Persoonlijke instellingen

Woorden - H

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net - Update door Fred Eikelboom


Zoeken op deze pagina: CTRL + F.

Woord of afkorting:

H.

(ash) (België): de hoofdletter H. Officiële aanduiding voor spoorwegzaken. Enkele voorbeelden: HL. = locomotief. Hle = elektrische locomotief. Hld = diesellocomotief. Hlr = rangeerlocomotief (de "l" staat dus voor locomotief). "Ht" = tender. "Hkv" = reizigerstrein. "Hkm" = goederentrein. "Kkt" = troepentrein (de "k" staat voor trein). (1)

H.-B.-B.-rijden

zie: "Huisje-boompje-beestje-rijden".

H.O.H.

Ook h.o.h. Afkorting van hart-op-hart. Het is de afstand tussen het middelpunt (het hart) van bijvoorbeeld een kolom en het middelpunt (het hart) van een andere kolom. Door een afstand in hart tot hartlijn uit te drukken, kunnen geen fouten worden gemaakt met het opmeten van afstanden tussen kolommen met verschillende diameters en ontstaan er ook geen misverstanden. (3) (zie ook Hartlijn). Meer over H.O.H..

H.IJ.S.M.

Hollandsche IJzeren Spoorweg Maatschappij, later algemeen HSM (Hollandsche Spoorweg Maatschappij) genoemd, één der maatschappijen van vóór de fusie tot de NS. (1) Meer over H.IJ.S.M.

H.S.M.

HSM. Zie: "H.IJ.S.M."

HAHOB.

HalfAutomatische Halve Overwegbomen.

Haki.

Half-Automatische Knipperlicht Installatie.

HALI.

Half Automatische Licht Installatie.

HALI-B.

Half Automatische Licht Installatie met Bomen. Dit zijn half-automatische lichtinstallaties met (spoor)bomen. Half-automatisch betekent dat de machinist voor de overweg stopt en met een druk op de knop de overweg activeert zodat de trein veilig kan passeren.

HAVIO.

Half-Automatische VerkeerslichtInstallatie voor Overwegen. (2) Nieuwe benaming is: HALI.

HAWA.

Hannoversche Waggonfabrik A.G., Hannover-Linden. Voormalig Duitse rijtuigenbouwer. (3) Meer over HAWA. (Duits)

HBHOB.

Handbediende Halve OverwegBomen.

HBKI.

Handbediende Knipperlichtinstallatie.

Hc.

"Hoofdconducteur". Benaming, uitgesproken als hasee, voor de hoofdconducteur. Hc is de afkorting van dit woord. (1) Meer over Conducteur.

"Hc. ATB".

Een regelmatig voorkomend zinnetje van de machinist via de boordomroep, als er een ATB-remming heeft plaatsgevonden. Hierdoor weet de HC dat de ATB een noodstop veroorzaakt heeft, en dat de snelremming niet veroorzaakt werd doordat er iemand aan de noodrem had getrokken.

HGB.

HoofdGeBouw. In Utrecht staan de Hoofdgebouwen van de NS, deze hebben een Romeinse nummering, dus bijv. HGB II.

Hcd.

Oude afkorting van "Hoofdconducteur". Zie: Hc.

HEXFET.

Zie MOSFET.

HIJSM.

"H.IJ.S.M."

HSL.

Afkorting van Hoge Snelheids Lijn. Zie: "Hogesnelheidslijn".

HSM.

Zie: "H.IJ.S.M."

HST.

Afkorting van Hogesnelheidstrein.

HST. VEM.

Hoge Snelheids Trein Vervoers Exploitatie Maatschappij.

H.W.T.K.

Afkorting van Hoofdwerktuigkundige. (1)

HWTK.

Zie: H.W.T.K.. (1)

Hz.

Zie: Hertz.

hfe.

(Elektronica); aanduiding voor de AC-versterkingsfactor van bi-polaire transistoren. De "h" is de afkorting van het Engelse "hybrid" (Nederlands: hybride), "f" is de afkorting van "forward" en "e" betekent common Emitter. De AC-versterkingsfaktor (hfe) is frequentieafhankelijk.

hFE.

