Monteren van ondervloer-wisselaandrijvingenUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Dick van der Knaap
Dit artikel beschrijft het monteren van een ondervloer wisselaandrijving, bedoeld voor alle merken en types wissels (links, rechts, drieweg of Engels wissel). Een veel gebruikte ondervloeraandrijving (ondervloer = onder de tafel) is de wisselaandrijving van de firma Conrad. Deze is voorzien van een eenvoudig elektromotortje. Stappenplan
Een normaal links- of rechts wissel heeft één toevoerspoor, en twee afvoersporen. Een Engels wissel is hetzelfde als twee wissels die met de aanvoersporen aan elkaar zitten. Deze heeft dan ook meestal twee ondervloeraandrijvingen nodig. De plaats van het wissel vastleggenBegin met het uittekenen en uitleggen van het sporenplan. Daarbij kunnen kant-en-klare railstukken en wissels gebruikt worden, aangevuld met op maat gemaakte stukken flexrails. De rails worden tijdelijk vastgelegd met bijvoorbeeld spelden. Het is de bedoeling dat de wissels precies op de plaats komen die ze later zullen innemen na definitief leggen. Gat aftekenen
De beide wisseltongen zijn scharnierend met elkaar verbonden door middel van een balk bestaand uit isolerend materiaal (de zogenaamde stelbalk). Normaal gesproken zit in het midden van deze stelbalk een gaatje. Dat is bedoeld om later een draadje van verenstaal op te nemen. Dat wordt bij de wisselaandrijving geleverd (bij de Conrad-aandrijving zijn, bijvoorbeeld, draadjes van 0,3 en 0,6 mm doorsnede bijgevoegd). Is dat gaatje niet aanwezig, dan wordt nu met een boormachine met kleine boor er alsnog één ingemaakt. Meet daartoe met een schuifmaat de doorsnede van het te gebruiken verenstaal, en kies een boortje wat 0,1-0,2 mm dikker is. Houd nu het wissel in één uiterste stand vast met de vinger. Zet met potlood aan beide uiteinden van de stelbalk een streepje. Geef ook met een streepje aan, waar het midden van de balk zich precies bevindt (zie afbeelding 01). Breng daarna het wissel in de andere uiterste stand en zet wederom de streepjes. Zodoende worden dus de beide uiterste standen van de balk vastgelegd. Haal het wissel weer weg van de beoogde plaats. Aan de hand van de geplaatste streepjes kan nu een streep worden gezet, die de latere plaats van de balk tijdens het omzetten van het wissel aangeeft. Het midden van deze streep markeert het midden van het gaatje waar het verenstaal later in komt (zie tekening 02, punt M).
Ovaal gat maken, vijlenMet behulp van een boor met diameter B worden nu twee gaten geboord bij m1 en m2. Het materiaal tussen beide gaten wordt nu ook weggehaald. Een paar vijlen (plat, rond) zijn nodig voor de nette afwerking. Er is nu een sleuf met afgeronde uiteinden ontstaan (zie: tekening 02, C). Daarin zal later het verenstaaldraadje gaan bewegen. Nette, gladde afwerking is belangrijk, om te voorkomen dat het draadje later achter een uitsteekseltje blijft hangen. Wissel leggenOp de plaats, waar het wissel later wordt aangebracht, wordt tweezijdig plakband aangebracht. Zorg ervoor, dat ter plaatse van de sleuf geen plakband aanwezig is. Voor het zo goed mogelijk op zijn plaats krijgen van het wissel is het handig om alle aangrenzende railstukken en wissels provisorisch aan te brengen. Zorg ervoor dat het geheel nog voldoende flexibel is. Het gebruik van tweezijdig plakband is niet noodzakelijk maar maakt montage wel makkelijker. De drie tezamenkomende rails kunnen het wissel goed op zijn plaats houden als ze voldoende worden vastgelegd. Het plakband heeft een bijkomend voordeel; het kan later bestrooid worden met ballastmateriaal waardoor geen verdunde houtlijm hoeft te worden gebruikt en wat dus ook niet in het wissel kan lopen, van belang om roesten en vastlijmen van de wisseltongen te voorkomen. Wisselaandrijving aanbrengenBij de Conrad-wisselaandrijving wordt een aftekensjabloon meegeleverd. Als die niet beschikbaar is, zijn er een paar zaken waar rekening mee moet worden gehouden. Allereerst de tandheugel die door de elektromotor heen-en-weer wordt bewogen. Deze zorgt na montage voor de beweging van het ingeklemde staaldraadje. Het aanbrengen van een speldenknopje smeervet wordt aangeraden, want de tandheugel wil nog wel eens vast gaan zitten bij langere stilstand. TestenTest nu het wissel op goede werking door de massa aan te sluiten op de nul van een voeding en met een draad aan de plus. Door nu afwisselend het "links" en "rechts" contact aan te tikken blijkt of inderdaad "links" en "rechts" de correcte wisselligging geeft. Als beide verwisseld lijken te zijn, kan dat meestal worden gecorrigeerd door de aandrijving 180 graden te draaien. Vervolgens wordt het staaldraadje door het gaatje in de stelbalk aangebracht en aan de tandheugel bevestigd. Het geheel kan nu meestal al met de hand heen-en-weer worden bewogen. Let er daarbij speciaal op dat het staaldraadje niet aanloopt. Zonodig kunnen kleine correcties worden aangebracht doordat de aandrijving nog iets gedraaid kan worden. Het effect van het gebruik van verenstaal is dat de veerkracht er voor zorgt dat de wisseltongen goed tegen de rails worden gedrukt ("aanliggen"). De consequentie is wel dat wissels niet makkelijk kunnen worden "opengereden" en dat dus altijd het wissel in de juiste stand moet worden gelegd. Openrijden van wissels met gepolariseerd puntstuk is bij digitaal rijden zelfs verboden omdat er dan kortsluiting ontstaat en de centrale in storing valt. Meer informatie
|