Persoonlijke instellingen

Het maken van een stopsectie: verschil tussen versies

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
k
k (betere plaatjes)
 
(34 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
 
{{Koptekst
 
{{Koptekst
 
|Vorige= Blokgestuurd rijden
 
|Vorige= Blokgestuurd rijden
|Volgende= Relaisgestuurd bloksysteem
+
|Volgende= Aansluiten van een sein op een stopsectie
 
|VorigeMenu= Analoge baanbesturing
 
|VorigeMenu= Analoge baanbesturing
 
|Auteur= Fred Eikelboom
 
|Auteur= Fred Eikelboom
 
}}
 
}}
 +
{{Inhoudsopgave||Klein}}
 
=== Spanningloos maken van de rails ===
 
=== Spanningloos maken van de rails ===
 
+
De "ouderwetse analoge manier" gaat er van uit dat een stuk spoorstaaf vóór het sein wordt geïsoleerd van de rest van het spoor, en met een schakelaar spanningloos gemaakt wordt, wanneer het sein op rood staat. Komt de trein in het blok vóór het sein, dus tussen de isolatielassen L1 en L2 en staat het sein op rood (het sein staat dan t.o. punt B), dan krijgt de loc of trein geen spanning meer en stopt. Hierdoor zal de verlichting van de loc, en van eventuele verlichte rijtuigen, meteen uitgaan. Langzaam afremmen en optrekken is er op deze manier niet bij.  
De 'ouderwetse analoge manier' gaat er van uit dat een stuk spoorstaaf vóór het sein wordt geïsoleerd van de rest van het spoor, en met een schakelaar spanningloos gemaakt wordt, wanneer het sein op rood staat. Komt de trein in het blok vóór het sein (hier niet getekend, maar dat staat dan rechts van las L2), en staat het sein op rood, dan krijgt de loc/trein geen spanning meer en stopt. Hierdoor zal de verlichting van de loc, en van eventuele verlichte rijtuigen, meteen uitgaan. Langzaam afremmen en optrekken is er op deze manier niet bij.  
 
 
 
 
{{Afbeelding
 
{{Afbeelding
|Bestand= Stopsectie-01.gif
+
|Bestand= Stopsectie-01.png
 
|Grootte= 665px
 
|Grootte= 665px
 
|Volgnummer= 01
 
|Volgnummer= 01
Regel 17: Regel 16:
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
|Maker= Fred Eikelboom
 
}}
 
}}
 +
Voor het maken van de [[Woorden - S#Stopsectie|stopsectie]] moet één spoorstaaf op twee plaatsen onderbroken worden (zie L1 en L2).
 +
De reden dat er twee isolaties gebruikt moeten worden, is dat de stopsectie anders nog spanning krijgt vanaf de andere kant (voor uitleg zie: [[Het maken van een stopsectie#Meer informatie|"Meer informatie"]]). Afstand A tussen de isolaties L1 en L2 dient zo groot te zijn dat, wanneer een loc of trein over isolatielas L1 gereden is, deze tijdig stopt voordat hij bij isolatielas L2 aangekomen is. Rijdt de loc of trein toch over las L2, dan zal hij bij punt B weer vrolijk doorrijden.
  
Voor het maken van de stopsectie moet één spoorstaaf op twee plaatsen onderbroken worden (zie L1 en L2).
+
Daarom brengen we hier (desgewenst) kunststof isolatielassen aan. Controleer na het aanbrengen van de onderbrekingen met een testlampje over de linker en rechter spoorstaaf van de [[Woorden - S#Stopsectie|stopsectie]] of er geen contact is tussen de geïsoleerde spoorstaaf en de aansluitende spoorstaven. Het lampje mag nu niet gaan branden. Daarna solderen we een draad (0,14 mm<big>&sup2;</big>) aan de geïsoleerde spoorstaaf. Vanaf de rijregelaar komt ook een draad. Deze moet dezelfde polariteit hebben als de spoorstaaf rechts naast L2.<br />
De reden dat er twee isolaties gebruikt moeten worden, is dat de stopsectie anders nog spanning krijgt vanaf de andere kant. Zie voor uitleg bericht 10 in het draadje op het forum.
+
Beide draden solderen of schroeven we aan een schakelaar S1 (bijv. een Fleischmann 6923 schakelkastje). Het handigst is dan een drukschakelaar, want bij een tuimelschakelaar is de kans heel groot dat we die vergeten terug te zetten en dan rijdt geheel onverwacht de loc of trein door. Op de aansluitende spoorstaven, dus op de punten x en y, solderen we een draad. Hiermee is een goede aanvoer van spanning op de spoorstaaf links van L1 en rechts van L2 verzekerd (zie: tekening 01).
 