(Elektronica); aanduiding voor de DC-versterkingsfactor van bi-polaire transistoren. De "h" is de afkorting van het Engelse "hybrid" (Nederlands: hybride), "F" is de afkorting van forward en "E" betekent common Emitter. De versterkingsfaktor (hFE) is dus de gelijkstroomversterkingsfactor.

Hz.

De Hertz (symbool: Hz) is de afgeleide SI-eenheid van frequentie. De Hertz wordt gebruikt bij periodieke (zich herhalende) verschijnselen. 1 Hz komt daarbij overeen met een periode van 1 seconde. (3) Meer over Hertz.

HZ.

Europese afkorting voor schaal Half Z. Is in Japan geïntroduceerd en wordt daar schaal T genoemd.

Haak

Tweetand, die de vorm van een hoekige haak heeft; "korte-" en "lange haak". (1)

Haarlem-Zandvoorters

Bijnaam van de locomotieven van de serie HSM 7600, die in dienst gesteld waren bij de Haarlem-Zandvoort Spoorweg Maatschappij. (1)

Haarlemmermeertje

Bijnaam van de locomotieven van de serie NS 7700, die vóór de eerste wereldoorlog veel dienst gedaan hadden op de Haarlemmermeerspoorlijn, toen nog onder nummers HSM 1005-1048 (1)

"Had je me maar"

Zie ook "Zuurbier". Bijnamen van respectievelijk de locomotieven NS 1501 en 1507 (ex - NCS 21 en 27), minder vleiend bedoelde benaming. "Had je me maar" en "Zuurbier" waren twee Amsterdamse straattypes, kort na de eerste wereldoorlog. "Had je me maar" liet zich in 1921 verkiesbaar stellen door de Vrije Socialisten voor de gemeenteraad van Amsterdam, uit protest tegen geldende stemdwang. Hij werd met een overweldigende meerderheid gekozen. Deze namen zullen wel voor, uitgerekend deze locomotieven, gekozen zijn omdat zowel de personen als de locs twee eenlingen waren en geen types van een grote serie. (1)

"Hak"

Staande kant achter op de remschoen, waarmee het wiel van de te remmen wagen tegen wordt gehouden. in vorm vergelijkbaar met de hak van een schoen. (1)

Hakkepoffer

Machinist die niet goed kan rijden, veel kolen verbruikt, veel van de loc vergt, en bijvoorbeeld steeds doorslaat. (1)

Hakkert

Zie: Hakkepoffer.

Half Engels wissel

(halve Engelsman) Engels wissel dat slechts in één richting gebogen bereden kan worden. Zie: Engels wissel.

Halfgeleider

In de wereld van de elektronica wordt onder een halfgeleider verstaan: elektronische componenten op basis van halfgeleidermateriaal. Een diode en een transistor zijn voorbeelden van halfgeleiders. (3) Meer over halfgeleider.

Halfgeleiderrelais

Ook "SSR" genoemd. Dit is een elektronisch relais. Het heeft geen bewegende delen. Toch kan deze component als relais beschouwd worden, omdat het mogelijk is een secundaire kring te schakelen door een spanning op de ingang (=primaire kring) aan te leggen. Meer over halfgeleiderrelais

"Halfje"

(NS-jargon) Een enkelvoudig wissel. (3) Meer over halfje.

Hall sensor

Een hallsensor (ook hallsonde of magneetveldsensor) gebruikt het hall-effect voor de meting van een magneetveld of elektrische stroom. De sensor is vernoemd naar Edwin Hall. (3) Meer over Hallsensor.

Halte

Een halte is een gedeelte van de vrije baan voorzien van een inrichting waar reizigers kunnen in- en uitstappen en/of goederen kunnen worden aangenomen en afgeleverd, niet zijnde een station (zie het artikel Inleiding station). (2) Meer over halte.

