Persoonlijke instellingen

Seinlantaarns

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net / Auteurs: Hans van de Burgt en Fred Eikelboom


Een seinlantaarn is een (olie)lamp in een draaibare behuizing met daarop een symbool om de betekenis aan te geven. Er zijn verschillende soorten seinlantaarns. Hoge op een doorgaans zwart/witte paal en lage op een voetstuk.

Rangeerpaallantaarn

Een rangeerpaallantaarn bestond uit een lantaarn op een zwart/wit geschilderde paal. In de stand "rangeren" toonde het sein naar beide zijden toe een staand rechthoekig wit vlak. In de stand waarin rangeren niet was toegestaan, de stand "niet rangeren", werd een zwart liggend kruis op een wit veld getoond. Vanwege de vorm en het uiterlijk werden deze rangeerlantaarns ook wel een "rouwbrief" genoemd (zie: tekening 01).

Rangeerpaallantaarn-02.png
Afbeelding: 01
Rangeerpaallantaarn
Tekening gemaakt door: Hans van de Burgt

De rangeerpaallantaarn diende voor het leiden van zuivere rangeerbewegingen (voor de heen- en weergaande treinbewegingen) op de rangeersporen, waarbij meestal aan beide zijden het seinbeeld getoond werd. De rangeerpaallantaarn gaf dus toestemming tot het rangeren over diverse sporen, maar op sommige emplacementen werd deze ook gebruikt om al dan niet toestemming te verlenen om bepaalde wisselstraten te berijden.

Rangeerstoplantaarn

Rangeerstoplantaarn-oud-02.png
Afbeelding: 02
Rangeerstoplantaarn oliegestookt
Tekening gemaakt door: Hans van de Burgt

Rangeerstoplantaarns behoorden tot de zogenaamde "dwergseinen". Zij bestonden uit laaggeplaatste lantaarns, die overdag en 's nachts hetzelfde seinbeeld vertoonden (zie: tekening 02). De buitenafmetingen waren: 36 cm x 36 cm x 23 cm.
Het doel van de rangeerstoplantaarn was treinbewegingen te beschermen tegen zijdelingse aanrijdingen op rangeerterreinen. De rangeerstoplantaarns gaven een absoluut stopsein, met andere woorden, in de onveilige stand mocht men ze niet voorbijrijden. De seinen hadden een vierkant wit vlak van 30 bij 30 cm, met een rechtopstaand oranje kruis. Een zwarte pijl wees naar de richting van het spoor waarvoor het seinbeeld geldig was. De normale stand was "onveilig", m.a.w. "tot hier en niet verder". Het sein gold, na het op "veilig" stellen, telkens voor één rangeerbeweging.

200 200 275
Afbeelding: 03 Afbeelding: 04 Afbeelding: 05
Rangeersstoplantaarn te Amsterdam Rangeersstoplantaarn, hoge variant Veilig en onveilig
Bron: Nico Spilt Bron: Nico Spilt Bron: Nico Spilt

Amsterdam CS, 1 december 1968. Treinstel 682 naast een paar rangeerstoplantaarns (zie: foto 03).

"De lantaren toont in de richting van het spoor een oranje staand kruis op een melk-wit veld; een schuin naar beneden gerichte zwarte pijl wijst het spoor aan, waarvoor de lantaren geldt. Geldt de lantaren voor de beide sporen, waartusschen de lantaren geplaatst is, dan wordt dit door twee pijlen aangegeven. Wordt de lantaren vanuit het seinhuis gedraaid, dan verschijnt er in de richting van het spoor een melk-wit veld: het rangeerdeel mag doorrijden."

Bron: Seinreglement 1934

Een variant van de rangeerstoplantaarn toont een half wit, half oranje veld met een zwarte pijl in de richting waarvoor het seinbeeld geldt (zie: tekening 06). Gekruiste pijlen komen bij dit type niet voor. Men mag een wissel niet berijden in de richting van het oranje veld. Ligt het wissel in de stand van het witte veld, dan mag de machinist echter wel doorrijden.

Rangeerstoplantaarn-halfzijdig-02.png
Afbeelding: 06
Rangeerstoplantaarn halfzijdig
Tekening gemaakt door: Hans van de Burgt

Deze halfzijdige rangeerstoplantaarns zijn later vervangen door de versies met een kruis. De machinisten moesten vooral letten op de stand van de wisseltongen. Een goede illustratie is te zien de foto hieronder. Op de linker foto moet de machinist stoppen, want het wissel leidt naar het deel met het oranje veld. Op de rechter foto mag de machinist doorrijden, want het wissel leidt naar het deel met het witte veld.

Half-oranje-stoplantaarns.png
Afbeelding: 07
Onveilig voor één richting
Bron: Nico Spilt

Aanvankelijk waren het olielampen met een "schoorsteen" en gekleurd glas-in-lood in oranje, zwart en melkwit. Later werden de olielampen vervangen door eenvoudiger elektrische varianten. Het oranje kruis werd daarbij vervangen door een rood kruis.

