Woorden - A: verschil tussen versies
Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
|
|
Regel 226: |
Regel 226: |
| |Term= Adapter | | |Term= Adapter |
| |Uitleg= 1. ([[Woorden - E#Elektronica|Elektronica]]); aanpassingseenheid (schakeling) die gebruikt kan worden als overgang tussen twee elektrische schakelingen.<br />2. (Elektrotechniek); een '''adapter''' of verloopstuk (tussensteker) is een hulpmiddel waarmee een verbinding kan worden gemaakt tussen twee delen die niet zonder meer aan elkaar passen.<br />3. (Elektrotechniek); net-adapter (ook AC-adapter). Apparaat dat van de netspanning (230V<big>~</big>) (d.m.v. een [[Elektronica basis#De transformator|transformator]] of elektronisch) een lagere spanning (bijvoorbeeld 12 V<big>~</big> [[#AC.|AC]]) maakt. [[Verklarende woordenlijst#Bronnen|(3)]] | | |Uitleg= 1. ([[Woorden - E#Elektronica|Elektronica]]); aanpassingseenheid (schakeling) die gebruikt kan worden als overgang tussen twee elektrische schakelingen.<br />2. (Elektrotechniek); een '''adapter''' of verloopstuk (tussensteker) is een hulpmiddel waarmee een verbinding kan worden gemaakt tussen twee delen die niet zonder meer aan elkaar passen.<br />3. (Elektrotechniek); net-adapter (ook AC-adapter). Apparaat dat van de netspanning (230V<big>~</big>) (d.m.v. een [[Elektronica basis#De transformator|transformator]] of elektronisch) een lagere spanning (bijvoorbeeld 12 V<big>~</big> [[#AC.|AC]]) maakt. [[Verklarende woordenlijst#Bronnen|(3)]] |
| + | }} |
| + | {{Woord |
| + | |Term= Ader |
| + | |Uitleg= (Elektrotechniek); een '''ader''' is de benaming van een elektrisch geleidende streng getwijnde (getwiste) draden (meestal van koper) in een isolerende mantel die deel uitmaakt van een soepele [[Woorden - S#Snoer|snoer]] met één- of meer aders. |
| }} | | }} |
| {{Woord | | {{Woord |
Regel 274: |
Regel 278: |
| |Term= Afspangewicht | | |Term= Afspangewicht |
| |Uitleg= Groot[[Woorden - S#Spoor|spoor]]; het '''afspangewicht''' hangt d.m.v. een katrol (zie afb. 01 in [[Afspaninrichtingen in DIN en DLO]]) aan het eind van een bovenleidingsectie en is onderdeel van de bovenleiding-afspanning. Doordat de katrol uit een groot en een klein wiel bestaat en het gewicht aan het grote wiel hangt, én de bovenleiding aan het kleine wiel gemonteerd is, zal de trekkracht aan de bovenleiding vergroot worden. Met de gewichten aan begin en aan het eind van een bovenleidingssectie (lengte van een sectie ca. 1500 meter) wordt het uitzetten of krimpen van de koperen rijdraden opgevangen, zodat de bovenleiding altijd strak gespannen is. | | |Uitleg= Groot[[Woorden - S#Spoor|spoor]]; het '''afspangewicht''' hangt d.m.v. een katrol (zie afb. 01 in [[Afspaninrichtingen in DIN en DLO]]) aan het eind van een bovenleidingsectie en is onderdeel van de bovenleiding-afspanning. Doordat de katrol uit een groot en een klein wiel bestaat en het gewicht aan het grote wiel hangt, én de bovenleiding aan het kleine wiel gemonteerd is, zal de trekkracht aan de bovenleiding vergroot worden. Met de gewichten aan begin en aan het eind van een bovenleidingssectie (lengte van een sectie ca. 1500 meter) wordt het uitzetten of krimpen van de koperen rijdraden opgevangen, zodat de bovenleiding altijd strak gespannen is. |
| + | }} |
| + | {{Woord |
| + | |Term= Afspaninrichting |
| + | |Uitleg= Een '''afspaninrichting''' wordt gebruikt om de lengteverandering in bovenleidingen op te vangen. Deze veranderingen treden hoofdzakelijk op door het inkrimpen en uitzetten van het koper door temperatuurwisselingen. Meestal wordt hiervoor gebruikgemaakt van betonblokken die op een spie gestapeld worden. Deze spieën worden dan langs katrollen aan weerszijden van een sectie gehangen. [[Verklarende woordenlijst#Bronnen|(3)]] [https://nl.wikipedia.org/wiki/Afspaninrichting Meer over afspaninrichting]. Zie ook: artikel [[Afspaninrichtingen in DIN en DLO|Afspaninrichtingen in DIN en DLO]]. |
| }} | | }} |
| {{Woord | | {{Woord |
Regel 461: |
Regel 469: |
| |- valign= "top" | | |- valign= "top" |
| ! scope= "row" width="70%" | | | ! scope= "row" width="70%" | |
− | | <small>Laatste wijziging: 1 dec 2024 10:27 (CET)</small> | + | | <small>Laatste wijziging: 9 dec 2024 10:14 (CET)</small> |
| |} | | |} |
| [[Categorie: Afkortingen|A]] | | [[Categorie: Afkortingen|A]] |
Versie van 9 dec 2024 om 11:14
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net - Update door Fred Eikelboom
Woord of afkorting: Zoeken op deze pagina: CTRL + F.
