Persoonlijke instellingen

Woorden - O

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net


Verklaring         Zoeken op deze pagina: CTRL + F.

Woord of afkorting.

Afkorting van Operationeel Besturingscentrum Infra. Vier locaties in Nederland van waaruit het functioneren van de bovenleiding en de beveiliging bewaakt wordt en eventuele storingsmeldingen worden gecoördineerd.

OBI.

Afkorting van On Board Information Services. Dit is een IT-platform van de Nederlandse Spoorwegen, dat sinds 2010 wordt ingebouwd in Intercity-treinen in Nederland. (3)

OBIS.

(Grootspoor). Afkorting van Operationele Controle Centrum Rail. Opvolger van het MBN (materieel Besturingscentrum NedTrain). (3) Meer over OCCR.

OCCR.

(Elektronica); een oled (Engels: "organic light-emitting diode" en Nederlands: "organische licht-emitterende of lichtgevende diode)", is een halfgeleiderlichtbron, net als anorganische leds en lasers. Terwijl een led een felle puntbron is, is een oled juist een grotevlakkenstraler. (3) Meer over Oled.

Oled.

Briketten van de Oranje-Nassau-mijnen (ON is de afkorting van Oranje-Nassau). (1)

ON's.

Afkorting van Operational Amplifier. IC dat op basis van de toestand van de twee ingangen, zijn uitgang hoog (=minstens 4,7 volt) of laag (=maximaal 0,4 volt) maakt. De ene ingang is niet-inverterend en de andere is inverterend. Zie: Elektronica basis.

OpAmp.

Afkorting van Openbaar Vervoer Reisinformatie.

OVR.

Afkorting van Ontwerp Voorschriften voor de Spoorwegbouw. Dit is een term die in gebruik is bij de Nederlandse Spoorwegen. (2)

OVS.

OV-SAAL (afkorting voor Openbaar Vervoer Schiphol - Amsterdam - Almere - Lelystad) is de naam van het project dat ProRail uitvoert om de capaciteit op de Amsterdamse Zuidtak en de Flevolijn uit te breiden. Dat is nodig omdat er steeds meer vraag is naar vervoer tussen Almere en Amsterdam, waarvoor het treinaanbod uitgebreid moet worden. (3) Meer over OV-SAAL.

OV-SAAL.

Elektronica; een gelijkspanning die bij het ingangssignaal (of de ingangsspanning) wordt opgeteld, bijv. bij een "opamp". In het ideale geval geldt dat de uitgangsspanning van de opamp 0 is wanneer beide ingangsspanningen exact gelijk zijn. In de praktijk klopt dit niet precies, en is een kleine spanning (orde van grootte mV) nodig om de uitgang exact op nul te krijgen. Deze spanning wordt de offsetspanning genoemd. (3)

Offset

(NS jargon). Term voor het omzetten van het wissel van de éne naar de andere stand. De term stamt nog uit de tijd dat wissels handmatig omgezet werden met een wisselsteller, die voorzien was van een beweegbaar contragewicht. Zie: afb. 02 in artikel Railgeometrie.

Omgooien

Het omgrenzingsprofiel is de aanduiding voor de maximale afmetingen die een trein mag hebben. Het profiel van vrije ruimte ((PVR) is de aanduiding voor de ruimte waarbinnen zich niets anders mag bevinden dan de trein. Het PVR is wat groter dan het omgrenzingsprofiel. (3) Meer over omgrenzingsprofiel.

Omgrenzingsprofiel

Spoorverbinding die gebruikt kan worden door treinen als alternatief voor de voorziene route. (2)

Omleidingsroute

Een omloop is de vastlegging van de verschillende diensten die treinmaterieel volgt. (7) Meer over omloop.

Omloop

1. Omlopen is het rijden van de loc van de ene kopkant van de trein naar de andere. (3) Zie: Treinen keren.
2. Het omgooien van het wissel wordt ook wel het omlopen van het wissel genoemd.

"Omlopen"

(Elektrotechniek); ompolen is het verwisselen van de plus en de min.

Ompolen

Wisselsteller voor het handmatig omzetten (omgooien) van een wissel. Zie het artikel Railgeometrie

Omzetstoel

Zie: NABO.

Onbewaakte overweg

1. Term uit de spoorwereld. De onderbouw is de ondergrond waar de spoorlijn op wordt aangelegd. Dit kan dus het zandlichaam, een spoordijk, een brug, een fly-over of een viaduct zijn.(2)
2. De onderbouwconstructie van een modelspoorbaan. Zie: Onderbouwconstructies.