Rangeerstoplantaarn-nieuw-02.png
Afbeelding: 08
Rangeerstoplantaarn, elektrisch aangedreven, met rood kruis
Tekening gemaakt door: Hans van de Burgt

Wisselseinlantaarn

Wissellantaarn.png
Afbeelding: 09
Wissellantaarn
Tekening gemaakt door: Hans van de Burgt

Een wissellantaarn werd gebruikt om de stand van een wissel aan te geven (zie: tekening 09). Wissellantaarns werden bij de NS spaarzaam toegepast, alleen bij die wissels waarvoor het voor de dienstuitvoering nodig was. Dat betekende in de praktijk bij de uiterste wissels van een station als de wisselstand niet met vertakkingsseinen was aangegeven en verder bij de belangrijkste wissels van wisselstraten op stations en rangeerterreinen.

Afsluitlantaarn

Afsluitlantaarn.png
Afbeelding: 10
Afsluitlantaarn
Tekening gemaakt door: Hans van de Burgt

Afsluitlantaarns werden gebruikt om het einde van een kopspoor aan te geven of om het achter de lantaarn gelegen spoor te beveiligen (zie: tekening 10). Met kopspoor werd een spoor bedoeld waarop personentreinen volgens dienstregeling moesten stoppen. Bij de stootjukken aan het eind van kopsporen bij perrons was de afsluitlantaarn uitgevoerd als een vast sein en bevestigd op het stootjuk of aan de perronoverkapping. Verder werd de seinlantaarn nog toegepast om de stand van speciale inrichtingen aan te geven, zoals bij draaischijven, weegbruggen, beweegbare spoorwegbruggen of spoorafsluitingen. In dit soort gevallen was het als draaibaar sein uitgevoerd.
Bij spoorafsluitingen werd het meestal gekoppeld aan een stopontspoorblok, bij brugbeveiliging aan de bruginrichting. Pas wanneer de spoorbrug weer in de normale stand was gekomen en vergrendeld, kon de afsluitlantaarn in de veilige stand gesteld worden. Werd het gebruikt als beweegbaar sein ter beveiliging van het daarachter gelegen spoor, waardoor de seinbeelden "veilig" en "onveilig" gegeven konden worden, dan was het uitgevoerd als tweezijdig sein. De afsluitlantaarn behoorde tot de dwergseinen en gold zowel voor treinen als voor rangeerdelen.

Seinlantaarn op waterkraan

Waterkraan-W2.png
Afbeelding: 11
Seinlantaarns op waterkraan
Tekening gemaakt door: Hans van de Burgt

In het seinreglement was bepaald dat de stand van de wateruitlooppijp van waterkranen naast hoofdsporen 's nachts verlicht moesten zijn. In werkelijkheid waren alle waterkranen van een seinlantaarn voorzien. Overdag was dat niet nodig, maar 's nachts was het niet eenvoudig om te zien of de uitlooppijp dwars op het spoor stond. Er waren twee soorten seinlantaarns, een die midden op de waterkraan stond en half rood half wit licht uitstraalde. De rode kant was daarbij gericht naar het spoor. De tweede soort stond op de uitlooppijp zelf. In dat geval toonde de lantaarn een rood licht, wanneer de pijp dwars op het spoor stond. Bij een stand evenwijdig aan het spoor brandde 's nachts een melkwit licht. Zie: de tekening hierboven en de foto hieronder.

NSp-z35123.jpg
Afbeelding: 12
Waterkraan met seinlantaarn op de uitlooppijp.
Bron: Nico Spilt

Noodseinlantaarn

Nood-sein wit van BNLS-forum-02.jpg Nood-sein rood van BNLS-forum-01.jpg Nood-sein van BNLS-forum-03.jpg
Afbeelding: 13 Afbeelding: 14 Afbeelding: 15
Noodseinlantaarn met wit licht Noodseinlantaarn met rood licht Het inwendige van de noodseinlantaarn
Foto gemaakt door: Gebruiker BNLS-forum Foto gemaakt door: Gebruiker BNLS-forum Foto gemaakt door: Gebruiker BNLS-forum

De noodseinlantaarn diende in de loc, het treinstel of de trein aanwezig te zijn in de cabine. In geval van nood kon de noodseinlantaarn bijvoorbeeld gebruikt worden om een defect of ontbrekend sluitsein te vervangen. Met de knop aan de voorkant kon een rode lens voor de lamp gedraaid worden. Hierboven een exemplaar uit ongeveer de jaren 1960 (zie: foto's 13 en 14). Een zogenaamde blokbatterij van 9 volt zorgde voor de stroomvoorziening.


Meer informatie

Encyclopedie:
Beneluxspoor.net:
over de rangeer seinlantaarn.
Externe websites:
NS-seinstelsel.
Het Instituut voor Seinwezen en Telecom-ingenieurs.
Klassieke beveiliging.
Marc Ronald Pieters.
Nico Spilt.
Norm S-7 (PVR) Profiel van vrije ruimte (pdf).
NS-seinstelsel.
Gerard van de Weerd
The Signalpage.
Informatie over het NS-Lichtseinstelsel (pdf).
Literatuur:
Spoorwegwet (regeling spoorverkeer).
Informatie over seinen. (bijlage 4, art. 24)



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 8 sep 2024 10:31 (CET)