à vue
(België, <Fr.): op zicht; "marche à vue:" op zicht rijden. (1)
|
A.
Aanduiding voor 1e klas, vgl. B, C, D; een A: een eerste-klas rijtuig of wagen. (1)
|
A-sein
Aanduiding voor het lichtsein (de frontverlichting) van een railvoertuig (bijv. een loc of treinstel). Dit lichtsein bestaat uit twee laag geplaatste lampen met daartussen een hoger geplaatste lamp. Deze drie lampen zijn dus geplaatst in de vorm van een A. Zie ook het artikel Inbouwen L- en sluitseinen in Roco 2400.
|
A.T.O.
ABRI.
Een "ABRI" of wachthuisje is een kleine, niet afgesloten wachtruimte die beschutting biedt tegen weer en wind. Abri's zijn vooral te vinden in het openbaar vervoer, zoals bij een bushalte, een tramhalte, op een busstation of spoorwegstation. Het woord "ABRI" is ontleend aan het Frans en komt van het werkwoord "abriter" hetgeen "beschutten" betekent. (3) Meer over ABRI.
|
ABV.
(Duits); ABV is de afkortng van "Anfahr- und Bremsverzögerung", in het Engels "Starting and Braking Delay". Dit betreft CV3 (voor optrekken) en CV4 (voor afremmen).
|
AC.
Afkorting van Alternating Current. Dit is de Engelse aanduiding voor wisselspanning. De spanning wisselt 50 keer per seconde van polariteit. In Amerika wisselt de spanning 60 keer per seconde van polariteit.
|
ADOB.
AHOB.
Automatische Halve OverwegBomen. (2)
|
AKI.
AKLI.
Automatische KnipperLamp Installatie. De voorloper van de AKI. Werd geplaatst vanaf 1929. Zie: Overwegen grootspoor.
|
AKO.
Amsterdamsche Kiosk Onderneming. Voormalig nevenbedrijf van Nederlandse Spoorwegen. Opgericht in 1889. Meer over AKO (3)
|
ALI.
Automatische LichtInstallatie. (was eerst Avio).
|
ALI-B.
Automatische LichtIinstallatie met Bomen.
|
AMM.
Analoge Multi Meter. Universeel meetapparaat om onder andere spanningen, stromen en weerstanden te kunnen meten.
|
AOB.
Automatische OverpadBoominstallatie. (2)
|
ARI.
Automatische RijwegInstelling. Een deelsysteem van VPT Procesleiding Rijwegen.(3) Zie ook: VPT.
|
ASB.
Anti Slip Bandjes. Dit zijn platte rubber bandjes, die in een groef rondom, om de aangedreven wielen van een modelloc gemonteerd kunnen zijn. Deze bandjes voorkomen het doorslippen van de aangedreven wielen.
|
ATB-EG.
Automatische TreinBeïnvloeding - Eerste Generatie. Veiligheidsysteem dat ingrijpt op het moment dat een machinist de snelheidsbeperking negeert. Meer over ATB EG. (3)
|
ATB-VV.
