spanning. Monteer hierna de min-aansluiting van de buffer-elco aan de min van de [[Elektronica basis#De bruggelijkrichter (brugcel)|gelijkrichter]]. De plusaansluiting van de buffer-elco komt aan de plus van de gelijkrichter.
 
==== SMD-bruggelijkrichter ====
 
==== SMD-bruggelijkrichter ====
Indien er op de led-strip een SMD-bruggelijkrichter aanwezig is (die inwendig ook uit vier diodes bestaat), dan is het vaak meteen duidelijk wat de plus en de min zijn, dit is op de behuizing aangegeven (zie afbeelding C).
+
Indien er op de led-strip een SMD-bruggelijkrichter aanwezig is (die inwendig ook uit vier [[Elektronica basis#De diode|diodes]] bestaat), dan is het vaak meteen duidelijk wat de plus en de min zijn, dit is op de behuizing aangegeven (zie afbeelding C).<br />
 
+
Staat er niets op de behuizing, ga dan als volgt te werk: zoek eerst de plus- en min aansluitingen van de gelijkrichter op. Volg (zie afbeelding C) vanaf het punt AC (waar de aansluitdraden zitten naar de sleepcontacten) de printsporen (geleiderbanen) naar de SMD-bruggelijkrichter. Op die punten bij de [[Elektronica basis#De bruggelijkrichter (brugcel)|gelijkrichter]] mag geen elco worden aangesloten, doe dat aan de andere twee aansluitingen. Verbind daarna de [[Wat is een led|led]]-strip met de digitale spanning en controleer met een multimeter of hier een gelijkspanning van 16 tot 26 volt aanwezig is (multimeter op het DC-bereik instellen).<br />
Staat er niets op de behuizing, ga dan als volgt te werk: zoek eerst de plus- en min aansluitingen van de gelijkrichter op. Volg (zie afbeelding C) vanaf het punt AC (waar de aansluitdraden zitten naar de sleepcontacten) de printsporen (geleiderbanen) naar de SMD-bruggelijkrichter. Op die punten bij de gelijkrichter mag geen elco worden aangesloten, doe dat aan de andere twee aansluitingen. Verbind daarna de led-strip met de digitale spanning en controleer met een multimeter of hier een gelijkspanning van 16 tot 26 volt aanwezig is (multimeter op het DC-bereik instellen).
+
Verbreek daarna de verbinding met de [[Woorden - D#Digitaal|digitale]] spanning. Monteer hierna de min-aansluiting van de buffer-elco aan de min van de gelijkrichter. De plusaansluiting van de buffer-elco komt aan de plus van de gelijkrichter.
 
 
Verbreek daarna de verbinding met de digitale spanning. Monteer hierna de min-aansluiting van de buffer-elco aan de min van de gelijkrichter. De plusaansluiting van de buffer-elco komt aan de plus van de gelijkrichter.
 
 
 
Mocht er bij montage van de elco - direct op de print - te weinig ruimte zijn om de led-strip in een rijtuig te bouwen, dan kan de elco ook d.m.v. een paar stukjes soepel maar niet te dun montagedraad (0,25 mm<sup>2</sup> of meer) met de led-strip verbinden.
 
  
 +
Mocht er bij montage van de [[Woorden - E#Elco.|elco]] - direct op de print - te weinig ruimte zijn om de led-strip in een rijtuig te bouwen, dan kan de elco ook d.m.v. een paar stukjes soepel maar niet te dun montagedraad (0,25 mm<sup>2</sup> of meer) met de led-strip verbinden.
 