+
=== Tweede manier van aansluiten ===
Afstand A tussen de isolaties L1 en L2 dient zo groot te zijn dat, wanneer een loc/trein over las L1 gereden is, tijdig stopt voordat deze bij isolatielas L2 aangekomen is. Rijdt de loc/trein toch over las L2, dan zal hij bij punt B weer vrolijk doorrijden.
+
{{Afbeelding
 
+
|Bestand= Stopsectie-02.png
Daarna brengen we hier desgewenst isolatielassen aan. Controleer na het aanbrengen van de onderbrekingen met een testlampje over de linker en rechter spoorstaaf van de stopsectie of er geen contact is tussen de ge&iuml;soleerde spoorstaaf en de aansluitende spoorstaven. Het lampje mag nu niet gaan branden. Daarna soldeert u een draad (0,14 kwadraat) aan de ge&iuml;soleerde spoorstaaf. Ook aan de aansluitende spoorstaaf, dus links van L1, soldeert u een draad. Beide draden soldeert u aan een drukschakelaar (S1).
+
|Grootte= 665px
 
+
|Volgnummer= 02
Wanneer nu een loc/trein in de stopsectie komt zal hij geen spanning meer krijgen en stoppen. Pas wanneer u op drukknop S1 drukt (zo lang dat de loc/trein voorbij las L2 is) zal deze weer gaan rijden.
+
|Omschrijving= De tweede manier van aansluiting van de stopsectie.
 +
|Type= Tekening
 +
|Maker= Fred Eikelboom
 +
}}
 +
In wezen identiek aan methode 1, maar met een iets andere aansluiting van de bedrading. Op de aansluitende spoorstaven, dus op de punten x en y, solderen we een draad. Hiermee is een goede aanvoer van spanning op de spoorstaaf links van L1 en rechts van L2 verzekerd. Op deze draad sluiten we ook schakelaar S1 aan (zie: tekening 02). Wanneer nu een loc of trein in de [[Woorden - S#Stopsectie|stopsectie]] komt zal hij geen spanning meer krijgen en stoppen als schakelaar S1 in de onderbroken stand staat. Pas wanneer we schakelaar S1 omzetten, zal de loc of trein weer gaan rijden. Bij gebruik van een drukknop voor S1, zullen we deze zo lang moeten blijven indrukken totdat de loc of trein voorbij las L2 is.
  
 +
<u>Bepalen van de afstand tussen de isolatielassen.</u>
 +
Dit kunnen we het handigst doen door bijvoorbeeld een tweetal lucifersdoosjes te nemen. Kenmerk deze met een A en een B. Het eerste doosje (B), zetten we neer op de plek waar de loc of trein weer door mag rijden, bijvoorbeeld naast (of net voor) een sein. Hier komt isolatielas L2.<br />
 +
Het tweede doosje (A) zetten we, tegen de rijrichting in, ongeveer een treinlengte verderop naast het spoor neer. Nu laten we de trein, <u>met het maximum aantal te verwachten wagens/rijtuigen aangekoppeld</u>, op volle snelheid naar doosje A rijden.<br />
 +
Zodra de trein naast het doosje aangekomen is, draaien we de rijregelaar opeens naar nul. De trein stopt nu en mag niet voorbij doosje B komen. Rijdt de trein te ver, dan verplaatsen we doosje A vijf cm tegen de rijrichting in en testen opnieuw. Op het moment dat de trein niet te ver rijdt c.q. op tijd stopt, weten we waar isolatielas L1 moet komen. Neem voor de zekerheid een aantal cm extra. Herhaal deze procedure voor alle treinen. <br />
 +
Wanner een motortje van een vliegwiel is voorzien heeft dat tot gevolg, dat het voertuig een langere uitloop heeft. De lengte van de stopsectie zal dan toenemen.
  
