Het maken van een mal voor rijdradenUit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Jan Willem Penris - Bewerkt door Hans van de Burgt
In dit artikel bespreken we het maken van een mal voor rijdraden. Wanneer een dergelijke mal gemaakt word, kan die het beste gemaakt worden van aluminium onderdelen. De warmte wordt goed afgevoerd èn het grote voordeel is dat het soldeer niet hecht aan aluminium. Er zal dus geen sprake zijn van "plakken". MaterialenDe benodigde materialen voor het maken van de mal zijn:
Voorbewerking en bouwTijdens het solderen is het handig een bakje bij de hand te hebben met warm zeepwater, of nog beter WC-eend, om de soldeerplaatsen meteen van eventuele S-39 te ontdoen. Wanneer het niet met S-39 gesoldeerd wordt, kan het in ieder geval geen kwaad om na afloop de lasjes te reinigen. Neem hiervoor een laag bakje dat precies onder het portaal kan staan en gebruik voor het reinigen een zachte tandenborstel. Wanneer de S39 (of een ander vloeimiddel) niet met een sopje verwijderd wordt ontstaat er een groene oxidatielaag. Dit is eigenlijk bij bovenleiding natuurgetrouw, maar op de modelbaan is de laag groene aanslag veel te dik, en dan ziet onze mooie bovenleiding er opeens een stuk minder mooi uit. Het onderste U-profiel wordt vastgezet op een stevige ondergrond, bijvoorbeeld een stukje hardhout dat iets breder is dan het U-profiel. Ook de lengte van het stukje hout dient groter te zijn dan de gekozen lengte van het U-profiel. Dit kan gewoon met een schroefje op de uiteinden van het U-profiel. Wel iets verzinken (afschuinen) natuurlijk.
De mal zit vast op een stukje hardhout van vier cm breed en 50 cm lang. Het profiel is iets korter, namelijk 40 cm, omdat we uitgaan van een maximale lengte van de stukken bovenleiding van 40 cm.
Omdat de mal nog te kunnen vastzetten, wordt aan beide zijden een ruimte van vier à vijf cm gelaten ten behoeve van het vastzetten van de mal met lijmtangen aan de uiteinden.
De volgende stap is het zagen van U-profielstukken in stukjes van 15 à 20 mm. Er zijn er ongeveer 20 nodig. Even proberen hoe breed ze moeten worden, daar er voor de verbinding tussen bovenstuk, blokje a en het U-profiel, blokje b, tweecomponentenlijm gebruikt moet worden (zie: afbeelding 04). Door deze verlijming (zie pijlen) wordt aan de zijkant van het bovenblokje een randje lijm uitgeperst. Dit is handig, want wanneer het blokje a er ooit een keer afbreekt (door bijvoorbeeld te grote hitte), dan kan het er met driesecondenlijm zo weer opgelijmd worden. Het blokje past dan precies in de oude lijmranden.
In afbeelding 05 is zichtbaar hoe één-en-ander aan elkaar moet worden gelijmd. Bij b worden de vlakken gereinigd met wasbenzine en met tweecomponentenlijm aan elkaar gelijmd.
Let erop dat het lijmen op een vlakke ondergrond gebeurt, dan is de bovenkant immers ook vlak na het lijmen. Zo worden 10 stuks M-vormen aangemaakt. Het aantal is natuurlijk vrij te kiezen. Bij f wordt een gat geboord van acht mm. Hierin kan een busje met draad worden geplaatst. Het busje is een soort buis met een M5 (5 mm) schroefdraad erin die men kan vervormen. De moer zal aan de buitenzijde van gat f vervormen en dus vast gaan zitten. Hiervoor kan een VW-onderdeel gebruikt worden met onderdeelnummer N-902-388-01. Deze worden (of werden) gebruikt om spiegels mee te bevestigen bij Golf–II. Om diezelfde reden is het belangrijk dat er geen punt aanzit. Deze draait nl. allemaal gaatjes in de buitenkant van het onderste U-profiel. In onderstaande afbeelding is de krimpmoer afgebeeld zoals deze in de buitenzijde van de M-vormen moet worden geplaatst. Normaal gesproken is daar een speciale tang voor nodig, maar als we een lang boutje nemen, een moer en een ring, de draadbus vanuit de binnenzijde in het gat plaatsen, het boutje vanaf de buitenzijde indraaien, het ringetje plaatsen en de moer voorzichtig aandraaien, dan lukt dat ook. De krimpmoer zal nu gaan vervormen op het aangegeven deel. Als deze vervormd is, zit de krimpmoer vast. Maak het moertje los, verwijder de ring en draai het boutje weer eruit. Zo worden alle krimpmoeren geplaatst.