=== Waarschuwing ===
 
=== Waarschuwing ===
Sluit nooit [[GoldCaps]] op de led-strip aan in plaats van een elco. Dit werkt gegarandeerd niet omdat de werkspanning van een GoldCap in deze situatie te laag is ten opzichte van de voedingsspanning (na de bruggelijkrichter) van de led-strip. De gangbare GoldCaps hebben een werkspanning van 5,5 volt. Dus wanneer de led-strip een voedingspanning nodig heeft die hoger is dan 5,5 volt, zijn GoldCaps niet bruikbaar.
+
Sluit nooit [[GoldCaps]] op de led-strip aan in plaats van een [[Woorden - E#Elco.|elco]]. Dit werkt gegarandeerd niet, omdat de werk[[Woorden - S#Spanning|spanning]] van een GoldCap in deze situatie te laag is ten opzichte van de voedingsspanning (na de [[Elektronica basis#De bruggelijkrichter (brugcel)|gelijkrichter]] van de led-strip. De gangbare GoldCaps hebben een werkspanning van 5,5 volt. Dus wanneer de led-strip een voedingspanning nodig heeft die hoger is dan 5,5 volt, zijn GoldCaps niet bruikbaar.
 
----
 
----
 
 
=== Flexibele led-strips ===
 
=== Flexibele led-strips ===
Een andere mogelijkheid om led-strips in rijtuigen te bouwen, is het gebruik maken van flexibele led-strips. Deze worden aangeboden op een rol. Met het aantal leds op zo een rol zit  is een groot aantal rijtuigen van led-verlichting te voorzien. Op het forum staat aangegeven hoe dergelijke led-strips 'van de rol' worden toegepast (zie [[Rijtuigverlichting#Meer informatie|'Meer informatie']].
+
Een andere mogelijkheid om [[Wat is een led|leds]]-strips in rijtuigen te bouwen, is het gebruik maken van flexibele led-strips. Deze worden aangeboden op een rol. Met het aantal leds op zo een rol zit  is een groot aantal rijtuigen van led-verlichting te voorzien. Op het forum staat aangegeven hoe dergelijke led-strips "van de rol" worden toegepast (zie hieronder). Even een waarschuwing. Zit op de (ingekorte) ledstrip geen gelijkrichter, dan mag deze '''niet''' op de digitale spanning aangesloten worden, anders krijgt de ledstrip een te hoge [[Woorden - R#Reverse voltage|tegenspanning]]. In dat geval moet [[#Overbelastingsverschijnselen bij centrales en boosters|schakeling 05]] (hierboven) toegepast worden. R1a wordt dan 220&Omega; R1 wordt dan 1K. Op de plaats van de leds (D1 en D2) komt dan de ledstrip.
 +
=== Nieuwste generatie leds ===
 +
Er zijn nu ook SMD-leds in de handel die nog maar 1 mA "forward current" nodig hebben, zogenaamde "Ultra-Low Current SMD-leds". In het Nederlands: "Ultra-lage stroom SMD-leds". [https://nl.mouser.com/ProductDetail/Everlight/EAST1410RGBW01?qs=byeeYqUIh0NP0z1vfVSY7w%3D%3D Meer over Ultra-Low Current SMD-led].  
 
{{Linkssectie begin
 
{{Linkssectie begin
 
|Box= AlleenInfo
 
|Box= AlleenInfo
Regel 297: Regel 247:
 
}}
 
}}
 
{{Link intern
 
{{Link intern
|Link= Hoe sluit u leds aan
+
|Link= Het aansluiten van leds
|Linknaam= Hoe sluit u leds aan
+
|Linknaam= Het aansluiten van leds
 
}}
 
}}
 
{{Link intern
 
{{Link intern
|Link= Minimale led voorschakelweerstand berekenen
+
|Link= Minimale led serieweerstand berekenen
|Linknaam= Minimale led voorschakelweerstand berekenen
+
|Linknaam= Minimale led serieweerstand berekenen
 
}}
 
}}
 
{{Linkssectie scheiding}}
 
{{Linkssectie scheiding}}
Regel 310: Regel 260:
 
{{Link Forum-Meerkeuze
 
{{Link Forum-Meerkeuze
 
|Volgnr = 66
 
|Volgnr = 66
|ExtraInfo= over led-trips 'van de rol'.
+
|ExtraInfo= over led-trips "van de rol".
 