Automatische TreinBeïnvloeding - Verbeterde Versie. Aanvulling op ATB EG. Zorgt er voor dat ook bij snelheden onder de 40 km/uur gestopt wordt bij een rood sein passage (STS). Meer over ATB VV. (3)
|
ATB-NG.
Automatische TreinBeïnvloeding - Nieuwe Generatie. Nederlands beveiligingssysteem ter vervanging van de huidige generatie ATB (medio 2010). Meer over ATB NG. (2)
|
ATB-NG-Baken
AVIO.
Automatische Verkeerslichten Installatie Overwegen (is veranderd in ALI).
|
AVR.
Aanbodmodel
Een aanbodmodel geeft het aanbod van treindiensten weer, in termen van snelheid, stopplaatsen, frequentie en aansluitingen. (2)
|
Aanjager
Onderdeel van een stoomlocomotief. Tot een ring gebogen pijp, die bovenaan de exhaustor is aangebracht. Aan de bovenkant zijn gaatjes aangebracht, waar droge stoom uit de ketel doorheen geblazen kan worden. Deze stoom stijgt op en verdwijnt door de schoorsteen de buitenlucht in, waardoor een onderdruk in de rookkast ontstaat. Dat veroorzaakt een geforceerde trek. De aanjager hoeft niet gebruikt te worden tijdens het rijden met geopende regulateur, want dan zorgt de afgewerkte stoom uit de cilinders al voor de geforceerde trek. Doel van de aanjager is dus het vuur aan te jagen, waardoor het beter gaat branden. Alternatieve benamingen zijn: "blazer, blaaskraan, pieper." (1)
|
Aanleggen
Vuur aanleggen: het vuur in de vuurkist maken, d.w.z. het rooster met "verse" kolen volgooien. Daarbij is het belangrijk, dat het vuur ook goed brandt. Dit is per locomotief verschillend: moet je een dikke laag kolen op het roosterbed gooien, of juist een dunne kachel maken, een bult onder de deur of achter in de hoeken van de vuurkist. Ook genoemd: "het vuur opzetten." (1)
|
Aanpikken
Aanpikken is het aanhaken (van de koppeling). (1)
|
Aanpikkerateur
Ietwat spottende benaming voor een rangeerder, die de koppeling van een wagen vasthaakt, aanpikt aan de volgende koppeling. (1)
|
Aanrijden
Wanneer een overweg "in storing ligt" krijgen machinisten een aanwijzing om langzaam te rijden om ongelukken te voorkomen. Ze moeten dan langzaam- en claxonnerend over de overweg rijden. Dit noemt men "een overweg aanrijden".
|
Aanslagrail
Rail, met enige tussenruimte aangebracht, naast een stuk rail dat tegenover het puntstuk in een wissel ligt. De aanslagrail dient om het wiel aan een as zodanig te geleiden dat het andere wiel aan diezelfde as niet op het puntstuk ontspoort, of anderszins verkeerd loopt. Andere benamingen: "aanslagtong, contrarail, strijkregel". (1) Zie het artikel Basisvormen.
|
Aanslagtong
Aansluiten
"Wagens aansluiten, een trein aansluiten:" de wagens op één spoor, die een eindje van elkaar af staan, tegen elkaar duwen. Dit is vooral nodig bij wagens die na het heuvelen op een spoor terecht gekomen zijn en op afstand van andere wagens zijn komen te staan. Dat wordt bijvoorbeeld veroorzaakt door te vroegtijdig sloffen of door stotend tegen een andere wagen aan te komen (waardoor de verende buffers de wagen 'terugduwen'.) (1)
|
Aansluiting
1. aaneenpassing, onmiddellijke opeenvolging van treinen op elkaar: "de aansluiting laat te wensen over". 2. punt of plaats waar twee baanvakken samenkomen; zie ook: splitsing. (1)
|
Aansteken
(België): "De locomotief aansteken:" vuur maken in de vuurkist. (1)
|
Aanwijzing
Vroeger heette dat "lastgeving": de machinist moet tijdig kunnen stoppen voor elk gevaar. Overwegen etc. mogen maximaal met 10 km/u worden genaderd. Deze aanwijzing wordt vaak opgelegd bij ongelukken en storingen, maar kan ook door het sein "knipperend geel" worden opgelegd voor rangeerbewegingen. Meer over aanwijzing. Zie ook rijden op zicht.
