Persoonlijke instellingen

Woorden - W

Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
Ga naar: navigatie, zoeken
Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende

Onder redactie van: BeneluxSpoor.net


Woord of afkorting:         Zoeken op deze pagina: CTRL + F.

WABCO.

WABCO De "Westinghouse Air Brake Company" (afgekort WABCO), werd op 28 september 1869 opgericht door George Westinghouse in Pittsburgh, Pennsylvania. Eerder dat jaar had hij de luchtrem, werkende door middel van samengeperste lucht, voor de spoorwegen uitgevonden. (3) Meer over WABCO.

WBI.

(Grootspoor). Afkorting van Werkplek Beveiligings Instructie. Een Werkplek Beveiligings Instructie is een instructie die de Leider Werkplek Beveiliging (LWB) standaard aan alle betrokken personen geeft voordat ze met de werkzaamheden aan het spoor beginnen. (5) Meer over WBI.

Werkspoor.

Afkorting van "Nederlandsche Fabriek van Werktuigen en Spoorwegmaterieel)", met fabrieken in Amsterdam en Utrecht. (3) Meer over werkspoor.

WIBR.

Afkorting van Waarschuwings Installatie op BRuggen. (2) Meer over de WIBR

WIDO.

Afkorting van Waarschuwings Installatie voor DienstOverpaden. (2) Zie: Overwegen Grootspoor. Meer over de WIDO.

Wi-Fi.

Wi-Fi is een certificatielabel ("logo") voor producten voor draadloze datanetwerken, die werken volgens de internationale standaard IEEE 802.11 (draadloos ethernet of wifi). Dergelijke producten maken gebruik van radiofrequenties in de 2,4-, 5- en/of 6GHz-banden die onder voorwaarden zonder licentie gebruikt mogen worden. (3) Zie ook: LAN en Zie ook: WLAN. Meer over Wi-Fi.

WILO.

Afkorting van Waarschuwings Installatie voor Landelijke Overwegen. (2) Zie: artikel Overwegen Grootspoor. Meer over de WILO.

WIT.

Afkorting van Waarschuwings Installatie Tunnels. (2) Zie: Knipperlichtschakelingen. Meer over de WIT.

WLAN.

Wireless LAN (afgekort WLAN) is een draadloos local area network dat vaak ook toegang geeft tot internet, meestal gebaseerd op 802.11-protocollen. (3) Zie ook: LAN en Wi-Fi. Meer over WLAN.

WRRS.

WRRS is de afkortng van "Western Rail-Road Supply Company" (voormalige Amerikaanse fabrikant van overweginstallaties voor de NS) Meer over WRRS (Engels).

WUBO.

Afkorting van Waarschuwingslichten bij Uitzichtsbelemmerende Objecten. (2) Zie: Overwegen Grootspoor. Meer over de WUBO.

Waakinrichting

(België); "automatische waakinrichting": dodemanspedaal (1)

Waarschuwingssein

(België); Voorsein in verschillende vormen (o.a. 2 gele lichten) dat waarschuwt hoe de te verwachten stand van het eerstkomende stopsein (= hoofdsein) zal zijn; ook: "Verwittigingssein"; niet: "voorsein", alleen in Nederland gebruikt. (1)

Wachteres

Vrouwelijke overwegwachter (1)

Wachtkamer

"Ga maar in de wachtkamer staan": gezegd tegen machinist van een trein die gereedstaat voor vertrek, maar nog niet weg kan omdat het baanvak voor een andere trein vrij gehouden moet worden. Net als bijv. een patiënt in de wachtkamer van een arts moet zo'n trein wachten. (1)

Wachtspoor

Spoor waarop een trein gedurende enige tijd gestald kan worden. (2) Meer over wachtspoor.