}}
 
}}
 
{{Link Forum-Meerkeuze
 
{{Link Forum-Meerkeuze
 
|Volgnr = 152 <!--stroombron-->
 
|Volgnr = 152 <!--stroombron-->
|ExtraInfo= over het gebruik van een stroombron bij leds.
+
|ExtraInfo= over het gebruik van een [[Woorden - E#Elektrische stroom|stroom]]bron bij leds.
 +
}}
 +
{{Link Forum-Meerkeuze
 +
|Volgnr= 164
 +
|ExtraInfo= Gebruiksaanwijzingen Digikeijs.
 
}}
 
}}
 
{{Linkssectie scheiding}}
 
{{Linkssectie scheiding}}
 
{{Linkssectie tussenkop
 
{{Linkssectie tussenkop
 
|Koptekst= Externe websites:
 
|Koptekst= Externe websites:
}}
 
{{Link Conrad-Meerkeuze
 
|Volgnr= 30
 
|ExtraInfo= Aansluitgegevens 78L15 (pdf).
 
}}
 
{{Link Conrad-Meerkeuze
 
|Volgnr= 31
 
|ExtraInfo= Standaardleds overzicht.
 
}}
 
{{Link Conrad-Meerkeuze
 
|Volgnr= 33
 
|ExtraInfo= SMD-leds overzicht.
 
}}
 
{{Link Conrad-Meerkeuze
 
|Volgnr= 32
 
|ExtraInfo= Weerstanden overzicht.
 
}}
 
{{Link Algemeen-Meerkeuze
 
|Volgnr= 218 <!-- digikeijs -->
 
|ExtraInfo= Fabrikant/leverancier van led-strips.
 
 
}}
 
}}
 
{{Link Algemeen-Meerkeuze
 
{{Link Algemeen-Meerkeuze
 
|Volgnr= 219 <!-- eoo -->
 
|Volgnr= 219 <!-- eoo -->
|ExtraInfo= <small>voorheen Dick Best</small> Leverancier van leds, elco's en weerstanden.
+
|ExtraInfo= Leverancier van leds, elco's en weerstanden.
 
}}
 
}}
 
{{Link Algemeen-Meerkeuze
 
{{Link Algemeen-Meerkeuze
Regel 350: Regel 284:
 
{{Link Algemeen-Meerkeuze
 
{{Link Algemeen-Meerkeuze
 
|Volgnr= 221 <!-- leds-buy -->
 
|Volgnr= 221 <!-- leds-buy -->
|ExtraInfo= Leverancier van leds en led-strips.
+
|ExtraInfo= Gestopt
 +
}}
 +
{{Link Algemeen-Meerkeuze
 +
|Volgnr= 178 <!-- wetronic -->
 +
|ExtraInfo= Leds met aangesoldeerde draden.
 
}}
 
}}
 
{{Link NL-Wikipedia-Meerkeuze
 
{{Link NL-Wikipedia-Meerkeuze
Regel 359: Regel 297:
 
}}
 
}}
 
{{Voettekst
 
{{Voettekst
|Vorige= Schakeltrucs met leds
+
|Vorige= Schakeltechnieken voor leds
 
|Volgende= Sluitseinen of sluitverlichting
 
|Volgende= Sluitseinen of sluitverlichting
 
|VorigeMenu= Elektronica analoog
 
|VorigeMenu= Elektronica analoog
}}
+
}} {| width= "100%"
{| width= "100%"
 
 
|- valign= "top"
 
|- valign= "top"
! scope= "row" width= "77%" |
+
! scope= "row" width= "70%" |
| <small>Laatste wijziging: 18 aug 2020 16:00 (CET)</small>
+
| <small>Laatste wijziging: 25 apr 2024 12:11 (CET)</small>
 
|}
 
|}
 
[[Categorie: Alles|R]]
 
[[Categorie: Alles|R]]
Regel 372: Regel 309:
 