Onderbouw

Onder onderhoud vallen alle activiteiten die als doel hebben een technisch systeem in de technische staat te houden of terug te brengen, die nodig wordt geacht voor de door het systeem te vervullen functie. Onderscheiden kunnen worden; vernieuwen, herstellen, inspecteren en verzorgen. Daarnaast zijn er nog verschillende soorten onderhoud. (2) Zie: artikel Onderhoud.

Onderhoud

Het onderhoudsproces van de infrastructuur omvat inspectie/schouw, preventief onderhoud, correctief onderhoud, vervangen en vernieuwen. (2)

Onderhoudsproces

Een onderstation van de NS dient voor de voeding van de bovenleiding installatie. Meer over onderstation.

Onderstation

Een onderstopmachine wordt gebruikt om de ballast goed onder de spoorstaven te stoppen zodat de rails goed ligt.

Onderstopmachine

(Eng.) Vakjargon uit de Elektronica. Aanduiding voor een monostabiele multivibrator". (3)

One shot

Een kruising tussen twee vormen van lijninfrastructuur, waarbij de verkeersstromen elkaar op ongelijke hoogte tegenkomen. Voorbeelden zijn een fly over, dive-under, viaduct, tunnel, traverse, enz. (3)

Ongelijkvloerse kruising

Een ongestabiliseerde voeding (ook "niet gestabiliseerde voeding") is een voeding zonder aanvullende elektronica (regeling, stabilisatie en beveiliging). Bij een ongestabiliseerde voeding is de spanning niet precies gelijk aan de waarde die op het typeplaatje staat aangegeven. Wanneer de ongestabiliseerde voeding namelijk licht belast wordt, stijgt de spanning tot (ver) boven de aangegeven spanning. (3) Meer over ongestabiiseerde voeding.

Ongestabiliseerde voeding

Dit is een landwinning waarbij vochtige gronden door ontwatering toegankelijk worden gemaakt. (2) Meer over ontginning

Ontginning

Ontkoppelaar

1. Grootspoor. Het uit elkaar halen van een trein(deel) in twee treindelen. In de reizigerstreindienst wordt dit ook aangeduid met splitsen of aftrappen, afhankelijk van de functie in de dienstregeling. (2)
2. Elektronica. Ontkoppelen van stoorsignalen d.m.v. een ontkoppelcondensator. (3)

Ontkoppelen

(Elektronica); Ontkoppelcondensatoren kunnen tussen de voedingsspanning en de massa (min) geplaatst worden, en moeten er voor zorgen dat signalen van het ene circuit niet via de voedingsleidingen in een ander circuit terecht komen. Ook kan een ontkoppelcondensator tussen de massa (min) en een bepaalde aansluiting van een IC geplaatst worden, om stoorsignalen op die aansluiting te dempen (bijvoorbeeld de ontkoppelcondensator op pin 5 van een NE555).

Ontkoppel condensator

Voor het ontkoppelen van modeltreinen kan gebruik gemaakt worden van een ontkoppelmagneet of een elektrische ontkoppelaar. Zie: Kadee - magnetisch koppelen en ontkoppelen en Deurmagneet als ontkoppelaar.

Ontkoppelmagneet

Ontspoorblok

Een ontspoortong is een mechanische beveiligingsinrichting op de spoorweg, die moet voorkomen dat losse wagens (of eventueel losse rijtuigen) onbedoeld vanaf een zijspoor op de hoofdbaan belanden. (4) Zie: afbeelding voor een voorbeeld. (bron afbeelding: Nico Spilt)

Ontspoortong

Een constructie met hetzelfde doel als een stopontspoorblok is een ontspoorwissel. Dat is een gewoon wissel, maar het is niet met een aftakkend spoor verbonden. Een ontspoorwissel bestaat soms alleen uit wisseltongen - zelfs het puntstuk kan ontbreken. Een wagen die op een ontspoorwissel belandt, rolt van het spoor af. Meer over Ontspoorwissel (3)

Ontspoorwissel

Een ontsporing is een ongeluk op een spoorbaan, waarbij de wielen van een spoorvoertuig (trein, tram, metro) buiten de rails geraken. Als gevolg hiervan belandt dan vaak een groot deel of zelfs het hele voertuig (of de hele trein) buiten de sporen. In ernstige gevallen kan de trein hierdoor omslaan (=omvallen). Bij hoge snelheden kan dit leiden tot zware schade en/of zwaar persoonlijk letsel met fatale afloop. Zie: artikel Ontsporingen. Meer over Ontsporing. (3)