 +
Let op! Ook rijtuigen met verlichting kunnen voor verrassingen zorgen. Als er aan de zijde waar de isolatielassen zitten, een elektrische verbinding bestaat tussen het voorste en achterste [[Woorden - D#Draaistel|draaistel]], zal de locomotief of het treinstel doorrijden totdat dit rijtuig isolatielas L1 gepasseerd is. Dit komt doordat de motor nog spanning krijgt via dit rijtuig. Is dit bij meerdere rijtuigen het geval, dan hebben we een erg lange [[Woorden - S#Stopsectie|stopsectie]] nodig.
 +
==== Meerdere stopsecties ====
 +
Indien we op de baan meerdere [[Woorden - S#Stopsectie|stopsectie]]s gaan maken, dienen we er voor te zorgen dat de isolatielassen altijd aan dezelfde kant van het spoor komen.<br />
 +
Dus wanneer de eerste geïsoleerde sectie in de rechterspoorstaaf zit, moeten ook alle andere geïsoleerde secties in de rechterspoorstaaf zitten!
 +
=====Langzaam afremmen?=====
 +
Het is mogelijk om met een [[Woorden - E#Elektronica|elektronische]] schakeling ervoor te zorgen dat de trein langzaam afremt in de stopsectie. Nadeel is dan wel dat de stopsectie langer moet worden, omdat de loc of trein verder doorrijdt (zie ''rem/vertrekschakeling'' bij [[Het maken van een stopsectie#Meer informatie|"Meer informatie"]]).
 +
=== Drierail ===
 +
Bij drierail isoleren we de middenrail en voorzien deze via een schakelaar van spanning (zie [[Het maken van een stopsectie#Meer informatie|"Meer informatie"]]).
 
{{Linkssectie begin
 
{{Linkssectie begin
 
|Box= AlleenInfo
 
|Box= AlleenInfo
Regel 41: Regel 59:
 
|Linknaam= Blokgestuurd rijden
 
|Linknaam= Blokgestuurd rijden
 
|Link= Blokgestuurd rijden
 
|Link= Blokgestuurd rijden
 +
}}
 +
{{Link intern
 +
|Linknaam= Isoleren van Märklin C-rails
 +
|Link= Isoleren van Märklin C-rails
 
}}
 
}}
 
{{Link intern
 
{{Link intern
Regel 57: Regel 79:
 
|Link= Systemen
 
|Link= Systemen
 
|Linknaam= Systemen
 
|Linknaam= Systemen
|ExtraInfo= (Tweerail- of Drierail)
+
|ExtraInfo= (Tweerail- of drierail)
 
}}
 
}}
 
{{Linkssectie scheiding}}
 
{{Linkssectie scheiding}}
Regel 65: Regel 87:
 
{{Link Forum-Meerkeuze
 
{{Link Forum-Meerkeuze
 
|Volgnr = 28
 
|Volgnr = 28
|ExtraInfo= over stopsectie.
+
|ExtraInfo= over een stopsectie.
 +
}}
 +
{{Link Forum-Meerkeuze
 +
|Volgnr = 83
 +
|ExtraInfo= over stopsectie en seinen.
 +
}}
 +
{{Linkssectie scheiding}}
 +
{{Linkssectie tussenkop
 +
|Koptekst= Externe website:
 