[[Categorie: Bedrading|R]]
 
[[Categorie: Bedrading|R]]
 
[[Categorie: Elektronica|R]]
 
[[Categorie: Elektronica|R]]
 +
[[Categorie: Elektronica digitaal|R]]
 
[[Categorie: Led|R]]
 
[[Categorie: Led|R]]
 
[[Categorie: Materieel|R]]
 
[[Categorie: Materieel|R]]

Huidige versie van 26 apr 2024 om 10:43

Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom


Voor de rijtuigverlichting of binnenverlichting van rijtuigen zijn heel goed leds toe te passen. Dat kunnen losse leds zijn, maar ook kant-en-klare led-strips. De grote voordelen van leds t.o.v. lampjes zijn dat leds:

  • niet heet worden;
  • een veel langere levensduur hebben;
  • veel minder stroom nodig hebben voor dezelfde lichtopbrengst.

Vooral dat laatste is van groot belang bij digitale banen omdat meerdere treinen gevoed worden uit dezelfde centrale, ook de stilstaande. Ook bij een analoge baan is het fijn dat led-rijtuigverlichting minder vermogen vraagt van de rijregelaar. Het is ook van groot belang dat, bij gebruik van meerdere leds, de leds zo veel mogelijk in serie geschakeld worden, zolang de spanning dat toelaat. Het is sterk aan te bevelen om altijd minimaal 3 V over te houden voor de serieweerstand, daarmee wordt voorkomen dat bij een eventuele spanningspiek de leds defect raken.

Bij parallel schakelen neemt het stroomverbruik op de baan (het totale vermogen van locomotiefmotoren en de interieurverlichting) onnodig toe. Een digitale centrale levert maar een beperkte hoeveelheid stroom (gewoonlijk drie tot vier ampère), dus als er veel rijtuigen met interieurverlichting op de baan rijden, komt er wanneer de leds van de interieurverlichting parallel geschakeld zijn al snel een punt waar één of meerdere boosters nodig zijn.

Losse leds

Losse leds zijn verkrijgbaar in twee types: "standaard", die maximaal 20 mA aankunnen (mogen hebben) en bij ongeveer 4 tot 6 mA al meer dan voldoende licht geven en "high efficiency" (ook wel "low current" genoemd), die bij 2 mA al heel veel licht geven. Het verdient sterk aanbeveling om voor de interieurverlichting de "high efficiency" types toe te passen; des te lager het stroomverbruik per rijtuig, des te beter.

Drempelspanning
rode leds 1,9 Volt
gele leds 2,0 Volt
groene leds 2,1 Volt
blauwe leds 3,6 volt
witte leds 3,6 volt
Tabel: 01
Tabel gemaakt door: Fred Eikelboom

Willen we het exact weten, dan kunnen we deze waardes vinden via Google in de datasheet. Het gaat dan om de "Forward Voltage" (Vf).
Door het verschil in drempelspanning mogen er geen leds met verschillende kleuren of van verschillend type in serie staan. Door beide leds loopt dan wel dezelfde stroom, maar dat kan nog wel eens een heel uiteenlopende helderheid opleveren. Schakel dus verschillende kleuren leds altijd parallel en via een eigen serieweerstand aan op de voedingsspanning.

Gelijkrichter

Bij toepassen van losse leds in rijtuigverlichting moet er altijd een gelijkrichter tussen worden geschakeld. Bij analoge banen wisselen de linker(-) en rechter(+) rail van spanning bij achteruitrijden, of als een rijtuig andersom op de rails wordt gezet. Zonder gelijkrichter zou dan de verlichting maar in één richting werken. En, niet minder belangrijk, de leds zullen bij tegengestelde spanning (plus en min verwisseld), defect kunnen raken als de tegenspanning te hoog is (zie hieronder). Voor de bruggelijkrichter kan een kant-en-klaar exemplaar gebruikt worden, of vier aparte diodes. Uit kostenoogpunt is dat laatste veruit het voordeligst als veel rijtuigen van interieurverlichting worden voorzien.

