Meten van de motorstroom na het inbouwen van een decoderUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom - Update door Fred Eikelboom
Het meten van de motorstroom na het inbouwen van een decoder kan als volgt uitgevoerd worden: Het aansluiten van de multimeterSluit de ~-aansluitingen van een bruggelijkrichter aan in één van de draden vanaf de centrale naar de rails, volgens afbeelding 01. Het maakt daarbij niets uit of de rode (K) of de bruine draad (J) wordt gebruikt. Sluit daarna de plus van een multimeter (of een gelijkstroom-ampèremeter) aan op de plus (+) van de gelijkrichter. Sluit daarna de min van de multimeter aan op de min (-) van de gelijkrichter. Zet de multimeter op het gelijkspanningsbereik (DC). TestconditiesZorg er voor dat de testen gedaan worden met een koude loc (of treinstel), daar in koude toestand de meeste weerstand optreedt in de motorlagers en in de aandrijving. Bij een warme loc zal er namelijk, doordat de smeermiddelen soepeler geworden zijn, iets minder stroom verbruikt worden. Het beste is het, om het stroomverbruik te meten op een test-ovaaltje voorzien van twee wissels en een inhaalspoortje, omdat juist in de bogen de motor de zwaarste belasting te verduren krijgt. Het testen van een locNoteer de waarde van CV3 en zet de optrekvertraging uit d.m.v. CV3 (zie handleiding van de decoder). De stroom naar de motor wordt dan niet begrensd. Plaats de te testen loc op de rails en koppel daar het maximale aantal wagens/rijtuigen aan, waarmee in de praktijk wordt gereden. Blijkt dan dat de wielen van de loc gaan slippen, dan moet het aantal wagens/rijtuigen worden verminderd en moet straks (na het inbouwen van de decoder) een tweede loc voor de lange trein geplaatst worden. Het testen van een treinstelPlaats het te testen treinstel op de rails. Het meten van het stroomverbruik van de motorZorg er voor dat alle verlichting en een eventuele rookgenerator uitgeschakeld zijn. Draai de regelknop van de centrale nu snel naar het maximum en noteer de hoogste waarde die de meter aangeeft. Zet de trein stil in de boog vlak voor het wissels dat in afbuigende stand staat (zet ook het andere wissel in de afbuigende stand). Herhaal nu de meting en draai de rijregelaar plotseling helemaal open. Laat de trein nu een aantal rondjes rijden, waarbij deze telkens over het afbuigende inhaalspoor rijdt. Noteer nu weer de hoogst gemeten waarde. Bovenstaande procedure geeft een realistisch beeld van het maximale stroomverbruik van de motor. Het totaal-stroomverbruikHierna kan het maximale stroomverbruik worden gemeten door alle verlichting, zoals front- en achterverlichting en eventuele op de decoder aangesloten binnenverlichting (bijvoorbeeld de in een treinstel aanwezige ledstrips), in te schakelen, evenals een eventueel aanwezige [[Rookgenerator aansluiten op een locdecoder|rookgenerator]]. Test nu het totaal-stroomverbruik weer op de hierboven aangegeven wijze. De maximale totaalstroom die de decoder moet verwerken is dan bekend. Vergeet na het meten niet om de optrekvertraging d.m.v. CV3 weer op de juiste waarde in te stellen.
Andere redenen om nooit het stroomverbruik te meten met geblokkeerde motor:
Meer informatie
|