}}
 
}}
{{Linkssectie einde}}
+
{{Link Algemeen-overige
 
+
|Volgnr= 73
{{Voettekst
+
|ExtraInfo= Rem/vertrekschakeling.
 +
}}
 +
{{Link Algemeen-Meerkeuze
 +
|Volgnr= 427 <!-- jelle -->
 +
|ExtraInfo= Uitleg spanningaanvoer stopsectie.
 +
}} {{Linkssectie einde}}
 +
{{Gerelateerde termen
 +
|Termen= sessie, stopsessie
 +
}} {{Voettekst
 
|Vorige= Blokgestuurd rijden
 
|Vorige= Blokgestuurd rijden
|Volgende= Relaisgestuurd bloksysteem
+
|Volgende= Aansluiten van een sein op een stopsectie
 
|VorigeMenu= Analoge baanbesturing
 
|VorigeMenu= Analoge baanbesturing
}}
+
}} {| width= "100%"
{| width= "100%"
 
 
|- valign= "top"
 
|- valign= "top"
! scope= "row" width="77%" |
+
! scope= "row" width="70%" |
| <small>Laatste wijziging: 13 dec 2015 18:39 (CET)</small>
+
| <small>Laatste wijziging: 9 feb 2025 10:40 (UTC)</small>
 
|}
 
|}
 
[[Categorie: Alles|H]]
 
[[Categorie: Alles|H]]
 
[[Categorie: Artikel|Het maken van een stopsectie]]
 
[[Categorie: Artikel|Het maken van een stopsectie]]
 
[[Categorie: Analoge baanbesturing|H]]
 
[[Categorie: Analoge baanbesturing|H]]
 +
[[Categorie: Baanbouw|H]]
 
[[Categorie: Baanbesturing|H]]
 
[[Categorie: Baanbesturing|H]]
 +
[[Categorie: Bedrading|H]]
 
[[Categorie: Elektronica|H]]
 
[[Categorie: Elektronica|H]]
[[Categorie: Fred Eikelboom|H]
+
[[Categorie: Elektronica analoog|H]]
 +
[[Categorie: Spoorwegbouw|H]]
 +
[[Categorie: Tweerail|H]]
 +
[[Categorie: Verlichting|H]]
 +
[[Categorie: Fred Eikelboom|H]]
 +
__NOEDITSECTION__

Huidige versie van 9 feb 2025 om 11:41

Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom


Spanningloos maken van de rails

De "ouderwetse analoge manier" gaat er van uit dat een stuk spoorstaaf vóór het sein wordt geïsoleerd van de rest van het spoor, en met een schakelaar spanningloos gemaakt wordt, wanneer het sein op rood staat. Komt de trein in het blok vóór het sein, dus tussen de isolatielassen L1 en L2 en staat het sein op rood (het sein staat dan t.o. punt B), dan krijgt de loc of trein geen spanning meer en stopt. Hierdoor zal de verlichting van de loc, en van eventuele verlichte rijtuigen, meteen uitgaan. Langzaam afremmen en optrekken is er op deze manier niet bij.

Stopsectie-01.png
Afbeelding: 01
De aansluiting van de stopsectie.
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom

Voor het maken van de stopsectie moet één spoorstaaf op twee plaatsen onderbroken worden (zie L1 en L2). De reden dat er twee isolaties gebruikt moeten worden, is dat de stopsectie anders nog spanning krijgt vanaf de andere kant (voor uitleg zie: "Meer informatie"). Afstand A tussen de isolaties L1 en L2 dient zo groot te zijn dat, wanneer een loc of trein over isolatielas L1 gereden is, deze tijdig stopt voordat hij bij isolatielas L2 aangekomen is. Rijdt de loc of trein toch over las L2, dan zal hij bij punt B weer vrolijk doorrijden.

Daarom brengen we hier (desgewenst) kunststof isolatielassen aan. Controleer na het aanbrengen van de onderbrekingen met een testlampje over de linker en rechter spoorstaaf van de stopsectie of er geen contact is tussen de geïsoleerde spoorstaaf en de aansluitende spoorstaven. Het lampje mag nu niet gaan branden. Daarna solderen we een draad (0,14 mm²) aan de geïsoleerde spoorstaaf. Vanaf de rijregelaar komt ook een draad. Deze moet dezelfde polariteit hebben als de spoorstaaf rechts naast L2.
Beide draden solderen of schroeven we aan een schakelaar S1 (bijv. een Fleischmann 6923 schakelkastje). Het handigst is dan een drukschakelaar, want bij een tuimelschakelaar is de kans heel groot dat we die vergeten terug te zetten en dan rijdt geheel onverwacht de loc of trein door. Op de aansluitende spoorstaven, dus op de punten x en y, solderen we een draad. Hiermee is een goede aanvoer van spanning op de spoorstaaf links van L1 en rechts van L2 verzekerd (zie: tekening 01).