Bij analoge banen zal de interieurverlichting alleen maar op volle sterkte branden wanneer de spanning op de rails maximaal is. Zodra de trein langzamer rijdt, vermindert ook de lichtsterkte.

Bij digitale banen staat er een hogere spanning in de vorm van een variabele blokgolf op de rails, deze blokgolf wisselt ook nog eens van polariteit (vergelijkbaar met wisselspanning). Zonder gelijkrichter zouden de leds maar op halve kracht branden en ook is daarbij de kans zeer groot dat de leds te hoge tegenspanning krijgen, waardoor ze defect raken. Een led kan, afhankelijk van het type, maximaal 5 tot 6 volt tegenspanning aan.

Dus; of het nu om een "analoge" of om een "digitale" baan gaat, een gelijkrichter is onmisbaar.

Waarde serieweerstand

Zie artikel Minimale led serieweerstand berekenen.

Werkspanning van de elco

Een vuistregel voor de werkspanning van de elco's voor analoge banen is 1,5 × de voedingsspanning. Bij analoge banen dus 14 volt × 1,5 = 21 volt. Hier een elco met een werkspanning van minimaal 25 volt gebruiken. Bij digitale banen is de voedingsspanning hoger, de werkspanning van de elco moet dan ook hoger zijn. Een elco met een werkspanning van minimaal 35 volt is dan altijd aan de veilige kant.

Schakeling voor de analoge baan

Binnenverlichting01.gif
Afbeelding: 01
Basisschema
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom
Onderdelenlijst
B1 Bruggelijkrichter
R1 560 D1-D2 led wit of geel
Tabel: 02
Tabel gemaakt door: Fred Eikelboom


Het basisschema bestaat uit een gelijkrichter (B1), een serieweerstand (R1) en twee leds (D1 en D2) die in serie staan, zie afbeelding 01.

Knipperende leds

Zie artikel Maatregelen tegen knipperende leds.

Bij het gebruik van de schakeling in afbeelding 01 is het onvermijdelijk dat de leds knipperen bij onderbreken/wegvallen van de voedingsspanning, bijvoorbeeld op wissels of door vuile rails. Om dat knipperen tegen te gaan, kan een elektrolytische condensator (elco) over de plus en min van de bruggelijkrichter worden geplaatst (plus van de elco aan de plus van de gelijkrichter, zie afbeelding 02). Bij een waarde van 470 microfarad (µF) is het knipperen al een stuk minder. Er kan ook zonder probleem een hogere waarde voor C1 worden genomen, of meerdere elco's parallel als een grotere elco niet past in het rijtuig, bijv. twee van 470 µF i.p.v. 1000 µF.

Binnenverlichting02.gif
Afbeelding: 02
Antiknipper elco toegevoegd
Schema gemaakt door: Fred Eikelboom
Onderdelenlijst
B1 Bruggelijkrichter C1 Elco 470 uF
R1 560 D1-D2 led wit of geel
Tabel: 03
Tabel gemaakt door: Fred Eikelboom


Schakeling voor de digitale baan

Voor verlichting die rechtstreeks en altijd brandt op de digitale spanning, dus zonder tussenkomst van een decoder. Het basisschema is hetzelfde als voor een analoge baan, zie afbeelding 02, maar de voedingsspanning op de railuitgang van de centrale is hier echter 16,7 volt (gemeten bij een ECoS 1). Door de spanningsval over de gelijkrichter staat een spanning van 16,7 - (2 × 0,7) = 15,3 V op elco C1. De berekening van de serieweerstand gaat op dezelfde manier.