|
Aanzetklep
Klep waarmee verse stoom kan worden toegelaten in de lage-druk cilinder van een compoundlocomotief. De lage-druk-cilinder werkt normaal op de uitlaatstoom van de hoge-druk-cilinder. Als extra vermogen vereist is, vooral bij het "aanzetten", wordt de aanzetklep geopend (de aanzetklep is dus een klep-voor-bij-het-aanzetten). (1)
|
Aanzetten
Beginnen te trekken; beginnen op te trekken, weg te rijden; "het aanzetten met een zware trein". (1)
|
Aanzettijd
De tijd die benodigd is om vanuit stilstand een gespecificeerde snelheid te bereiken. (2)
|
Aarde/Aarding
Elektrotechniek; Aarding is het geleidend ("galvanisch") verbinden van een object met aarde. De aarde kan als een geleider van praktisch onbeperkte capaciteit worden gezien. De randaarde zorgt ervoor dat, wanneer er een defect aan een apparaat (bijv. een wasmachine) ontstaat, dit apparaat zelf niet onder spanning komt te staan. De aarde-aansluiting geleidt de spanning/stroom naar het aardpunt in huis en via die weg de grond in. (3) Meer over aarding.
|
Aardelektrode
(Elektrotechniek); een aardelektrode is onderdeel van elektrische (huis)installaties (bestaat meestal uit een aardpen in de kruipruimte) die met de aardeaansluiting in de meterkast en de (huis)installatie verbonden is. Dit is voorgeschreven in NEN1010. Dit gebeurt ook in de elektrische centrale. Zo staan alle individuele installaties via de aarde met elkaar in contact, en dat voorkomt dat er gevaarlijke spanningen kunnen optreden tussen verschillende installaties onderling. (3) Meer over aardelektrode.
|
Aardlekschakelaar
(Elektrotechniek); Een aardlekschakelaar (afgekort ALS), ook wel verliesstroomschakelaar, differentieelschakelaar of aardwachter genoemd, is een automatisch werkende schakelaar die een elektrische installatie spanningsloos maakt, zodra een lekstroom vanaf een bepaalde grootte (ca 30 mA) optreedt. In veel huis- en kantoorinstallaties bevinden zich in de groepenkast één- of meer aardlekschakelaars. (3) Meer over de aardlekschakelaar.
|
Aardlus
Audiotechniek; een aardlus kan ontstaan als apparaten in een audio installatie via verschillende wegen geaard zijn. Meestal is dat geen probleem, maar soms gaan er vereffeningsstromen lopen in de signaalkabels, die tot hoorbare problemen leiden. Meestal is dan een gebrom, gezoem of ratelend geluid hoorbaar.(3)
|
Aardpen
(Elektrotechniek); Aardpen is een andere benaming voor een aardelektrode.
|
Acculoc
Accu-pool
Elektrotechniek. De positieve of negatieve pool van een accu. Zie ook: Polariteit.
|
Aceton
Aceton (ook bekend onder de namen dimethylketon, DMK en propanon) is een kleurloze vloeistof die veel als oplosmiddel wordt gebruikt (onder andere nagellakverwijderaar in het dagelijks leven). Aceton is een vluchtige en brandbare vloeistof. (3)
|
Achteneenhalvers
Bijnaam van de locomotieven van de serie NS 801-826, die een stoomspanning (stoomdruk) van ruim 8½ atmosfeer hadden. (1)
|
Achterinleggen
Ganghandel achterin leggen. (1)
|
Achterspan
Tussenspan, loc die achter de voorspanloc gespannen wordt. (1)
|
Acknowledged
Engels voor "bevestigd" of "begrepen".
|
Acrylglas
Acrylverf
Acrylverf of polymeerverf is een sneldrogende verf die bestaat uit een kleurend pigment met een bindmiddel van kunststof polymeerhars uit de acrylgroep. (3) Meer over acrylverf.
|
Actuator
Een actuator is een toestel of apparaat dat invloed kan uitoefenen op zijn omgeving. (3) Meer over actuator.