Halteplaats

Zie het artikel Inleiding station.

Halteren

Het stoppen van een trein bij een halte of op een station.

Handwissel

Grootspoor: Met de hand (niet elektrisch of mechanisch) ter plaatse bediend wissel. (1) Afbeelding: werkplaats Haarlem, 12 juni 2004 (4) Modelspoor: Een niet elektrisch bediende wissel.

Hangdraad

Onderdeel van het bovenleidingsysteem. De hangdraad (ook "draagdraad" is de verbinding tussen de draagkabel en de rijdraad, die ervoor zorgt dat de rijdraad op een vaste afstand (hoogte) boven de spoorstaven hangt. (2) Meer over hangdraad.

Hanzelijn

De Hanzelijn is een spoorlijn die Lelystad en Zwolle met elkaar verbindt. De lijn kwam in 2012 gereed. (3) Meer over de Hanzelijn.

Hardware

Met hardware of "apparatuur" worden in de computertechniek alle fysieke componenten of onderdelen aangeduid die in een computer een rol spelen. (3) Meer over hardware.

Harken

"Het vuur harken:" met de haak de kolen harken (meestal slecht voor het vuur, omdat je al harkend kleine slakken tussen de roosterstaven brengt, waardoor het rooster verstopt raakt en het vuur zijn trek verliest). "Tuinman, wat hark je weer!". (1)

Harpoen

Stookwerktuig om slakken tussen de roosterstaven vandaan te trekken. heeft de vorm van een harpoen. Zie ook: "Potlood, Stootijzer".

Hars

1. Hars is een taai, kleverig, plantaardig product dat voornamelijk gewonnen wordt uit naaldbomen. Natuurlijke hars wordt ook wel Colofonium genoemd. Colofonium wordt onder andere gebruikt bij het solderen.
2. Er zijn ook verschillende kunststoffen die harsen worden genoemd. Voorbeelden van zulke kunstharsen zijn bakeliet (fenolhars), polyurethaanhars en epoxyhars. (3) Meer over hars.

Harskernsoldeer

Harskernsoldeer is soldeer in draadvorm met een kern van hars, een vloeimiddel dat eerder smelt dan de lood-tinlegering zodat bij het solderen het werk wordt gereinigd en van de lucht wordt afgesloten (3) Meer over harskernsoldeer.

Harskernsoldeertin

Zie: Harskernsoldeer.

Hart-op-hart

Afstand gemeten van het hart (midden) van het ene object naar het hart van het andere object (Zie ook H.O.H.. (2) Meer over hart-op-hart.

Hart Spoor

Denkbeeldige lijn in de lengterichting van het spoor in het midden van beide spoorstaven op de hoogte van het vlak van de bovenkant van beide spoorstaven. (2) Meer over hart spoor.

Hartje

Bijnaam van de locomotieven van de serie NS 1700, om onduidelijke redenen gegeven; ook: "overkoker, bogie, boog, kleine jumbo." (1)

Hartlijn

Denkbeeldige lijn, getrokken over het hart (midden) van het ene object naar het hart van het andere object. (3) (zie ook H.O.H.). Meer over hartlijn.

Hartstuk

Rechtstreekse vertaling van het Duite "Herzstück" wat "kern" beteken. In Nederland gebruiken we, bij zowel grootspoor als modelspoor, de officiële NS-benaming Puntstuk. Zie ook: Zoek-assistent.

"Headshunt"

(Eng.) omloopspoor, waardoor een loc die voor een geärriveerde trein staat, af kan koppelen en kan "omlopen" naar de andere zijde van de trein (dit heet "kopmaken").

"Heatsink"

Heatsink is de Engelse benaming voor koelplaat. Bijvoorbeeld voor elektronicacomponenten, zoals transistoren.

