Persoonlijke instellingen

Onderhoud

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteur: Dick van der Knaap


Dit artikel behandelt het onderhoud van modelspoormaterieel.

Rails

Het schoonhouden van de rails is uitermate belangrijk. De stroomtoevoer voor onze gemotoriseerde railvoertuigen gaat immers via de rails. Vuil op de rails is vaak de oorzaak van slechte stroomgeleiding, waardoor er storingen optreden in het treinbedrijf. Dat uit zich, doordat treinen blijven stilstaan, of haperend, met horten en stoten, vooruitkomen. Elke modelspoorder heeft hiermee te maken bij zijn treinbedrijf, en een ieder heeft zo zijn voorkeur voor een methode om de rails schoon te houden.
In principe zijn alle methodes maar op een tweetal varianten gebaseerd, namelijk poetsen met gebruikmaking van een vloeistof, of met een schuurmiddel.

"De vloeistofmethode"

Een niet pluizend lapje (stuk van een oud laken bijvoorbeeld) wordt om een vinger gewikkeld en bevochtigd met een vloeistof. Hiervoor blijkt wasbenzine het meest geschikt (en voor de gezondheid het minst schadelijk), maar ook terpentine en isopropylalcohol (IPA) worden wel gebruikt. Spiritus is ook bruikbaar, maar bevat wat (zeer schadelijk) methylalcohol, terwijl zuivere ethylalcohol wél geschikt is, maar helaas onbetaalbaar en slecht verkrijgbaar. Het vochtige lapje wordt stevig op de rails gedrukt, en de vinger over de rails getrokken. Het vuil en vettigheid blijft op het lapje achter, terwijl een teveel aan oplosmiddel verdampt. Let dus op, dat de ruimte waarin de modelbaan staat, goed geventileerd wordt!
Zodra de rails schoon is, laat deze behandeling géén zwarte sporen meer achter op een wit lapje. We kunnen daarna de activiteiten naar een ander deel van het spoor verplaatsen, totdat de hele baan is schoongemaakt.

"De schuurmethode"

Hierbij wordt "droog" gewerkt. Bekend is bijvoorbeeld het schuurblokje van Roco. Dat bestaat uit synthetisch rubber, vermengd met zeer fijn zand. Dit wordt stevig op de rails gedrukt en heen-en-weer bewogen. Zo wordt het vuil verwijderd, met als nadeel dat daarna de baan nog een beurt met de stofzuiger nodig heeft om het schuursel te verwijderen. Slechts een deel blijft maar aan het blokje kleven.
Sommige mensen willen niets weten van deze methode. Het zou minuscule krasjes in de rails geven, die weer aanleiding zouden zijn tot snellere vervuiling. Tot nog toe is er echter géén hard bewijs voor deze veronderstelling.

"Schoonmaken zonder inspanning"

Sommige merken hebben (hadden) een speciale oplossing voor de schuurmethode. De poetswagen van bijvoorbeeld Roco, die achter een goederentrein wordt geplaatst, schuurt tijdens het rijden en houdt daardoor voortdurend de rails schoon. In vroeger tijden bestonden er ook ketelwagentjes, gevuld met oplosmiddel. Dat druppelde langzaam op een viltje, dat zich onder de wagen bevond en regelmatig moest worden vervangen. Nadeel van poetswagens is steeds, dat er een loc nodig is om ze voort te bewegen. De motor daarvan wordt behoorlijk zwaar belast, met bijbehorende slijtage. Een beter (en kostbaarder) alternatief is de gemotoriseerde Dapol onderhoudsmachine. Die schuurt ook, en zuigt tegelijkertijd het slijpsel op, en beweegt zichzelf voort. Deze machine kan zelfs van een decoder worden voorzien.

Gemotoriseerde voertuigen

Sommige modelspoorders hebben een bestand, waarin hun gehele bezit is opgenomen. Slechts zelden zien we, dat daarbij de datum van het laatste onderhoud wordt vastgelegd. Tóch is dat wel verstandig, want regelmatig onderhoud voorkomt verstoring van het rijgenot. Een vaste regel voor onderhoud is niet te geven. Dat is afhankelijk van de intensiteit van het gebruik.
Een oorzaak van slecht rijden kan ook zijn, dat de locomotieven zijn vervuild. Een veel voorkomend euvel is aangekoekt vuil, afkomstig van de rails. Het loopvlak van de wielen is dan niet schoon, hetgeen te zien is omdat ze niet "blank" zijn. Reinigen geschiedt het beste met een lapje met vloeistof, zoals ook eerder beschreven bij rails. Tegen hardnekkig aangekoekt vuil kan ook een "glasvezelpotlood" worden gebruikt.

Let-op.jpg
  LET OP!
Waarschuwing
Er kunnen minuscule glasdeeltjes ontstaan bij het gebruik van een "glasvezelpotlood".
Laat die niet in de ogen komen!