|
Adapter
1. (Elektronica); aanpassingseenheid (schakeling) die gebruikt kan worden als overgang tussen twee elektrische schakelingen. 2. (Elektrotechniek); een adapter of verloopstuk (tussensteker) is een hulpmiddel waarmee een verbinding kan worden gemaakt tussen twee delen die niet zonder meer aan elkaar passen. 3. (Elektrotechniek); net-adapter (ook AC-adapter). Apparaat dat van de netspanning (230V~) (d.m.v. een transformator of elektronisch) een lagere spanning (bijvoorbeeld 12 V~ AC) maakt. (3)
|
Ader
(Elektrotechniek); een ader is de benaming van een elektrisch geleidende streng getwijnde (getwiste) draden (meestal van koper) in een isolerende mantel die deel uitmaakt van een soepele snoer met één- of meer aders.
|
Adres
Het nummer van de locdecoder. Dit nummer kan een kort adres zijn (0-99 in CV1), of een lang adres (0000-9999 in CV17 en CV18) Zie: Inleiding decoders.
|
Afblazen
1. "stoom afblazen:" door de veiligheid laten ontsnappen. 2. "de ketel afblazen:" reinigen door er het vuile water, door het drukken of blazen van de stoom, uit te drijven; ook: "een ketel(tje) water afblazen, een pijpje water afblazen:" (vuil water moet uit de ketel om ketelsteen en opkoken te voorkomen) ook: "afspuiten. 3. "de loc afblazen of de cilinders afblazen:" reinigen door er het condenswater m.b.v. de stoomdruk in de cilinder uit te drijven; 4. "ik moet even stoom afblazen:" ik moet even plassen. (1)
|
Afbuigend
Aftakkend, kromliggend. (1)
|
Afdekken
"Een trein afdekken;" een op een baanvak niet volgens dienstregeling tot stilstand gekomen trein beveiligen tegen aankomende andere treinen door achter aan of bij de trein seinen te plaatsen: een rode vlag, een gele vlag, en knalseinen. (1)
|
Afgewerkte stoom
De stoom die uit de uitlaatzijde van de cilinder komt. Deze stoom kan of vrij naar de buitenlucht afgegeven worden, of via de exhaustor geleid worden, en verdwijnt dan via de schoorsteen van de locomotief.
|
Afklappen
Het omhoogklappen van de bakschuif, tegen de stoomdruk in, wanneer zich water in de cilinder bevindt (bij waterslag); het niet samendrukbare water ontsnapt via de aan de bakschuif ontstane opening; op deze wijze is er een soort cilinderveiligheidsklep. (1)
|
Afkoppelen
Het afkoppelen van een railvoertuig, het verbreken van een koppeling tussen twee voertuigen.
|
Afremmen
Het remmen (snelheid verminderen) van een trein. (1)
|
Afremvertraging
Afrijden
Afschakelend wissel
(Modelspoor). Bij een elektrisch aangedreven wissel wordt door het heen en weer bewegende anker een eindschakelaar bediend. Daardoor wordt de stroom door de bekrachtigingsspoel onderbroken, nadat het wissel "omgegooid" is. Dat voorkomt het doorbranden van de bekrachtigingsspoel.
|
Afspangewicht
Grootspoor; het afspangewicht hangt d.m.v. een katrol (zie afb. 01 in Afspaninrichtingen in DIN en DLO) aan het eind van een bovenleidingsectie en is onderdeel van de bovenleiding-afspanning. Doordat de katrol uit een groot en een klein wiel bestaat en het gewicht aan het grote wiel hangt, én de bovenleiding aan het kleine wiel gemonteerd is, zal de trekkracht aan de bovenleiding vergroot worden. Met de gewichten aan begin en aan het eind van een bovenleidingssectie (lengte van een sectie ca. 1500 meter) wordt het uitzetten of krimpen van de koperen rijdraden opgevangen, zodat de bovenleiding altijd strak gespannen is.
|
Afspaninrichting
Een afspaninrichting wordt gebruikt om de lengteverandering in bovenleidingen op te vangen. Deze veranderingen treden hoofdzakelijk op door het inkrimpen en uitzetten van het koper door temperatuurwisselingen. Meestal wordt hiervoor gebruikgemaakt van betonblokken die op een spie gestapeld worden. Deze spieën worden dan langs katrollen aan weerszijden van een sectie gehangen. (3) Meer over afspaninrichting. Zie ook: artikel Afspaninrichtingen in DIN en DLO.