Uitbreiding met spanningsregelaar

Binnenverlichting03.gif
Afbeelding: 03
Schema met spanningsregelaar
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom


Aansluiting-spanningsregelaar-02.gif
Afbeelding: 04
De aansluitingen van de spanningsregelaar
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom

Voor een nog betere "antiknipper"-werking kan een spanningsregelaar worden toegevoegd (zie afbeelding 03 en 04). Door dan tevens C1 in waarde te vergroten van 470 µF tot 2200 µF en C2 (2,2 µF) toe te voegen, geeft dit een vrijwel storingvrije werking. De grotere waarde van C1 zorgt er bij onderbreking van de spanning vanaf de rails voor, dat het IC zijn voedingsspanning nog een tijdje uit C1 kan halen. C2 zorgt voor een betere werking van het IC. Omdat er na het IC een lagere spanning aanwezig is (in vergelijking met afbeelding 02), moet de waarde van R1 opnieuw worden berekend. Zie voor het berekenen van de benodigde weerstandswaarde het artikel Minimale led serieweerstand berekenen. De spanning waarop het nu werkt, is 16,7 V - 1,4 V = 15,3 V. De marge tegen knipperen is hiermee ook aardig afgenomen.
Het is niet van te voren bekend welke weerstand(en) er nodig is/zijn (hangt af van de spanning die de centrale afgeeft), dus hier in onderstaande tabellen een standaard waarde voor de weerstand. Bij "Meer informatie" staan meerdere weerstandenleveranciers.

Onderdelenlijst Conrad

Leverancier Omschrijving Aantal Artikelcode Opmerking
Conrad Bruggelijkrichter B40C1500 1 1581973 - 8J (of vier diodes 1N4148)
Conrad Diode 1N4148 1 162280 - 8J Bij het schema in afbeelding 03 zijn vier stuks benodigd.
Conrad Spanningsregelaar L78L12ACZ 1 156065 - 8J TO-92
Conrad Weerstand 560 Ω 1 1583922 - 8J 1/4 Watt.
Conrad Elco 470μF 1 444020 - 8J 35 volt. Radiaal.
Conrad Elco 2,2μF 1 481688 - 8J 35 volt. Tantaal. (standaard elco van 10μF mag ook).
Tabel: 04
Tabel gemaakt door: Fred Eikelboom

Onderdelenlijst Reichelt

Leverancier Omschrijving Aantal Artikelcode Opmerking
Reichelt Bruggelijkrichter B40C1500 1 B40C1500G VIS (of vier diodes 1N4148)
Reichelt Diode 1N4148 1 1N 4148 Bij het schema in afbeelding 03 zijn vier stuks benodigd.
Reichelt Spanningsregelaar L78L12ACZ 1 L78L12ACZ STM TO-92
Reichelt Weerstand 560 Ω 1 1/4W 560 1/4 Watt.
Reichelt Elco 470μF 1 FM-A 470U 35 35 volt. Radiaal.
Reichelt Elco 2,2μF 1 T350 2,2U 35 35 volt. Tantaal. (standaard elco van 10μF mag ook).
Tabel: 05
Tabel gemaakt door: Fred Eikelboom


Overbelastingsverschijnselen bij centrales en boosters

Binnenverlichting04.gif
Afbeelding: 05
Begrenzingsweerstand toegevoegd
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom
Onderdelenlijst
B1 Bruggelijkrichter C1 Elco 470 uF
R1a 100
R1 560 D1-D2 led wit of geel
Tabel: 06
Tabel gemaakt door: Fred Eikelboom


Als bij het inschakelen van de baanspanning een groot aantal rijtuigen met binnenverlichtingsschakelingen met elco's op de rails staan, kan het gebeuren dat de "overload"-beveiliging (=kortsluitbeveiliging) van de centrale of van een booster aanspreekt. Dit wordt veroorzaakt door de hoge laadstroom die optreedt omdat alle elco's nog ongeladen zijn. Het is dan raadzaam om bij alle gelijkrichter/elco-combinaties een weerstand van 100Ω 1/2 watt (zie: R1a in afbeelding 05) tussen de plus van de gelijkrichter en de plus van de elco te schakelen. Dit verlaagt de inschakelpiek aanzienlijk. Zijn er dan toch nog boosters waarbij de overload-beveiliging aanspreekt, dan moet de waarde van R1a tot bijv. 220Ω worden verhoogd. Maak de waarde van deze weerstand echter niet te hoog, want dan werkt de "antiknipper-werking" van de elco weer minder.