Wadloper

Type Diesel Hydraulische treinstellen (DH1 en DH2), dat bedoeld was om in het Noorden van Nederland te rijden. (3) Meer over wadloper

Wagen

(NS-spoorjargon); Spoorvoertuig bestemd om door middel van een krachtvoertuig te worden bewogen en expliciet ingericht voor het vervoer van goederen.

Wagenpool

Een wagenpool is een serie rijtuigen die door verschillende maatschappijen zijn samengebracht t.b.v. de uitvoering van een gemeenschappelijke internationale dienst. (3)

Wagen

1. Wagon, personenwagen, goederenwagen.
2. Locomotief; "een goede wagen": een goede loc; zelden gebruikt in deze betekenis; zie ook "Kar". (2)

Wagenmeester

Opzichter over spoor- of tramwagens; de wagenmeester houdt toezicht op de balading van goederenwagens en controleert koppelingen, remmen enz. van rollend materieel; ook: "Treinsmid". (2)

Wagon

(NS-spoorjargon); Spoorvoertuig (ook rijtuig genoemd), bestemd om door middel van een krachtvoertuig te worden bewogen en expliciet ingericht voor het vervoer van personen.

Walm

Walm is zwarte, vette rook uit de schoorsteen van de loc; zie ook "Tabak", "Roken", "Stinken". (1)

Wallmate

Geëxtrudeerd Polystyreen Hardschuim isolatieplaat. Zie XPS.

Walproces

Proces dat de sturing van trein- en rangeerdienst omvat, evenals de regeling van het veilig gebruik van de infrastructuur en het materieel. Het walproces is dus dat deel van de treindienst, dat niet door treinpersoneel (machinist, conducteur) wordt uitgevoerd. (2) Meer over walproces.

Walschaerts

Egide Walschaerts vond in 1844 de "Walschaertsstoomverdeling" uit die gebruikt zou worden in het aandrijfmechanisme van de stoomschuif van de meeste stoomlocomotieven. (3) Zie ook: Heusinger schuifbeweging. Meer over Walschaerts.

Walvis

Bijnaam van de locomotieven van de serie NS 3800-3805, die van een stroomlijnmantel voorzien waren en daardoor een uiterlijk als van 'n walvis hadden; ook "potvis".

Wang

"Loc met rode wangen": loc waarvan de rookkast gloeit, doordat deze niet goed afgesloten is, zodat er een trek langs ontstaat, of doordat er te veel gloeiende vliegas haar warmte uitstraald. (1)

Wash

Een wash wordt gebruikt bij het weatheren (verouderen/vervuilen). Hierbij wordt met zeer sterk verdunde verf, een laagje verf aangebracht. De "wash" is ook kant-en-klaar verkrijgbaar in zwart, bruin en en een lichtere kleur. Een "wash" wordt aangebracht om details te laten opvallen of om iets er vervuild uit te laten zien. Zie ook Weatheren.

"Waslijn"

(NS-spoorjargon). Bijnaam voor de bovenleiding. Zie: artikel Bovenleiding.

Wasluikje

Afsluitbare opening aan de buitenzijde van de ketel, waardoorheen bij het ketelwassen wasgereedschap naar binnen gestoken kan worden; zie ook "Wasplug". (1)

Wasplug

Plug ter opvulling van uitsparing afsluiting van de ketelwand, welke uitsparing toegang geeft tot een wasgat voor het ketelwassen; zie ook: "Wasluikje". (1)

Water

"Meer water stoken als kolen": de kolen, alvorens ze in het vuur te gooien, zo nat maken, dat ze, eenmaal in het vuur, niet te snel verbranden en deels onverbrand de vlampijpen ingezogen worden, maar ook weer niet te langzaam verbranden, waardoor er niet voldoende stoom geproduceerd wordt; zie ook: "leerling", "tuinman", "spitter". (1)

Waterbord

(Bouwkunde); Een waterbord is een iets schuin naar de pannen (of riet) aflopende horizontale plank, die aan de verticale Windveer gemonteerd wordt. Dit om te voorkomen dat water tussen de windveer en de dakbedekking instroomt. Meer over waterbord.