|
Afspuiten
"Ketel afspuiten:" zie: Ketel; "afblazen"; spuiten is hier het onder hoge druk spuitend naar buiten komen van het water. (1)
|
Afstoten
(Spoorjargon); afstoten is het duwen van een railvoertuig dat niet is gekoppeld. De locomotief stopt indien de snelheid van het voertuig voldoende is. Het voertuig rijdt dan alleen verder en wordt tot stilstand gebracht door een remschoen, een handrem bediend door een rangeerder op het voertuig of door tegen een stilstaand voertuig te rijden. (3) Meer over afstoten.
|
Aftakken
Een ander spoor oprijden, via een kromliggend wissel; ook "opzij gaan"; tevens de benaming van het seinbeeld dat dit aftakken aankondigt. (1)
|
Aftakking
Aftakkingssein
Een aftakkingssein dient ter beveiliging van een splitsing, dus waar het spoor zich via wissels splitst in twee of meer sporen. Toen er nog armseinen werden gebruikt, was een vertakkingssein herkenbaar aan het zwaluwstaartvormig uiteinde.
|
Aftrappen
Een gedeelte van een trein, bestaande uit elektrische of dieseltreinen, afkoppelen. Dat gebeurt door de automatische koppeling in een bepaalde 'ontkoppelstand' te zetten en één van de treindelen achteruit te laten rijden. Deze uitdrukking wordt alleen gebruikt bij "treinstellen", die voorzien zijn van een automatische koppeling. Wellicht denkt men zowel aan het "trapsgewijs" opgebouwd zijn van de trein als aan "wegtrappen". Men kan ook denken aan het "aftrappedaal" in de cabine, waarop krachtig met de voet gedrukt moet worden om te ontkoppelen. (1)
|
Afvallen
(Elektrotechniek); Het afvallen van een relais is het moment dat de spoelspanning van het relais uitgeschakeld wordt, en het relais naar zijn ruststand terugkeert, ofwel "het relais verbreekt". Meer over relais.
|
Afvlakken
Afzakken
In stoomspanning dalen; "de locs zakken te veel af:" krijgen een te lage stoomspanning. (1)
|
Airbrush
Een airbrusch (in het Nederlands: "luchtkwast") is een kleine, op basis van lucht werkende verfspuit die verschillende inkt- en verfsoorten kan verwerken. (3) Meer over airbrush.
|
Allan & Co
Alpaca
Alpaca is een zilverkleurige metaallegering van koper, zink en nikkel. Het wordt dikwijls "nieuwzilver" genoemd. Het wordt bij het modelspoor gebruikt voor de rails en de bovenleiding. (3) Meer over alpaca.
|
Aluminium
Aluminium' is een scheikundig element met symbool Al en atoomnummer 13. Het is een zilverwit hoofdgroepmetaal. De naam is afgeleid van het Latijnse woord "alumen" dat aluin betekent. (3) Meer over aluminium .
|
Amerikaan
Bijnaam van de locomotieven die in de tweede wereldoorlog met het Amerikaanse leger meekwamen. (1)
|
Ammonia
(Chemie); ammonia (ook wel: "ammoniumhydroxide" of "salmiakgeest" genaamd) is een oplossing van het gas "ammoniak" in water. In symbolen: NH3 (aq). De oplossing is een matig sterke base, die in het huishouden als schoonmaakmiddel gebruikt wordt, bijvoorbeeld om oude verf voor te behandelen zodat eroverheen kan worden geschilderd. (3) Meer over ammonia.
|
Ammoniakwater
(Chemie); Ammoniakwater of "gaswater" is een bijproduct dat vrijkomt bij de reiniging van steenkoolgas in een gasfabriek. Op de droge destillatie van 1000 kg steenkool kwam ongeveer 100 liter ammoniakwater vrij. Dit ontstond doordat het gas door gaswassers werd geleid, waarbij het met water werd besproeid, waarin het ammoniak oploste. (3) Meer over amoniakwater.
|
Analoog
Bij modelspoor de conventionele manier van het besturen van een modelbaan met trafo en schakelbare railsecties. Meer over Analoge baanbesturing.