Led-strips

De uitvoeringen

Ledstrip1.gif
Afbeelding: 06
Diverse typen led-strips
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom

Led-strips zijn er in vijf hoofdvarianten:

  • de eenvoudigste uitvoering heeft alleen een gelijkrichter (zie fig. A);
  • een gelijkrichter en een spanningsregelaar (zie fig. B);
  • een gelijkrichter, een spanningsregelaar en de mogelijkheid de lichtsterkte te verminderen door een 0 ohm weerstand te vervangen door één van bijv. 220 ohm (zie fig. C);
  • een gelijkrichter, een spanningsregelaar en de mogelijkheid de lichtsterkte te regelen door een regelbare weerstand (=potentiometer) te verdraaien (zie fig. D);
  • een gelijkrichter, een spanningsregelaar, de mogelijkheid de lichtsterkte te regelen door een regelbare weerstand (=potentiometer) te verdraaien en tevens een buffer-elco om het knipperen van de leds tegen te gaan (zie fig. E).

Bij de versies 1 - 4 is het vaak nodig om een buffer-elco aan te brengen om het knipperen van de leds tegen te gaan. De plaats waar deze elco gemonteerd moet worden is altijd na de gelijkrichter en vóór een eventuele spanningsregelaar.

Let-op.jpg
  LET OP
Sluit nooit een elco vóór de gelijkrichter aan (op de wisselspanning) want dan is het vrijwel zeker dat de elco stuk gaat en in het ergste geval kan ook de led-strip defect raken!

Neem voor de elco een exemplaar met minimaal 35 volt werkspanning. De capaciteit moet minimaal 470 μF zijn. Hoe hoger, hoe langer de leds "nabranden". Soms past er geen grote elco in het rijtuig, plaats dan twee kleinere exemplaren parallel. Bijkomend voordeel van een hogere werkspanning is dat een elco met een hogere werkspanning een lagere lekstroom heeft.

Het aansluiten van een buffer-elco op een diodebrug

In een goede gebruiksaanwijzing, zoals bijv. van de firma DigiKeijs, staat aangegeven hoe en waar een eventuele buffer-elco op de led-strip aangesloten dient te worden. Staat er echter niets in de gebruiksaanwijzing, dan kan dat als volgt: kan dat

Ledstrip2.gif
Afbeelding: 07
Diverse gelijkrichters
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom

Indien een op de print te monteren elco te veel ruimte inneemt (zodat de led-strip niet goed meer in het rijtuig past), kan de extra elco met twee stukjes draad (minimaal 0,14 mm²) op een beter geschikte plaats worden gemonteerd. In veel gevallen is op deze manier de elco mooi te verbergen. Indien er een SMD-bruggelijkrichter gemonteerd is, dan hieronder verdergaan bij "SMD-bruggelijkrichter".)

Zoek eerst de plus- en min aansluitingen van de gelijkrichter op. Volg (bij afbeelding A of B) vanaf het punt AC (waar de aansluitdraden zitten naar de sleepcontacten) de printsporen (of geleiderbanen), die naar de gelijkrichter gaan. Op die punten zit één diode met de kathode (aangegeven door een streep, stip, of inkeping op de behuizing) naar dat punt toe zit en een andere diode met de kathode er vanaf. Op die punten mag absoluut geen elco worden aangesloten omdat op die punten wisselspanning staat!

Ook zitten er op één aansluitpunt twee diodes die met de kathodes vlak bij elkaar zitten. Dat punt is altijd de plus-aansluiting. Aan de andere kant zitten twee diodes waarvan de anodes vlak bij elkaar zitten. Dat is altijd de min-aansluiting. Verbind de led-strip met de digitale spanning en controleer met een multimeter of hier een gelijkspanning (meter op het DC-bereik instellen) van 16 tot 26 volt aanwezig is.