Tweede manier van aansluiten

Stopsectie-02.png
Afbeelding: 02
De tweede manier van aansluiting van de stopsectie.
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom

In wezen identiek aan methode 1, maar met een iets andere aansluiting van de bedrading. Op de aansluitende spoorstaven, dus op de punten x en y, solderen we een draad. Hiermee is een goede aanvoer van spanning op de spoorstaaf links van L1 en rechts van L2 verzekerd. Op deze draad sluiten we ook schakelaar S1 aan (zie: tekening 02). Wanneer nu een loc of trein in de stopsectie komt zal hij geen spanning meer krijgen en stoppen als schakelaar S1 in de onderbroken stand staat. Pas wanneer we schakelaar S1 omzetten, zal de loc of trein weer gaan rijden. Bij gebruik van een drukknop voor S1, zullen we deze zo lang moeten blijven indrukken totdat de loc of trein voorbij las L2 is.

Bepalen van de afstand tussen de isolatielassen. Dit kunnen we het handigst doen door bijvoorbeeld een tweetal lucifersdoosjes te nemen. Kenmerk deze met een A en een B. Het eerste doosje (B), zetten we neer op de plek waar de loc of trein weer door mag rijden, bijvoorbeeld naast (of net voor) een sein. Hier komt isolatielas L2.
Het tweede doosje (A) zetten we, tegen de rijrichting in, ongeveer een treinlengte verderop naast het spoor neer. Nu laten we de trein, met het maximum aantal te verwachten wagens/rijtuigen aangekoppeld, op volle snelheid naar doosje A rijden.
Zodra de trein naast het doosje aangekomen is, draaien we de rijregelaar opeens naar nul. De trein stopt nu en mag niet voorbij doosje B komen. Rijdt de trein te ver, dan verplaatsen we doosje A vijf cm tegen de rijrichting in en testen opnieuw. Op het moment dat de trein niet te ver rijdt c.q. op tijd stopt, weten we waar isolatielas L1 moet komen. Neem voor de zekerheid een aantal cm extra. Herhaal deze procedure voor alle treinen.
Wanner een motortje van een vliegwiel is voorzien heeft dat tot gevolg, dat het voertuig een langere uitloop heeft. De lengte van de stopsectie zal dan toenemen.

Let op! Ook rijtuigen met verlichting kunnen voor verrassingen zorgen. Als er aan de zijde waar de isolatielassen zitten, een elektrische verbinding bestaat tussen het voorste en achterste draaistel, zal de locomotief of het treinstel doorrijden totdat dit rijtuig isolatielas L1 gepasseerd is. Dit komt doordat de motor nog spanning krijgt via dit rijtuig. Is dit bij meerdere rijtuigen het geval, dan hebben we een erg lange stopsectie nodig.

Meerdere stopsecties

Indien we op de baan meerdere stopsecties gaan maken, dienen we er voor te zorgen dat de isolatielassen altijd aan dezelfde kant van het spoor komen.
Dus wanneer de eerste geïsoleerde sectie in de rechterspoorstaaf zit, moeten ook alle andere geïsoleerde secties in de rechterspoorstaaf zitten!

Langzaam afremmen?

Het is mogelijk om met een elektronische schakeling ervoor te zorgen dat de trein langzaam afremt in de stopsectie. Nadeel is dan wel dat de stopsectie langer moet worden, omdat de loc of trein verder doorrijdt (zie rem/vertrekschakeling bij "Meer informatie").

Drierail

Bij drierail isoleren we de middenrail en voorzien deze via een schakelaar van spanning (zie "Meer informatie").


Meer informatie

Encyclopedie:
(Tweerail- of drierail)
Beneluxspoor.net:
over een stopsectie.
over stopsectie en seinen.
Externe website:
Rem/vertrekschakeling.
Uitleg spanningaanvoer stopsectie.

Gerelateerde termen: sessie, stopsessie


Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 9 feb 2025 10:40 (UTC)