Zelfbouw rails en wisselsUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteurs: Huib Maaskant en Peter Bladergroen
Het is nauwelijks voor te stellen hoe fantastisch een modelbaan er uit komt te zien wanneer gebruik gemaakt wordt van zelfbouw rails en wissels. Met enkel railsjablonen op papier, losse (houten) bielzen, echte railspijkers, railstoelen, op maat gemaakte railprofielen en gegoten puntstukken en strijkregels is in een dag een wissel in elkaar te zetten. Voor het zelf maken van rails en wissels kan gebruik gemaakt worden van verschillende leveranciers. Peco en Tillig bieden wissel-bouwpakketten aan.
Redenen voor zelfbouwHet zelf bouwen van rails en wissels lijkt in eerste instantie iets voor specialisten maar dat is absoluut niet het geval. Meerdere systemen voor zelfbouw, met zeer uiteenlopende methoden, tonen dit aan. Er zijn vele redenen waarom men ertoe kan overgaan zelf het railmateriaal te bouwen:
Het één-en-ander zal door een bepaalde leverancier wellicht worden aangeboden, maar bij een gewenste combinatie van materialen klopt het echter maar zelden. Bij de grotere schalen is zelfbouw van sporen en wissels aanzienlijk eenvoudiger dan bij kleinere schalen. Maar ook daar zijn er voldoende systemen die bijna iedereen in de gelegenheid stellen zelf aan de slag te gaan. Voor een praktische handleiding voor het zelf vervaardigen van spoor en wissels kan de methode van Huib Maaskant gebruikt worden. Hoewel deze methode in onderstaand artikel wordt toegepast voor schaal 0 (nul), is deze ook geschikt voor schaal H0. Voor kleinere schalen is het zelf vervaardigen echter nauwelijks mogelijk. Het spoorOm zelf rails en wissel te maken, hoeft men niet helemaal 'van scratch te beginnen'. Er kan gebruik gemaakt worden van bouwsets die de verschillende fabrikanten op de markt brengen. Voor schaal 0 kan men bijvoorbeeld terecht bij Wenz. Wenz levert prachtig maar bewerkelijk materiaal. De bouwsets van Hassler daarentegen zijn wat eenvoudiger in gebruik. Met name de wissels leveren een stuk minder werk op dan die van Wenz en zien er ook prima uit. Voor schaal H0 kan men onder andere terecht bij Andy Reichert's Proto:87 Stores en Tillig. Het materiaal is eenvoudig te bewerken.
Het leggen van de rails begint met het uitzetten van de hartlijn (zie: afbeelding 02). Hiervoor is een stevige en vlakke ondergrond nodig om de rails op te leggen. Gebruik hiervoor 5 mm triplex. Om de spoorstaven te spijkeren moet nogal wat kracht gebruikt worden. Een zachte ondergrond van schuim o.i.d. wordt helemaal fijngedrukt en is dus ongeschikt. Bovendien is het materieel in schaal 0 vrij zwaar en dan is wat stevigheid nodig. De bielzen worden met houtlijm op het triplex geplakt. Een geodriehoek helpt om de bielzen netjes haaks en precies in het midden op de hartlijn te leggen (zie afbeelding 03). Er zijn ook malletjes die hiervoor te gebruiken zijn, maar de geodriehoek werkt in de praktijk het snelst.
Wanneer de lijm droog is, worden de bielzen vlakgeschuurd (zie afbeelding 04). Kleine verschillen in dikte verdwijnen en de spoorstaven komen strak op de bielzen te liggen. Het hout van de bielzen is van zichzelf vrij glad. Door met een railzaagje over de bielzen te schrapen komen er nerven in het hout (zie afbeelding 05). Zo krijgt men mooie doortekende bielzen die er net echt uitzien.
De bielzen kunnen verder "verrottificeerd" worden door met een scherp mesje hier en daar een stukje van de kanten te snijden (zie afbeelding 06). Het lijkt dan net of er stukjes van de bielzen af zijn. In werkelijkheid ziet men dat soort beschadigingen ook, met name op weinig bereden lokaalspoorlijntjes waar de bielzen al een tijdje liggen. Vervolgens worden de bielzen geschilderd met beits op waterbasis (zie afbeelding 07).