Verbreek daarna de verbinding met de digitale spanning. Monteer hierna de min-aansluiting van de buffer-elco aan de min van de gelijkrichter. De plusaansluiting van de buffer-elco komt aan de plus van de gelijkrichter.

SMD-bruggelijkrichter

Indien er op de led-strip een SMD-bruggelijkrichter aanwezig is (die inwendig ook uit vier diodes bestaat), dan is het vaak meteen duidelijk wat de plus en de min zijn, dit is op de behuizing aangegeven (zie afbeelding C).
Staat er niets op de behuizing, ga dan als volgt te werk: zoek eerst de plus- en min aansluitingen van de gelijkrichter op. Volg (zie afbeelding C) vanaf het punt AC (waar de aansluitdraden zitten naar de sleepcontacten) de printsporen (geleiderbanen) naar de SMD-bruggelijkrichter. Op die punten bij de gelijkrichter mag geen elco worden aangesloten, doe dat aan de andere twee aansluitingen. Verbind daarna de led-strip met de digitale spanning en controleer met een multimeter of hier een gelijkspanning van 16 tot 26 volt aanwezig is (multimeter op het DC-bereik instellen).
Verbreek daarna de verbinding met de digitale spanning. Monteer hierna de min-aansluiting van de buffer-elco aan de min van de gelijkrichter. De plusaansluiting van de buffer-elco komt aan de plus van de gelijkrichter.

Mocht er bij montage van de elco - direct op de print - te weinig ruimte zijn om de led-strip in een rijtuig te bouwen, dan kan de elco ook d.m.v. een paar stukjes soepel maar niet te dun montagedraad (0,25 mm2 of meer) met de led-strip verbinden.

Waarschuwing

Sluit nooit GoldCaps op de led-strip aan in plaats van een elco. Dit werkt gegarandeerd niet, omdat de werkspanning van een GoldCap in deze situatie te laag is ten opzichte van de voedingsspanning (na de gelijkrichter van de led-strip. De gangbare GoldCaps hebben een werkspanning van 5,5 volt. Dus wanneer de led-strip een voedingspanning nodig heeft die hoger is dan 5,5 volt, zijn GoldCaps niet bruikbaar.


Flexibele led-strips

Een andere mogelijkheid om leds-strips in rijtuigen te bouwen, is het gebruik maken van flexibele led-strips. Deze worden aangeboden op een rol. Met het aantal leds op zo een rol zit is een groot aantal rijtuigen van led-verlichting te voorzien. Op het forum staat aangegeven hoe dergelijke led-strips "van de rol" worden toegepast (zie hieronder). Even een waarschuwing. Zit op de (ingekorte) ledstrip geen gelijkrichter, dan mag deze niet op de digitale spanning aangesloten worden, anders krijgt de ledstrip een te hoge tegenspanning. In dat geval moet schakeling 05 (hierboven) toegepast worden. R1a wordt dan 220Ω R1 wordt dan 1K. Op de plaats van de leds (D1 en D2) komt dan de ledstrip.

Nieuwste generatie leds

Er zijn nu ook SMD-leds in de handel die nog maar 1 mA "forward current" nodig hebben, zogenaamde "Ultra-Low Current SMD-leds". In het Nederlands: "Ultra-lage stroom SMD-leds". Meer over Ultra-Low Current SMD-led.


Meer informatie

Encyclopedie:
Beneluxspoor.net:
over led-trips "van de rol".
over het gebruik van een stroombron bij leds.
Gebruiksaanwijzingen Digikeijs.
Externe websites:
Leverancier van leds, elco's en weerstanden.
Leverancier van leds, elco's en led-strips.
Gestopt
Leds met aangesoldeerde draden.
Informatie over de E-reeksen.



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 25 apr 2024 12:11 (CET)