Waterkolom

Grote, hoge waterkraan voor het vullen van de tender; kolom betekent "zuil", "pilaar"; het gaat hier inderdaad om een pilaarvormige waterkraan; ook "waterzuil". (1)

Waterpijp

Een waterpijp is een pijp door de vuurkist heen, van boven bij het ketelfront schuin naar onder bij de vuurbrug; zie verder kookpijp (Belgisch); waterpijp lijkt een een niet veelzeggende term in vergelijking met kookpijp; reliëf krijgt de term wanneer we hem tegenover vlampijp zetten. Door een vlampijp gaan de vlammen terwijl het ketelwater er omheen zit en zo verwarmd wordt; door de waterpijp gaat water, terwijl het verwarmende vuur er omheen zit. (1)

Waterslag

Storing in de gang van een stoommachine doordat water in de cilinder of de stoomleiding is achtergebleven, wat tot ontploffing van de cilinder kan leiden doordat water, in tegenstelling tot stoom, niet samendrukbaar is (van Dale); zie ook: "waterslagklep", "cilinderveiligheidsklep". (1)

Waterslagklep

(België); "cilinderveiligheidsklep", die bij waterslag openslaat. (1)

Waterzuil

Waterkolom; kolom en zuil hebben dezelfde betekenis: die van "pilaar". (1)

Weatheren

Weatheren is het verouderen (ouder laten lijken) van het materieel en scenery m.b.v. verf en/of pigmentpoeders. Door het weatheren verdwijnt de "plastic-look" die het materiaal af-fabriek heeft en zien materieel en scenery er veel natuurgetrouwer uit. Meer over weatheren.

Weegbrug

Inrichting voor het wegen van goederenwagens. Meer over weegbrug.

Weerstand

(Elektronica). Een weerstand is een elektrische component die de eigenschap "elektrische weerstand" heeft. Weerstanden worden gebruikt als onderdeel in elektrische en elektronische netwerken. Voor zo'n component is er volgens de wet van ohm een vaste verhouding tussen de aangelegde spanning en de stroomsterkte die vloeit. Deze verhouding is de "weerstandswaarde", die uitdrukt in welke mate de stroom hinder ondervindt. De weerstandswaarde, kortweg ook weerstand genoemd, wordt uitgedrukt in de afgeleide SI-eenheid "ohm""(symbool: Ω). Een weerstand heeft een waarde van één Ω (ohm) als een spanning van één volt over de component leidt tot een stroomsterkte van één ampère. (3) Zie artikel Elektronica basis. Meer over weerstand (Component).

Weesperpoortje

Bijnaam van de locomotieven van de serie NS 8500, waarschijnlijk in verband met het Weesperpoortstation (1)

Wegkennis

Wegbekendheid die de machinist heeft met de baanvakken die hij berijdt. (1) Zie ook: Wegleren.

Wegleren

Voordat een machinist dienst mag doen op een baanvak, moet hij wegkennis opdoen. Dat wil zeggen dat hij de route met alle bijzonderheden (zoals o.a. de plaats van de stations en van de seinen moet kennen. Vaak gebeurt dat tijdens een gewone rit, onder leiding van een ervaren machinist, maar er worden ook extra treinen ingezet. (4) Meer over wegleren.

Weistra regelaar

(Modelspoor); Regelaar voor analoge banen, ontworpen door Marten Weistra in 1984. Maakt gebruik van pulsbreedtemodulatie PBM. De regelaar (zie: Snelheidsregelaar met pulsbreedtemodulatie) is legendarisch, en wordt nog steeds gebruikt, o.a. door modelspoorclubs. Op de site van Klaas Zondervan is een aangepaste versie van de regelaar te vinden. Zie: regelaar.
Op het forum is aanvullende informatie te vinden.

