Persoonlijke instellingen

Het stoomlocomotievendepot

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Ronald Koerts


Stoomlocomotieven hadden niet alleen onderdak nodig, maar moesten ook kolen en water innemen en tevens zand voor de bezandingsinstallatie. Asresten en roet moesten verwijderd kunnen worden uit de rookkast. En de hele machinerie moest grondig geïnspecteerd kunnen worden. Daarom waren er bij de meeste locomotiefloodsen inspectieputten, kolenparken, waterreservoirs en draaischijven gebouwd. Het gedeelte van het emplacement waar dergelijke inrichtingen werden ondergebracht, noemt men "tractieterrein". Met de term "depot" werd de verzameling voorzieningen aangeduid, nodig om een tractiesteunpunt te doen functioneren.

Verzorging

De stoomlocomotief werd voor de start van de dienst of juist aan het einde van de dienst helemaal verzorgd, waarna de locomotief weer gereed was voor inzet:

Verzorging na de dienst:

  1. Het drijfwerk inspecteren boven de inspectieput;
  2. De kolenvoorraad aanvullen;
  3. Het roet uit de rookkast verwijderen;
  4. As en sintels verwijderen;
  5. Watervoorraad bijvullen;
  6. Remzand aanvullen;
  7. Locomotief smeren en schoonmaken;
  8. Eventueel locomotief draaien (keren);

Verzorging voor aanvang dienst:

  1. Vuur opstoken met takken;
  2. Ketel opstoken met kolen en stoomdruk opbouwen;
  3. Het drijfwerk inspecteren boven de inspectieput;
  4. Locomotief smeren.

Voor het verzorgen waren in het depot verschillende locaties waar de diverse werkzaamheden werden uitgevoerd. Bij zeer grote depots werd dit op verschillende sporen uitgevoerd en de werkzaamheden gebeurden na elkaar, waardoor er meer locomotieven in één keer verzorgd konden worden.

normaal
Afbeelding: 01
Stoomlocomotieven onder de kolenbunker
Foto gemaakt door: Nico Spilt
E07.01.07.01-07.jpg
Afbeelding: 02
Stoomlocomotieven bij de slakkenkuil
Foto gemaakt door: Nico Spilt

Bij kleinere depots kunnen de verschillende werkzaamheden en voorzieningen gewoon op hetzelfde spoor uitgevoerd worden. De locomotievenloods kan bijvoorbeeld in het verlengde van de inspectieput liggen, net als de kolenbunker, de waterkraan en de bezandingsinstallatie.

Voorbeeld locomotievendepot

Op de tekening is een locomotievendepot voor schaal N (1:160) getekend.
Een normaal stoomlocomotievendepot bestond uit de volgende onderdelen:

E07.01.07-01.jpg
Afbeelding: 03
Overzicht locomotievendepot in model
Tekening gemaakt door: Hans vd Burgt

Verklarende lijst:

  1 Inspectieput: voor het begin van de dienst dient de locomotief geïnspecteerd te worden. Dit gebeurt boven de inspectieput.
  2 Kolenbunker: dit is de opslag (voorraad) voor kolen voor de locomotieven.
  3 Kolenkranen: worden gebruikt om de kolen van de kolenbunker in de locomotieven te laden. Bij kleinere depots worden
    de kranen ook gebruikt om de kolen in de bunker te storten.
  4 Asputten: hierin wordt de as van de locomotieven gestort.
  5 Slakken of sintelkuil: opslag van de slakken/sintels uit de stoomlocomotieven.
  6 Slakkenkranen (bokken): worden gebruikt om slakken tussen het spoor uit te krijgen.
  7 Waterkolommen: om water in te nemen, deze worden boven het spoor gedraaid.
  8 Zandbunker en bezandingsinstallatie: om grip op de rails te houden (bij het optrekken en het afremmen), hebben
    stoomlocomotieven zand nodig. Dit zand wordt net voor de wielen op de rails aangebracht.
  9 Draaischijf: stoomlocomotieven (lees: de machinisten) rijden het liefst met de schoorsteen voorruit. Dit omdat ze soms
    sneller voorruit dan achteruit kunnen rijden. Daarom worden stoomlocomotieven meestal gedraaid
    (gekeerd), zie het artikel De draaischijf.
10 Polygonale locomotievenloods: om locomotieven droog en vorstvrij te kunnen stallen. In de meeste loodsen wordt ook
    onderhoud gepleegd. Bij de meeste draaischijven wordt een polygonale loods toegepast.
11 Ketelhuis: verwarming en energievoorziening van de locomotievenloods.
12 Retirade oftewel: toiletvoorziening van het depot.
13 Dienstwoningen: Bij de meeste grotere depots zijn een aantal dienstwoningen aanwezig voor het personeel. Dit kunnen
    de terreinknechten, machinisten en/of opzichters zijn.
14 Werkplaats: Voor het uitvoeren van onderhoudswerk, reparaties aan- en vervaardigen van onderdelen voor locomotieven,
    wagens en rijtuigen.
15 Takkenbossenloods: Het vuur van de stoomlocomotief wordt eerst opgestookt met takken. Deze moesten wel droog liggen.
    (lees: worden opgeslagen).
16 Reservoirgebouw oftewel watertoren: Zorgt voor de opslag van het benodigde water voor de stoomlocomotieven.