Hectometerbordjes

Langs het spoor staat om de honderd meter een hectometerbordje. Vroeger stonden die laag bij de grond op een apart paaltje, maar steeds vaker worden ze wat hoger aan bovenleidingmasten gemonteerd, zodat de machinist ze goed kan zien. Hij heeft deze bordjes nodig om zich te oriënteren. De nummering begint meestal bij een groot station. (4)

Hefboom

Een hefboom is een mechanisme waarmee een kleine kracht in combinatie met een grote beweging wordt omgezet in een kleine beweging die een grote last verplaatst, waarvoor een grote kracht nodig is. (3) Meer over hefboom.

Helling

Algemene term. Bij (model)spoorwegen, de hoek met het horizontale vlak. Zie het artikel Hellingen/klimspiralen

Hellingbaan

Een traploze (voetgangers)verbinding om niveauverschillen te overbruggen, bijvoorbeeld tussen een perron en een overpad. (2) Meer over hellingbaan.

Hellingshoek

De hellingshoek is het hellinggetal, uitgedrukt in graden. (3) Meer over hellingshoek.

Helix

Een helix, meervoud helices, van het Oudgriekse ἕλιξ, "gedraaid", of "schroeflijn" is een kromme in drie dimensies met een constante straal en constante spoed. De spoed is de afstand tussen twee overeenkomstige punten van dezelfde schroeflijn. (3) Meer over helix.

Hemelanker

Bout die in de hemelplaat van de vuurkist en de topplaat van de vuurkistmantel wordt geschroefd, als steun voor de hemelplaat. (1)

Hemelplaat

Metalen plaat die de bovenkant van de binnenvuurkist vormt. (1)

Hemtunnel

Spoortunnel onder het Noordzeekanaal. Deze ligt in de spoorlijn Amsterdam — Alkmaar, tussen de stations Amsterdam Sloterdijk en Zaandam.

"Hengst"

Bijnaam van de locomotieven van de serie NS 7300 en 7400, beide lokaaltreintenderlocomotieven, waarover Van Wijck Jurriaanse zegt: "Het waren briesende volbloedhengsten als zij met het handle voorin en op hoogtijdagen tien vierassige rijtuigen achter zich de Soesterberg opklommen en langs Den Dolder kwamen draven". (1)

Henry-remkraan

Zie ook: "Rangeerkraan".

Herbrand

P. Herbrand & Co, Köln-Ehrenfeld. Voormalig Duitse rijtuigenbouwer. (3) Meer over Herbrand

Herhalingssein

Sein dat een seinbeeld herhaalt. Het herhalingssein gaat vooraf aan een hoofdsein. Dit wordt vooral toegepast op plaatsen waar de zichtlengte te kort is om het lichtsein bijtijds te kunnen zien. Denk aan een boog, kruisende infrastructuur of een perronkap. De mogelijke seinbeelden zijn: Diagonaal (stijgende lijn van linksonder naar rechtsboven): Het eerstvolgende lichtsein toont een beter seinbeeld dan geel knipper (het eerstvolgende lichtsein laat voorbij rijden toe). Horizontaal: Het eerstvolgende lichtsein toont rood of geel knipper. (resp. stoppen, rijden op zicht) (2) Meer over herhalingssein.

Herrie

"Herrie op de remmen hebben: "een noodremming maken, met geweld remmen, wat veel lawaai maakt: de remblokken slaan op de wielen, de wielen piepen, de wagens trillen en bonken etc. (1)

Herroepen van sein

Het ongedaan maken van een ingestelde rijweginstelling. Het herroepen is alleen mogelijk indien het sein nog niet afgereden is. (2) Meer over herroepen van sein.

Herstellen

(onderhoud) Het uitvoeren van onderhoudsacties aan een beschadigd, al dan niet defect object, met het doel één of meer, maar niet alle beschadigde onderdelen in hun oorspronkelijke staat terug te brengen. (zie verschil met vernieuwen) (2) Meer over herstellen.

Hert

"Hijgend hert:" bijnaam van de locs van de serie NS 6600, gegeven door het personeel van de NTM, toen die in 1920 deze locs in huur had van de NS. De naam verwijst naar Psalm 42. (1)

Hertz

Hertz is de eenheid van trillingfrequentie (aantal trillingen per seconde). (3) Meer over Hertz

Het vuur door de kist halen

Jargon voor "de kolen van het vuur verspreiden over het hele roosterbed van de vuurkist". (1) Zie ook: Kist.