Voor het leggen van de spoorstaven zijn klemmen met de juiste spoorwijdte nodig. Hassler verkoopt dergelijke klemmen per vijf stuks en daar kan men eigenlijk niet genoeg van hebben. Ze zijn simpel, maar erg doeltreffend. Zet de schroef midden op de hartlijn vast en zonder verder meetwerk volgen de spoorstaven vanzelf de juiste lijn. Leg voordat de klemmen vastgedraaid worden rond de klem de railstoelen onder de spoorstaven. Ongeveer tien tot vijftien centimeter verderop komt de volgende klem (zie afbeelding 08). Nadat zo een meter of wat rails is uitgezet, kunnen de bielzen tussen de klemmen eveneens voorzien worden van railstoelen (zie afbeelding 10). Controleer af en toe of er geen slinger in de spoorstaven zit. Draai dan de klemmen goed vast. De spoorstaven kunnen nu vastgespijkerd worden. Hassler levert de railstoelen en de railspijkers ook in grootverpakking (zie afbeelding 09). Er zijn dan ook heel wat nodig en doorgaans gaat er ook nog wel eens een spijker krom.
Timmer de spijkers niet vast met een hamer, maar druk ze op hun plaats met een tangetje (zie afbeelding 11). Dat gaat in twee stappen. Pak de kop van de haaknagel in de bek van de tang en druk de spijker zo diep mogelijk in het hout. Zet nu de tang op de kop en druk het laatste stukje door.
De Wissels
Begin met het vastplakken met spuitlijm van de tekening op de ondergrond. Het is wel zo handig om eerst de wissels te bouwen en daarna de verbindende sporen aan te leggen. De bielzen worden op maat gezaagd en met houtlijm op de tekening geplakt (zie afbeelding 14). Houd rond de wisseltongen de 'Nederlandse' indeling aan en niet de 'Zwitserse', waarop de wissels lijken te zijn gebaseerd. Op de langere wisselhouten komt later een Nederlandse wisselsteller (zie afbeelding 15).
Net als bij het spijkeren van gewone rails, is het vervolgens een kwestie van de bielzen vlak schuren (zie afbeelding 16), nerven kerven (zie afbeelding 17) en de bielzen in de beits zetten (zie afbeelding 07). Pas op dat de tekening leesbaar blijft; die is bij het monteren van het wissel nog weer nodig.
Begin met het vastzetten van het puntstuk en de rechte spoorstaven. Het puntstuk en de strijkregel moeten precies volgens de onderliggende tekening worden gemonteerd (zie afbeelding 18). Op de dubbele bielzen komt een geïsoleerde raillas tussen de wisseltongen en het puntstuk. Dat betekent dat de spoorstaven van het puntstuk wat ingekort zullen moeten worden. De spoorstaven worden vastgelegd door de haaknagels in de bielzen te drukken (zie afbeelding 19). Het spijkeren van de spoorstaven gaat in twee fasen. Pak eerst de spijker onder de kop beet en druk deze zo diep mogelijk in het hout. Zet dan de tang op de kop van de spijker en druk hem tot op de voet van de spoorstaaf in de dwarsligger. Werk zo spijker voor spijker af. Sla aanvankelijk de railstoelen rond de strijkregels en de wisseltongen over, zij worden als laatste met secondelijm onder de spoorstaven vastgeplakt en daarna gespijkerd.
Na de rechte spoorstaven worden de afbuigende spoorstaven vastgezet. Daarna volgen de wisseltongen. Elk stukje spoorstaaf wordt via een draadje apart van spanning voorzien (zie afbeelding 20). Nadat ook de railstoelen onder de wisseltongen en de strijkregels zijn vastgezet, kan worden nagedacht over het verzetten van het wissel.
De pertinax schuifbielzen van Hassler kunnen beter niet gebruikt worden, er zijn twee betere oplossingen. De linker optie (zie afb. 22) is een stang tussen de wisseltongen, waarvan het midden bestaat uit een rond stukje polystyreen. Het stangetje van de wisselmotor grijpt in een gat in het midden van het plastic. De rechter optie (afb. 23) bestaat uit twee stukjes messing draad (0,8 mm) die op een stukje printplaat zijn gesoldeerd. De wisselmotor verschuift het printje en daarmee de wisseltongen. De laatste vinding is steviger dan de eerste. Wanneer boven het stukje printplaat een wisselsteller wordt gezet, is dat nauwelijks zichtbaar. Bijkomend voordeel is dat de afstand tussen de wisseltongen makkelijker aan te passen is, zodat al het rollend materieel er goed overheen loopt.
Meer informatie
|