|
Andreaskruis
Markering bij een spoorwegovergang. Er zijn twee varianten van het andreaskruis: een enkel kruis bij een enkelspoorslijn, een dubbel kruis indien er twee of meer sporen worden gekruisd.
|
Anker
1. (Elektrotechniek); dit is het draaiende deel van een elektromotor. Ook "rotor" genaamd. (3) Meer over rotor. 2. (Modelspoor); het bewegende weekijzeren gedeelte van een bekrachtigingsspoel van een elektrische wisselaandrijving.
|
Anode
De anode (Grieks: άνοδος, weg omhoog, opgang) in een elektrisch of elektronisch apparaat of component is de pool of elektrode van waaruit de elektrische stroom het apparaat of de component binnenstroomt. De tegengestelde pool wordt de kathode genoemd en is dus de pool of elektrode waar de elektrische stroom het apparaat of de component verlaat. (3) Meer over anode.
|
Antislipbandjes
Anti-parallel
Elektronica; benaming voor het met tegengestelde polariteit aansluiten van componenten. Denk bijvoorbeeld aan twee diodes, twee elco's of twee leds. Knipper-leds mogen nooit anti-parallel aangesloten worden, vanwege de zeer lage "Reverse Voltage" (=de tegengestelde c.q. omgepoolde spanning), anders raken ze meteen defect!
|
Anti statisch
Anti statisch betekent: voorkomt het opbouwen van statische elektriciteit. Zie ook ESD.
|
Arboregeling
De Arbeidsomstandighedenregeling (of kortweg Arboregeling) maakt deel uit van de Nederlandse Arbeidsomstandighedenwetgeving. In de Arboregeling staat de uitwerking van sommige onderdelen uit het Arbeidsomstandighedenbesluit. (3) Meer over Arboregeling.
|
Architectenkarton
Schuimkarton. Polyurethaanschuim of polystyreenschuim in plaatvorm, voorzien van een één- of tweezijdige papieren buitenlaag (zie het artikel: Werken met papier en karton.
|
Arduino
Arduino is een opensource-microcontrollerplatform dat is opgebouwd rond de ATmega168-microcontroller van de firma Atmel en het softwareontwikkelplatform 'Processing'. Dit platform is bedoeld voor hobbyisten, en iedereen die geïnteresseerd is in het maken en ontwerpen van slimme en creatieve objecten die kunnen reageren op hun omgeving. (8)
|
Arm
1. Koppelstang aan locomotiefdrijfwerk. 2. Deel van een armsein, dat kan bewegen. 3. (België) "Machinist met een sterke arm:" machinist die de regulateur te snel en te ver open zet, waardoor de locomotief gaat doorslaan. Ook wordt de Franse uitdrukking gebruikt: "bras fort" om aan te geven dat de regulateur te sterk opengezet wordt, wat met de hand gebeurt, en dus met de arm. (1)
|
Armatuur
Een armatuur is een draagconstructie met lamphouder(s), voor een of meer lichtbronnen (van het Latijn armatura = bewapening, uitrusting; arma = wapen). In de volksmond wordt zowel de armatuur, de lichtbron, of het samenstel ervan, veelal een "lamp" genoemd. (3) Meer over armatuur.
|
Armen en benen
Bijnaam van de locomotieven van de serie NS 1301-1497 en 2900, die een zichtbare koppelstang hadden, die tijdens het rijden het beeld geeft van een bewegende arm; grote "groenen", natte "boog". (1)
|
Armsein
1. Door beweging van één of meer armen gegeven sein. 2. De seinpaal met die mechanische arm(en); 's nacht zijn deze armen niet te zien; dan brandt er een lantaarn achter een in de arm aangebracht gekleurd glas. Meerdere van deze glazen zijn in de arm aangebracht. Komt de arm in een andere seinstand, dan komt er een andere kleur glas voor de lantaarn, zo wordt het armsein 's nachts gebruikt als lichtsein. (1)
|
Aromaat
Een aromatische verbinding of aromaat is in de scheikunde een organische verbinding die voldoet aan de regel van Hückel. Die zegt dat een verbinding aromatisch is als die boven en onder het molecuul een cyclische wolk van gedelokaliseerde π-elektronen (elektronen in een p-orbitaal) heeft en het aantal gedelokaliseerde π-elektronen 4n + 2 is. (n = 0, 1, 2, ... ). Een belangrijk kenmerk van aromatische verbindingen is het feit dat alle atomen in één plat vlak liggen. (3)
|
As
1. Staafvormig voorwerp waarom of waarmee iets ronddraait, in ’t bijzonder de meestal ijzeren stang waaraan de wielen van een wagen zijn bevestigd. Men spreekt bij opgave van lengte en zwaarte van de trein niet van het aantal wagens, maar van het aantal assen. Een trein van "120 assen" is dan een trein van 60 twee-assige wagens. (1) 2. Overblijfsel na verbranding van kolen, turf of hout.