Heusinger schuifbeweging

In 1849 patenteerde Heusinger in Duitsland een sterk op dat van Walschaerts gelijkend systeem. (3) Zie ook: Walschaerts. Meer over stoommachine. Nog meer over Heusinger schuifbeweging.

Heuvelaar

Bijnaam van de locomotieven van de serie NS 9500, die speciaal bestemd waren voor de rangeerdienst te Susteren, en die daar moeiteloos de treinen de rangeerheuvel opduwden. ook: "Dempsey". (1)

Heuvelen

(wagens) langzaam tegen de rangeerheuvel op duwen, waardoor zij aan de andere kant op eigen kracht, d.w.z. door de "zwaartekracht", naar de juiste sporen lopen. (1)

Heuvelsein

Rangeersein waarmee het heuvelen geregeld wordt. (1)

High Speed

Merknaam van de NS. (3) Meer over NS Hispeed.

Hijsogen

Stalen ringen die bijvoorbeeld op een motorhuif zijn bevestigd en waarmee men met behulp van stroppen en een kraan, de huif van de locomotief kan halen.

Hippel

1. (Hippeltje): algemene bijnaam van kleine locomotiefjes, vooral in (N-)O-Nederland. zie ook: "Kikkertje, bakje" ("hippelen:" zich met kleine sprongetjes voortbewegen).
2. "Kleine hippel:" bijnaam van de locs van de serie NS 6500, gegeven door het personeel van de NTM toen die de locs in 1920 in huur had.
3. "Grote hippel:" bijnaam van de locs van de serie NS 6800, eveneens bij de NTM. Zie ook: "pony". (1)
4. Benaming voor rangeerlocs uit de 500, 600 en 700 serie. De locs kregen deze bijnaam vanwege het aparte schommelende en springerige rijgedrag. In 1963 kregen alle locs een blauw zwaailicht om voor het kruisende wegverkeer beter zichtbaar te zijn. In 1984 werd dit vervangen door een rood zwaailicht. (3) Meer over hippel. Nog meer over Hippel.

Hoek

(Spoorjargon); De hoek is dat deel van spoorwegemplacement, waar materieel weggezet wordt. Daardoor: de opstel- en wegzetsporen op dat deel. (1)

Hoekbord

Op de hoek van een wagen bevestigd bord, vierkant of rond, bedoeld als sluitsein. Wordt aan beide zijden (links-/rechtsachter) bevestigd. (1)

Hoeklantaarns

Sluitlantaarns op wagens. Meer over Hoeklantaarns (zie pag. 118)

Hoerekar

Reservelocomotief, die bereden werd door allerlei machinisten. Bij NS was de regel, dat er vast personeel was voor één loc, waardoor dit personeel zijn eigen locomotief had en daar verantwoording voor droeg. bij een hoerekar was dit juist niet zo. Die werd, net als een prostituée, gebruikt en bereden door Jan en alleman. Het onderhoud van zo’n loc was meestal niet best. zie ook: "kar". (1)

Hogesnelheidslijn

Hogesnelheidslijn is conform Europese afspraken: A - Bestaande lijn die door opwaardering geschikt is gedefinieerd als voor exploitatiesnelheden van tenminste 200 km/h. B - Nieuwe spoorlijn die vanaf indienstname geschikt is voor exploitatiesnelheden van tenminste 250 km/h. (2) Meer over hogesnelheidslijn.

Hogesnelheidslijnen net

Hsl of HSL. Speciaal aangelegd traject voor snelheden boven de 200 km/h. (3) Meer over hogesnelheidslijn.

Hogesnelheidstrein

Benaming voor treinen die volgens Europese afspraken een minimale exploitatiesnelheid hebben van 200 km/u. (2) Enkele voorbeelden: ICE (Dld.), TGV (<Fr.) of Thalys (SNCF, NMBS, DB en NS). Meer over hogesnelheidstrein.

