Rookgenerator aansluiten op een locdecoderUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Fred Eikelboom
Een rookgenerator is een buisje met onderin een gloeidraadje. Het buisje wordt gevuld met rookvloeistof, een soort lichte olie, en als er spanning op het gloeidraadje wordt gezet wordt de gloeidraad heet en zal de rookvloeistof verdampen, waarbij zichtbare rook ontstaat. Er zijn rookgeneratoren in vele soorten en maten, maar het principe is steeds gelijk. Er zijn rookgeneratoren die passen in de schoorsteen van een stoomlocomotief en die welke er uitzien als de schoorsteen voor op het dak van een modelhuisje. Analoge locomotieven met rookgeneratorDiverse analoge locs zijn af-fabriek reeds voorzien van een rookgenerator, maar deze kunnen ook achteraf ingebouwd worden. In dat geval moet de juiste rookgenerator gekozen worden. De bij een analoge loc ingebouwde rookgenerator is ontworpen voor een spanning van 10 tot 16 V (bijvoorbeeld de Seuthe nr.10). Digitale locomotieven met rookgeneratorBij digitaal bedrijf is de railspanning hoger, de rookgenerator moet dan ook geschikt zijn voor die hogere spanning. Zo niet, dan brandt de gloeidraad meteen door, ofwel zal in ieder geval de levensduur van de rookgenerator worden bekort. Tevens bestaat de kans dat de locdecoder de hogere stroom door de bestaande "analoge" rookgenerator niet kan verwerken en defect raakt.
Doordat er bij het digitaal rijden een hogere voedingsspanning aanwezig is (ongeveer 18 volt), gaat er bij dezelfde weerstand van de gloeidraad een hogere stroom door het verwarmingselement én de locdecoder lopen. Dat heeft een aantal gevolgen:
De oorzaak van dit probeem wordt duidelijk door toepassen van de "Wet van Ohm". Hiermee is te berekenen hoe hoog de stroom door het verwarmingselement wordt bij een hogere spanning. De Seuthe nr.10 heeft een maximale spanning]] van 16 volt, maar wordt op een analoge baan met maximaal 14 V rijspanning gevoed. Het stroomverbruik bij 14 V is volgens de fabrieksopgave 130 mA. De Wet van Ohm luidt U = I * R. Als de spanning verhoogd wordt van 14 naar 18 V is dit 18 / 14 = 1,28 keer zo hoog. Bij dezelfde weerstandswaarde zal de stroom evenredig hoger worden, dus 1,28 * 130 = 167 mA. Wanneer deze Seuthe nr.10 op een locdecoder aangesloten wordt, is er een grote kans dat de locdecoder die te hoge stroom niet aan kan en binnen korte tijd veel te heet wordt en daardoor defect raakt. Digitaal voorbereide locsBij een "digitaal voorbereide loc", dus een exemplaar waar een NEM-connector ingebouwd is, moet met het bovenstaande ook rekening worden gehouden. Wanneer er een standaard "analoge" rookgenerator in de loc zit, moet deze dus vervangen worden door een exemplaar dat geschikt is voor de hogere digitale spanning. Warmteontwikkeling in de locdecoderVoor een digitale loc dient een rookgenerator gebruikt te worden die gemaakt is voor een spanning van 16 - 22 volt (zoals bijvoorbeeld de Seuthe nr. 11, 12, 23 of 28 voor schaal H0).
Deze hebben een hogere weerstand en gebruiken volgens de fabrieksopgave 70 mA. Dat lijkt niet zoveel, maar de locdecoder moet ook nog de motorstroom verwerken + de stroom door de functieaansluitingen en kan door het totale stroomverbruik aardig warm worden. Het is dus zaak een locdecoder te kiezen die ruim de motorstroom aankan en waarbij de functieaansluiting ook ruim genoeg bemeten is. Dit is vooral belangrijk bij locdecoders die af-fabriek in een stuk krimpkous geleverd worden, want die kunnen de warmte een stuk minder goed kwijt. Om de locdecoder te beschermen tegen overbelasting is het veel beter om de rookgenerator via een miniatuurrelais (bijv. ESU 51963) te schakelen (zie afbeelding 02) of door een extra transistor te schakelen (zie afbeelding 03).
De stroom door de rookgenerator gaat dan niet meer via de schakeltransistor (FET) van de locdecoder, maar loopt via het miniatuurrelais of via de extra transistor. Hierbij is het nog steeds noodzakelijk te kijken naar het totale stroomverbruik wat de locdecoder kan verwerken (dus motoraansluiting + functieaansluitingen) want de stroom door de rookgenerator loopt nog wel via de min-aansluiting van de locdecoder door de gelijkrichter van de locdecoder.
Na bepaalde tijd de rookgenerator uitschakelenHet mooiste is als de locdecoder de functieaansluiting, die de rookgenerator van spanning voorziet, na een bepaalde tijd uitschakelt, zoals bij een ESU LoPi V4 en LoPi V5. Dit komt de levensduur van het verwarmingselement en de locdecoder ten goede. De LoPi V4 en LoPi V5 hebben speciale functies voor rookeffecten zoals:
Vullen van de rookgeneratorBij het (bij)vullen van de rookgenerator moeten we zorgen dat er niet teveel rookvloeistof wordt toegevoegd. Er mag tot 2 mm onder de bovenrand worden bijgevuld, anders bestaat de kans dat de vloeistof tijdens gebruik over de rand borrelt, en dan wordt het een smeerboel in de loc.
Meer informatie
|