Ontsporing

Indien een trein dreigt te ontsporen houd een geleider, die tussen de spoorstaven aangebracht is, de trein in de baan, waardoor ontsporen vrijwel uitgesloten is. Zie: afbeelding voor een voorbeeld. (bron afbeelding: Rene Wolf)

Ontsporingsgeleiding

De snelheid waarop het gehele baanvak in exploitatie gebruikt moet kunnen worden. Deze snelheid kan gelijk of lager zijn dan de ontwerpsnelheid op een specifieke locatie, niet hoger. (2)

Ontwerp-baanvaksnelheid

De snelheid waarvoor een systeem ontworpen moet worden. Ontwerpsnelheid kan van toepassing zijn op bijvoorbeeld spoor, baan of kunstwerken. (2)

Ontwerpsnelheid

(Chemie); Een onverzadigde verbinding is een binding tussen twee C-atomen in een molecuul, waarbij er geen sprake is van een enkelvoudige C-C binding maar van een dubbele (C=C) of drievoudige C-C binding (C≡C). Hierbij zijn de twee betrokken C-atomen niet door één elektronenpaar gebonden, maar door twee elektronenparen. (3)

Onverzadigd

Vanaf de achterzijde van een trein met een loc de trein duwen, ter assistentie van de loc aan de voorzijde. (3)

Opdrukken

De kracht waarmee de pantograaf tegen de rijdraad aandrukt, loodrecht op het vlak boven op beide spoorstaven. De opdrukkracht is samengesteld uit een statische, dynamische en een aërodynamische opdrukkracht. (2)

Opdrukkracht

Een loc die aan de achterzijde van de trein wordt bijgeplaatst ter ondersteuning van de loc aan de voorzijde om een steile helling te beklimmen. (3)

Opdrukloc

Type afspaninrichting met zowel een mechanische functie: het afspannen van de rijdraden (bovenleiding) als een elektrisch functie: het scheiden van twee groepen (zowel bij gelijk- als wisselspanning) of het scheiden van twee fasen (bij wisselspanning) (2)

Open afspaninrichting

(Grootspoor). Benaming voor een type buffer.

Open korf buffer

1. (Grootspoor); Als het wissel niet in de juiste stand ligt en een railvoertuig het "met de punt mee" passeert, dan spreekt men van het openrijden van het wissel. Tenzij een wissel "openrijdbaar" is ontstaat hierbij schade aan de wisselsteller en aan de verbinding tussen wisselsteller en wisseltongen, soms ook aan de tongen zelf. Soms ontspoort een trein bij het "openrijden" van een wissel. (3)
2. (Modelspoor); bij "analoog rijden" kan het "openrijden" van een wissel geen kwaad.
3. (Modelspoor); bij "digitaal rijden" onstaat bij wissels met metalen puntstuk bij het "openrijden" meteen kortsluiting, wanneer het puntstuk van het wissel gepolariseerd is. Het metalen puntstuk heeft dan bij het "openrijden" een andere polariteit dan de aanliggende spoorstaaf. Rijdt de loc of de trein daar overheen, dan treedt kortsluiting op tussen het metalen puntstuk en de aanliggende spoorstaaf. Meer over openrijden.

Openrijden

(Eng) "Open source" of "open bron" beschrijft de praktijk die in productie en ontwikkeling vrije toegang geeft tot de bronmaterialen ("de source") van het eindproduct. Bijvoorbeeld "Open Source software". (3)

Open Source

(Elektrotechniek); Het opkomen van een relais is het moment dat de spoelspanning van het relais ingeschakeld wordt, en het relais naar zijn werkstand gaat, ofwel "het relais maakt contact". Meer over relais.

Opkomen

Een oplosmiddel of solvent (Engels) is een stof waarin andere materialen opgelost kunnen worden. In het huishoudelijk gebruik komen veel producten voor waarin oplosmiddelen zijn verwerkt. Oplosmiddelen worden bijvoorbeeld gebruikt voor het oplossen van vaste stoffen (jodium, zout, pijnstillers), het vloeibaar houden van anders harde substanties (drukinkt, schoensmeer, lijm) en het verspreiden van geuren (aftershave, luchtverfrisser, toiletblok). Vluchtige oplosmiddelen kunnen gebruikt worden in producten waarbij snelle droging door middel van verdamping gewenst is (verf). (3)

Oplosmiddel

De effectieve spoorlengte van een opstelterrein. (2)

Opstelcapaciteit

Een spoor waar treinen kunnen worden opgesteld (buiten de spits). De opstelsporen maken onderdeel uit van een emplacement. (2) Zie: artikel Schaduwstations. Meer over opstelspoor.