|
Asbak
Bak onder de vuurkist waarin slakken en as terechtkomen en verzameld worden; "de asbak trekken:" de asbak leeghalen. (1)
|
Asindeling
Onder asindeling wordt verstaan de verdeling van aangedreven en niet-aangedreven assen van een railvoertuig zoals een locomotief of treinstel. Voor deze verdeling bestaan verschillende notaties; 1. UIC-notatie. Om aan te geven hoe de aandrijving van een krachtvoertuig over de wielstellen is verdeeld, wordt de UIC-notatie gebruikt. Dit UIC-nummer is later vervangen door het Europese Voertuig Nummer (EVN). Een combinatie van in een (draaistel)frame ondergebrachte aangedreven wielstellen wordt aangegeven met een hoofdletter (A voor 1 aangedreven as, B voor 2 aangedreven assen etc.). Zijn deze assen afzonderlijk aangedreven, dan wordt de hoofdletter met een 'o' aangevuld. Niet aangedreven wielstellen (loopassen) worden aangegeven met een cijfer. Zijn de wielstellen in een "draaistel" ondergebracht, dan wordt een apostrof toegevoegd. Met een + wordt aangeduid dat het krachtvoertuig uit meer dan 1 deel bestaat. 2. Whyte-notatie. 3. Zwitserse notatie. (3) Meer over Asindeling.
|
Asopstelling
De configuratie van de assen van een loc waarin aangegeven is welke assen zijn aangedreven, het aantal draaistellen en het aantal assen per draaistel. Zie ook: Asindeling.
|
Aspect
(Engels); Aspect betekent "seinbeeld". Een "multi-aspects"-sein kan meerdere seinbeelden tonen.
|
Aspot
Onderdeel van de wielophanging waarin het uiteinde van een as gelagerd is, zodat de as kan draaien. De aspot is d.m.v. een veerconstructie verbonden met het railvoertuig.
|
Asthon flapveiligheid
Atmel
Atmel Corporation. Dit is een Amerikaanse ontwerper en fabrikant van halfgeleiders, opgericht in 1984. Het bedrijf richt zich voornamelijk op "embedded systems" die rond microcontrollers gebouwd worden. Ze produceren o.a. de 8-bit AVR en 32-bit AVR. De benaming AVR zou komen van "Alf (Egil Bogen) and Vegard (Wollan)'s RISC processor". Atmel AVR's kunnen ook aangetroffen worden in decoders voor modelspoor. Zie ook PIC. Meer over Microcontroller.
|
Austerity
Bijnaam van de Engelse oorlogslocomotieven, die zo sober mogelijk gebouwd waren in verband met de materiaalschaarste in de tweede Wereldoorlog. Austerity is een Engels woord dat "soberheid" betekent. (1)
|
Austrotherm
Autobus
Een autobus is een motorvoertuig dat geschikt is voor het vervoer van personen. Binnen de EU wordt een autobus volgens richtlijn 70/156/EWG aanhangsel 1 gedefinieerd als zijnde ingericht voor meer dan acht personen, de bestuurder niet meegerekend. (3) Meer over autobus.
|
AutoCAD
Computerprogramma voor het maken van technische tekeningen.
|
Aux
(Eng.) Aux is de afkorting van Auxiliary, ofwel reserve- of hulpaansluiting. Zie ook: Inleiding decoders.
|
Gerelateerde termen: aardlek, aardlekschakelaar
|
Laatste wijziging: 9 dec 2024 10:14 (CET)
|
|