Vlampijp-reinigings-installatie

Bij de draaischijf bevondt zich ook een "vlampijp-reinigings-installatie" (of kortweg "doorblaasinstallatie"). Deze stond op een doodlopend spoor(tje), vlak achter een stootjuk (zie afbeelding 7). Eén maal per week (of vaker, afhankelijk van het aantal rij-uren) moesten de rookkast en de vlampijpen schoongemaakt worden, d.m.v. het uitblazen met hogedruk perslucht. Dit gebeurde vanaf een steiger, om gemakkelijk en op de juiste hoogte bij de vlampijpen te kunnen komen. Het "vlampijpen schoonmaken" was het meest uitgebreide (en smerigste) onderhoudswerk bij de stoomlocomotieven.

Het depot in model

Een stoomlocomotievendepot geeft wel veel beweging op de modelbaan. De rangeerbewegingen van de locomotieven, de (eventuele) bewegingen van de waterkolommen en kolenkranen, het draaien van de draaischijf en het open- en dichtgaan van de deuren van de locomotievenloods.

We kunnen het zo gek maken als we het zelf willen met een stoomlocomotievendepot in model. Sommige mensen hebben het depot als compleet thema van hun modelbaan. Een redelijk groot depot met draaischijf dient "uitgesmeerd" te worden over minimaal 1,50 meter lengte. Daarbij hebben we dan alle extra opstelsporen en verzorgingssporen apart. Er kunnen meerdere locomotieven verzorgd worden.

De beschikbare ruimte

De meeste mensen hebben helaas geen zee van ruimte waar, naast een groot station, ook een groot locomotievendepot geplaatst kan worden. Daardoor is het nodig om de boel in elkaar te schuiven, waarbij de verschillende stappen van het hele proces achter elkaar op hetzelfde spoor gebeuren. Dan kan er maar één locomotief per keer verzorgd worden. Natuurlijk kan een opstelspoor meerdere functies krijgen, zoals voor het ontroeten van de locomotieven, het aanvoeren van de kolen en afvoeren van de slakken.

E07.01.07.01-01.jpg
Afbeelding: 04
Kolenbunker in model
Foto gemaakt door: Ruud Kraaijeveld
E07.01.07.01-02.jpg
Afbeelding: 05
Waterkraan in model
Foto gemaakt door: Ruud Kraaijeveld
E07.01.07.01-03.jpg
Afbeelding: 06
Bezandinginstallatie in model
Foto gemaakt door: Ruud Kraaijeveld
E07.01.07.01-04.jpg
Afbeelding: 07
Vlampijpen reinigingsinstallatie
Foto gemaakt door: Ruud Kraaijeveld
E07.01.07.01-05.jpg
Afbeelding: 08
Slakkeninstallatie
Foto gemaakt door: Ruud Kraaijeveld

De meeste grote fabrikanten van scenery hebben wel onderdelen voor het depot in hun programma. Onderdelen zoals een "kolenbunker", "bezandingsinstallatie" en/of "vlampijpen-schoonmaakinstallatie" zijn bij zeer veel leveranciers beschikbaar. De meeste fabrikanten leveren naar Duits voorbeeld. Een aantal kleinere fabrikanten leveren ook naar Nederlands en Belgisch voorbeeld. Natuurlijk zijn veel onderdelen ook zelf te bouwen.

Steeds meer onderdelen worden "beweegbaar" gemaakt. Dit komt door verkleining van de elektronische componenten, maar ook door de digitalisering van de modelspoorwereld. Hierdoor zijn bewegingen zoals in het echt na te bootsen. Denk hierbij aan het open- en dicht gaan van de deuren van de locomotievenloods, maar ook het draaien van de waterkolom. Het beweegbaar maken van veel objecten is nu nog pure zelfbouw.


Meer informatie

Encyclopedie:
Beneluxspoor.net:
over opstelsporen.
over de vlampijpen-reinigings-installatie.



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 15 mrt 2024 14:52 (CET)