Opstelspoor

Opstelsporen

Deel van een emplacement, bestaande uit één of meer opstelsporen. (2) Zie ook Opstelspoor.

Opstelterrein

Een optische sensor zet lichtstralen om in elektronische signalen. De sensor meet de fysieke hoeveelheid licht en vertaalt dit vervolgens naar een vorm die leesbaar is voor een instrument. Een optische sensor maakt doorgaans deel uit van een groter systeem dat een lichtbron, een meetapparaat en de optische sensor integreert. Dit is vaak verbonden met een elektrische trigger. De trigger reageert op een verandering in het signaal binnen de lichtsensor. Een optische sensor kan de veranderingen van één of meerdere lichtstralen meten. Wanneer er een verandering optreedt, werkt de lichtsensor als een foto-elektrische trigger en verhoogt of verlaagt daarom de elektrische output.

Optische sensor

Een (Eng.) opto coupler is een IC dat bestaat uit één led (bij de DC-uitvoering) of twee leds (bij de AC-uitvoering), en een sensor zoals een "fotodiode", "fototransistor" of "fototriac" in een hermetisch afgesloten- en lichtdichte behuizing. Maakt het mogelijk signalen door te geven tussen twee schakelingen, waarbij geen galvanische verbinding tussen de beide schakelingen aanwezig mag zijn. De isolatiespanning (Viso) kan tot meer dan 5000 volt bedragen. Bijv. de PC814 heeft een Viso van 5300 volt. Dit type IC is ook leverbaar in Duo- of Quaduitvoering. Zie: Elektronica basis.

Opto Coupler

(Modelspoor). Instelling in de decoder, die er voor zorgt dat de loc/het treinstel langzaam (natuurgetrouw) optrekt. Zie: "CV3" in Basis-instellingen decoder

Optrekvertraging

Indien er op één spoor twee treinen achter elkaar in dezelfde richting rijden, heeft de tweede trein tijd nodig om op de locatie te komen waar eerst de eerste trein passeerde. De tijd tussen beide passages wordt de opvolgtijd genoemd. (2)

Opvolgtijd

Het laten rijden van losse locs probeert men zo veel mogelijk te vermijden. Men geeft dan liever een loc mee aan een trein die de gewenste kant op moet. Dat scheelt een machinist (kostenbesparing) en het legt minder beslag op de capaciteit van het spoor. Men zegt dan dat men een locomotief in opzending meegeeft: zo'n locomotief helpt niet mee met het trekken van de trein. Dat is dus wat anders dan dubbeltractie, waarbij beide locs wel meehelpen bij het trekken van de trein. (4)

Opzending

Een ornament is een compositie of versieringselement (versiersel) dat tot doel heeft een voorwerp of gebouwen of delen daarvan te versieren of op te luisteren. (3) Meer over ornament.

Ornament

De extra ophoging (peil) die aangebracht wordt, om een verwachte zetting plus inklinking te compenseren. (2)

Overhoogte

Samenstel van twee nabij elkaar, in tegengestelde richting, gelegen overloopverbindingen. In totaal bestaat een overloopcomplex uit vier wissels. (2) meer over overloopcomplex.

Overloopcomplex

Wisselverbinding tussen twee naastliggende sporen die een loc, treinstel of trein in staat stelt om van spoor te wisselen. In totaal bestaat een overloopverbinding uit twee gekoppelde wissels. (2)

Overloopverbinding

Wissel die deel uitmaakt van overloopverbinding. (3)

Overloopwissel

Overweg, gelegen in een vrijliggend fiets- of voetpad. (2) Zie: artikel Overwegen Grootspoor.

Overpad

De kans dat treinen elkaar ongehinderd gelijkvloers kunnen kruisen (niet gelijktijdig een bepaald wissel(-complex) hoeven te berijden) binnen een bepaalde tijdsperiode. (2)

Oversteekkans

Een oververhitter is een warmtewisselaar die verzadigde stoom in temperatuur verhoogt tot oververhitte stoom, bijvoorbeeld om een turbine aan te drijven. (3) Meer over oververhitter.

Oververhitter

Gelijkvloerse kruising van een spoorweg en een weg, voorzien van Andreaskruisen of hekken. (2) Zie: artikel Overwegen.

Overweg


Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 12 mrt 2024 10:28 (CET)