Voorzetraamprofiel
In afbeelding 07 is te zien hoe het eruit ziet als dezelfde materialen worden gebruikt, maar dan van het voorzetraamprofiel. Ook hier is een ruimte tussen beide U-profielen gelaten om de afbeelding te verduidelijken. De zwarte blokjes zijn verdikkingen in het raamprofiel. Dit profiel zal niet overal te verkrijgen zijn, maar de glashandel biedt hier mogelijk uitkomst. Nu worden de stukjes vierkantprofiel gezaagd in stukjes van 35 mm. (Blokje a hierboven). In deze blokjes moeten nog gaten worden geboord en sleuven worden gezaagd. Zie eerder het r- teken. De bedoeling is dat dit vlak tijdens het bouwen als een referentievlak gebruikt wordt. Vanuit hier meten we alles uit en -op. Wanneer steeds dezelfde maat aangehouden wordt vanuit dat vlak tot aan de voorzijde van blokje a, moeten alle blokjes in één lijn komen te liggen.
In afbeelding 08 staan alle blokjes op één lijn, en is zichtbaar hoe de diverse lijnen en gaten nog bewerkt moeten worden. Eerst zetten we van alle blokjes de hartlijnen uit. De horizontale hartlijn voor de rijdraad (afstand t) is vijf mm vanuit de voorzijde. Ook gat g wordt op de kruising van de hartlijnen (afstanden m en t) op vijf mm van de voorzijde van de blokjes a geboord. De grootte van gat g is vijf mm. Het wordt dus wel priegelen op een dergelijk klein stukje, maar het is te doen. Houd er rekening mee dat de zaagsneden draad moeten bergen van 0,6 mm dik en dat deze dus niet te breed moeten worden. De zaagsneden in de mal zijn 1 mm breed en dat is breed genoeg. Teken daarom eerst alles duidelijk met een dunne stift af. Afstand v bij de hartlijn door h is variabel in verband met de hoogte van de hangdraad.
In afbeelding 09 bij h loopt de groef trapeziumvormig toe op het geboorde hart van het blokje. Dit doen we gewoon met de zaag. Dit is nodig om de draad een beetje rond te kunnen leggen. Gemiddeld zal de hoek ongeveer zes à 15° (graden) bedragen, doch dit hoeft niet echt nauwkeurig. Wat belangrijker is, is dat de juiste diepte van de groef wordt aangehouden.
In afbeelding 10 zijn de dieptelijnen op de zijkant zichtbaar (zR), dit om enige indruk te geven van de werkelijke diepte. In groef s in afbeelding 09 liggen twee draden horizontaal en één verticaal. Reken de maximale diepte van s eens op 2,5 mm. De hangdraad (draagkabel, die de bovenste gaten h met elkaar verbindt), ligt dus in een gleuf van 1,3 mm diep. De draad ligt met opzet iets dieper, want anders zou bijvoorbeeld in het geval van 1,8 mm diepte de bovenkant precies gelijk met t liggen en dan springt deze er tijdens het solderen uit.
In afbeelding 11 is de bovenste draad de "hangdraad" of "draagkabel". De verticale draden zijn "hangdraden" en de onderste is/zijn de "rijdraden". Wanneer we de hangdraad/draagkabel doortrekken buiten de mal, moet de hoogte van de draagkabel tot de rijdraad ongeveer 27 à 28 mm zijn. De afbeelding geeft een beetje aan, waar die hoogte gemeten moet worden. Dit is belangrijk, omdat dit mede de afstand v tussen de gaten bepaalt. De andere afstanden (van de hoogtes van de hangdraad tot de rijdraden), zijn een beetje proefondervindelijk, maar tussen blokje 1 en blokje 5, varieert de hoogte w van 23 tot negen mm (bijvoorbeeld 23 - 18 - 15 - 12 - 9 mm). Gat h in een van de eerdere afbeelding moet dus op verschillende hoogtes vanaf de rijdraadlijn t uitgezet worden. Dit, om een beetje glooiende lijn voor de hangdraad draagkabel te verkrijgen. In de afbeelding hieronder is afgebeeld hoe de draden in de mal liggen.
WerkvolgordeTenslotte nog een overzicht van de werkvolgorde:
Alle "M"-vormen worden naast elkaar op het U-profiel geplaatst, tegen elkaar aangeschoven en vastgeklemd. Dat er onderling tussen links en rechts een beetje verschil is, hoeft niet noodzakelijkerwijs reden tot paniek te zijn. Een simpele manier om de blokjes te lijmen is om de blokjes 1 en 10 zo precies mogelijk te fixeren (let op het referentievlak), dan in beide de groeven te verbinden door middel van een zaagblaadje, zodat de andere groeven s precies onder het zaagblad komen te liggen. Lijm de blokjes a nu op de "M"-vormen, met tweecomponentenlijm. Zorg dat de voorzijde van blokje a (schroefzijde) allemaal dezelfde afstand tot het referentievlak hebben. Als alles goed verlijmd is, moet er één rechte lijn zijn ontstaan over de blokjes a in groef s. Tot slot: Nummer de blokjes a en b met een viltstift van 1 tot en met 10. Wanneer de blokjes in een zeepoplossing liggen en er breken een aantal blokjes van elkaar los, dan kan gemakkelijk terug gevonden worden welke a bij welke b hoort. Bovendien hoeft dan niet meer gezocht te worden bij het opstellen van de mal; "welke was ook alweer de eerste?" of zo.
Meer informatie
Overgenomen van "https://encyclopedie.beneluxspoor.net/index.php?title=Het_maken_van_een_mal_voor_rijdraden&oldid=49329"
Verborgen categorie: |