Hogesnelheidstreindienst

Een treindienst uitgevoerd met hogesnelheidstreinen tussen twee steden en/of gebieden. (2) Meer over hogesnelheidstreindienst.

Hol

"Loc op hol:" locomotief die aan het rijden is en niet tot stilstand te brengen is, omdat hij niet op stoom, maar op zeer natte stoom, bijna heet water, loopt. Enige manier om de loc te stoppen is: ganghandel in 't midden, zodat de stoomtoevoer stopt, afblaaskraan op de cilinders open zodat het "stoomwater" afgeblazen wordt, en remmen aan. Een loc raakte vaak op hol voor het begin van de dienst, bij of in de loods, als onoordeelkundig loodspersoneel bijv. de regulateur ineens te snel opende. In die situaties was remmen vaak onmogelijk, omdat de luchtdruk voor de remmen nog niet opgebouwd was (de loc is dus, net als een "paard", op hol, aan het hollen geslagen). (1)

Holpijp

Een holpijp(je) is een klein stuk (hand)gereedschap waarmee gaatjes in (niet te harde) materialen geslagen kunnen worden. Het wordt bijvoorbeeld gebruikt om gaatjes in een riem te stansen. (24) Meer over holpijp.

Homologatie

Homologatie is het testen plus goedkeuren van de totaal opgeleverde spoorinfrastructuur, na afsluiting van de bouwwerkzaamheden. Doel is de opgeleverde spoorinfrastructuur vrij te kunnen geven voor gebruik zoals beschreven in de specificaties. (2) Meer over homologatie.

Hond

"Het is net een kwaaie hond:" de loc klinkt als een hond omdat hij een blaffend geluid maakt (zie: "blaffend"). (1)

Hondekop

Bijnaam van het elektrische materieel 1954 ("Mat '54"). De treinstellen uit deze serie hebben aan beide zijden een bestuurderscabine die de vorm van een hondekop heeft, vooral door de naar voren komende neus. (1) Meer over Hondekop.

Hondenbot

(Modelspoor); baanontwerp in de vorm van een hondebot. Zie het artikel Basisvormen modelbanen.

Hongaarse vouwbalg

Bepaald type vouwbalg dat door een uitgekiende ophanging veel beter was in- en uit te vouwen.

Hoofdsein

1. hoofdseinpaal waaraan het definitieve sein gegeven wordt; tegengesteld voorsein. (1)
2. Een hoofdsein is een lichtsein dat "STOP" kan tonen. (2) Zie: artikel Armseinen en Lichtseinen. Meer over hoofdsein.

Hoofdspoor

Een spoor dat in de gewone omstandigheden door treinen wordt bereden of een spoor dat als zodanig door de daartoe bevoegde instantie wordt aangewezen. (2) Meer over hoofdspoor.

Hoofdwerkplaats

Een werkplaats voor groot onderhoud en complete revisie van rollend materieel. (3) Meer over hoofdwerkplaats.

Hoog

(Elektronica); in de meeste digitale elektronica gebruikt men de aanduiding "hoog", waarbij een spanning hoger (groter) dan ongeveer 4 volt gezien wordt als een logisch "hoog" signaal (een "1"). Bij een decoder is de "hoog"-toestand van de logische poort(en) meestal 5 volt. Zie ook: laag.

Hoog gefundeerd

Fundering van het kunstwerk nabij bovenkant talud. (2) Meer over hoog gefundeerd.