Koolborstels

Nieuwe motoren zijn vaak zonder koolborstels (brushless), maar de meeste (oudere) motoren hebben koolborstels. Die zijn aan slijtage onderhevig. Gevolg is wél, dat ze regelmatig moeten worden vervangen. Daarbij is het oppassen geblazen, want er zijn vaak kleine veertjes aanwezig om de koolborstels op de collector van de motor te drukken. Zo mogelijk halen we de motor uit elkaar in een plastic zak. Mocht het onverhoopt gebeuren dat een veertje wegspringt, dan is de kans groot dat het in de zak wordt opgevangen. Nieuwe koolborstels moeten eerst iets "inslijten", met andere woorden: de juiste vorm aannemen. Dat kan gepaard gaan met een piepend geluid, wat echter verdwijnt als de motor is ingelopen.
Bij gebruik van koolborstels zal de slijtage daarvan ook restanten (=koolstofdeeltjes) achterlaten op de collector, die meestal bestaat uit een drietal (of vijftal, bij een vijfpolig anker) dunne koperplaatjes (lamellen), waartussen een kleine, niet geleidende, zone bestaat. Daar kunnen zich koolstofdeeltjes van de koolborstels afzetten, en zelfs de plaatjes elektrisch doorverbinden. Gevolg: de motor is kortgesloten, en draait niet meer. Schoonmaken kan met een penseeltje of wattenstaafje bevochtigd met wasbenzine. Daarmee wordt over de koperplaatjes gepoetst, totdat deze weer blank zijn. "Verwijder aangekoekt vuil tussen de collectorlamellen nooit met een metalen voorwerp", maar met een houten cocktailprikker.

"Hulpmiddel"

Erg gemakkelijk is een hulpmiddel, dat zelf gemaakt wordt uit wat restmateriaal. Neem een drietal plankjes van voldoende lengte en breedte, afhankelijk van de gebruikte schaal en houtdikte. Deze lijmen we met wat houtlijm in de lengterichting haaks tegen elkaar.

Schoonmaakhulpstuk01.gif
Afbeelding: 01
Schoonmaakhulpstuk
Tekening gemaakt door: Fred Eikelboom

We krijgen zo een langwerpig bakje. Dat is dus aan de bovenzijde open (zie tekening 01). De vrije breedte is 40 mm (schaal H0) of 25 mm (schaal N), de lengte is ongeveer de lengte van de grootste locomotief. Ter bescherming van de kostbare locs leggen we een dun stukje schuimrubber in het bakje. Een locomotief kan nu, op zijn kop, gemakkelijk in dit bouwsel worden gelegd. Op beurzen wordt soms een, geheel uit schuimrubber bestaand, "bakje" verkocht, wat ook bruikbaar is.
Dan zoeken we een restje rails, in de rommeldoos. Aan beide spoorstaven (voor Märklinisten: spoorstaaf en puntcontacten) solderen we een soepel draadje. Deze draadjes worden op de rijspanning van een geschikte rijregelaar aangesloten. Door nu de beide spoorstaven op de stroomafnemende wielen te drukken, gaat de motor draaien. Stel de spanning dusdanig in, dat de wielen langzaam ronddraaien, en zorg ervoor dat niet tè hard gedrukt wordt om niet teveel weerstand aan de motor te bieden. We kunnen nu met een wattenstaafje, gedrenkt in wasbenzine, de wielen reinigen.

"Smering"

Lagers smeren we met olie. Belangrijk is steeds, dat zo weinig mogelijk olie wordt gebruikt. Het "teveel" zal tijdens het rijden op de rails belanden, die dan weer moeten worden gereinigd. Ook zal overtollige olie via de lagers in de motor terechtkomen en zo de collector vervuilen.
Diverse modelspoorfabrikanten bieden speciale olie aan om de locomotief te smeren (bijvoorbeeld Roco "speciaal olie", bestelnummer 10906). Dat zit vaak in flesjes die voorzien zijn van een fijne doseernaald. Gebruiken we deze speciale olie niet, dan kunnen we bijvoorbeeld blanke naaimachineolie gebruiken. Als doseermogelijkheid komt ook een injectiespuitje met naald in aanmerking (in de apotheek vaak verkrijgbaar, als we het doel uitleggen).

Let-op.jpg
  LET OP!
Waarschuwing
Het gebruik van slaolie, olijfolie e.d. wordt ten stelligste afgeraden! Deze oliesoorten verharden namelijk door de zuurstof uit de lucht en verliezen dan hun smerende werking.
Motorlagers

Bij het smeren van de motorlagers moeten we, vooral aan de zijde waar zich de koolborstels bevinden, maar "heel weinig" olie aanbrengen. Wanneer hier teveel olie wordt aangebracht, trekt dit (door de cappillaire werking), via de ruimte tussen het lager en de as door, naar de koolborstels en de collector!

Tandwielen en wormwielen

Tandwielen en wormwielen hebben liever smeervet. Ook daarvoor geldt: wees zuinig ermee, overdaad schaadt. Gebruik gèèn eetbare vetten (die verharden), maar zuurvrije vaseline of "teflonvet" (bijvoorbeeld Roco "speciaal smeervet", bestelnummer 10905). Een paar speldenknopjes zijn meestal voldoende. "Vergeet dan niet om de lagers van de tandwielen te smeren met olie".

Aslagers

Aslagers van goederenwagens en/of rijtuigen smeren we met een klein beetje vaseline of "teflonvet" (Roco "speciaal smeervet"). De assen verwijderen en dan in de aspotten een weinig vet aanbrengen.

Wissels

Ook wissels kunnen soms een beetje extra hulp gebruiken om gemakkelijker om te leggen. De beide wisseltongen zijn vaak met elkaar verbonden door een plaatje isolatiemateriaal (de stelbalk), dat heen-en-weer schuift. Dat dient soepel, zonder veel moeite, te gebeuren. Hier kan wat grafietpoeder voor een oplossing zorgen. Niet te veel gebruiken want grafiet geleid, er kan dus kortsluiting ontstaan. Gerelateerde termen: Maerklin, Mærklin


Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 3 nov 2023 9:39 (CET)