Hoogovens Spoorbedrijf

De KNHS (Koninklijke Nederlandsche Hoogovens en Staalfabrieken) in IJmuiden, vroeger Corus, tegenwoordig TATA, heeft een eigen spoorwegbedrijf. In Beverwijk is er aansluiting op het landelijke spoorwegnet. Men heeft niet alleen eigen materieel, waaronder locomotieven en bijzondere wagens, maar ook een eigen beveiliging. (4)

Hotbox-detectie

De HotBox-Detectie-installatie (HBD) is ingericht voor het meten en melden van de bedrijfstemperatuur van aspotten (de boxen) en wielbanden van passerend materieel. Meldingen van dit detectiesysteem kunnen zijn: "warmloper" (trein dient binnen enkele kilometers te worden gecontroleerd), "heetloper" (trein dient direct te worden stopgezet). (2) Meer over de Hotbox-detectie. Nog meer over de Hotbox-detectie (5)

Houdspanning

(Elektrotechniek): De houdspanning is de minimale spanning waarbij het anker van een relais betrouwbaar aangetrokken blijft en zorgt voor het goed gesloten blijven van de relaiscontacten. (3) Meer over houdspanning.

Hout

Hout is het voornaamste bestanddeel van houtige planten: (vooral) bomen en struiken. Botanisch gezien is hout het door het cambium geproduceerd secundaire xyleem van zaadplanten. (3) Meer over hout.

Houtsoort

Een houtsoort is wat als zodanig onderscheiden wordt van andere houtsoorten, en apart verhandeld of behandeld wordt. (3) Meer over houtsoort.

Houtdraadbout

Een houtdraadbout is een schroef met een zeskantige kop en een conisch deel waaromheen een schroefdraad is aangebracht. Er zijn ook houtdraadbouten met een vierkante kop geweest. De houtdraadbout is geschikt voor het vastmaken van houtverbindingen. (3) Meer over houtdraadbout.

Houtlijm

Lijm op basis van PolyVinylACetaat. (3) Meer over PVAC-lijm.

Hub

(Computerterminologie) Een hub is, net als een switch, een apparaat in de infrastructuur van een netwerk. In een computernetwerk is een hub het middelpunt van de aangesloten computers. (3) Meer over Hub.

Huif

Een huif is een beschermende overkapping. Zo wordt een ondersteund beschermend zeildoek over een wagen, een boedelbak, een oplegger of een schuit een huif genoemd. (3) Meer over huif.

Hulpdraagkabel

Standaard hangt de rijdraad tussen de ophangpunten enigszins door. De ophangpunten (aan masten en portalen) veroorzaken ter plaatse een kleine verticale knik in de draad. Hierdoor kon max. 100km per uur gereden worden. Door in de knik van de ophanging een hulpdraagkabel te monteren werd de knik onder de mast beduidend kleiner en kon men deze rijdraad wel tot max. 140 km per uur gebruiken (mits er aan beide zijden natuurlijk gebruik werd gemaakt van afspanning d.m.v. gewichten) (3) Meer over draagkabel.

"Huisje-boompje-beestje-rijden"

Op zicht rijden. hierbij moet je je oriënteren op de omgeving, waarbij je kijkt naar elementaire zaken als huisje-boompje-beestje. (1)

Huisnetwerk

(Computerterminologie) Een huisnetwerk, "thuisnetwerk" of "HAN" (van het Engels: "Home Area Network") is een computernetwerk dat gebruikt wordt in een woning of in een klein bedrijf. In Nederlandse huishoudens zijn huisnetwerken doorgebroken vanaf 2000, na de introductie van ADSL en de komst van draadloos breedbandinternet. (3) Meer over huisnetwerk.

"Huneslet"

Bijnaam bij de Hoogovens van de serie NS 8800. Deze bijnaam was gegeven naar de fabrieksnaam Hunslet. Zie ook: "jeep". (1)

Hybride

Hybride betekent: nauwe vermenging van ongelijksoortige zaken. Bijvoorbeeld tweerail en drierail. (3) Meer over hybride.

Hybride locomotief

Een hybride locomotief is een locomotief met zowel een dieselmotor, als de mogelijkheid gevoed te worden via een externe stroomvoorziening vanaf de spoorbaan. Er bestaan ook hybride locomotieven die via de bovenleiding worden gevoed waar dat kan en via een batterij als dat moet. (3) Meer over hybride locomotief.



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 27 apr 2025 10:10 (CET)