Werk-aarde

(Elektrotechniek); een werk-aarde bestaat uit een verbinding met het object waarmee je aan het werk bent, het gaat niet zozeer om lading afvoeren, als wel het vereffenen daarvan. Het is helemaal niet erg wanneer je 40 kV meedraagt en het object waaraan je werkt, ook: tussen jou en het object kan dan toch geen ladingvereffening (ontlading) plaatsvinden. Bijvoorbeeld: op een goed soldeerstation zit een aardbus die in verbinding staat met de punt van de bout. Aan die bus verbind je een antistatische mat, een polsbandje en eventueel draag je ESD-schoenen wanneer je aan gevoelige elektronica soldeert.
Let-op.jpg
  LET OP!
Waarschuwing
Een werk-aarde NOOIT verbinden met de aarde van een elektriciteitsinstallatie. Waarom niet? De arme drommel die gebruik maakt van een polsbandje en aan een netgevoed apparaat gaat werken en niet oplet...

Werkplaats

"Die loc moet naar de werkplaats": moet gerepareerd worden in de werkplaats; deze uitdrukking naar de werkplaats vervangt bijna gerepareerd worden. (1).

Werkstation

Een cliënt is een computersysteem (werkstation) met toegang tot een ander systeem, de server, via een netwerk. Men spreekt hierbij van een client-servermodel. De client neemt initiatief tot communicatie met de server met als doel bijvoorbeeld het opvragen van gegevens, het overdragen van gegevens of het uitvoeren van een actie op de server. (3) Meer over werkstation.

Werktrein

Een werktrein is een krachtvoertuig of bijzonder voertuig (bijv. Railvoertuigen en grote onderhoudsmachines) -indien met andere voertuigen verbonden, daarmee één geheel vormende- dat zich bevindt op "buitendienst gesteld spoor" en niet gebruikt wordt als gereedschap op de werkplek. (2) Meer over werktrein.

Wervelstroom

Wervelstromen, foucaultstromen of foucaultse stromen zijn elektrische stromen die bedoeld of onbedoeld geïnduceerd worden in een geleider die zich in een veranderlijk magnetisch veld bevindt of die zich in een magnetisch veld beweegt. 3) Meer over wervelstroom.

Wervelstroomrem

Contactloos remsysteem in materieel, waarbij een magnetische remkracht tussen rem-element en rail wordt opgewekt door middel van inductie van stromen in de spoorstaven. (2) Meer over wervelstroom.

Westinghouse

Zie: WABCO

Wiel

"Vierkant wiel": wiel met een platte wielband. (1)

Wielband

1. Metalen band die om het wiel aangebracht wordt, en na slijtage vervangen kan worden; ook: "velg", "platte wielband". Wielband met een vlakke slijtplek erin, ontstaan door blokkeren bij een remming, waardoor het op één plek schuift en slijt op de rail; ook: "vierkant wiel", "vlakke plaats", "op klompen lopen", "op z'n tandvlees lopen".
2. Een spoorvoertuig rijdt op wielbanden. Een spoorwiel bestaat uit een licht tapse wielband. Het loopvlak is dus ietwat conisch. De wieldiameter wordt aangeduid met loopcirkel. Tegenwoordig bestaan er ook zogenaamde volwielen. Dit zijn wielen zonder losse wielband. (3) Meer over Wielband

Wielflens

De opstaande rand aan het wiel dat er voor zorgt dat een trein, loc, rijtuig of (goederen)wagen op het juiste spoor blijft (Zie ook: Speermaat). (3) Meer over Wielflens.

Wielstel

Een wielstel bij de spoorwegen bestaat uit twee wielen met een as. Deze zijn star aan elkaar verbonden, wat betekent dat de wielen en de as niet ten opzichte van elkaar kunnen draaien zoals bij een wegvoertuig met een differentieel in de aangedreven as. Een spoorwiel heeft een conisch oppervlak, waardoor een wielstel de neiging krijgt het spoor te volgen. Spoorwielen hebben aan de binnenzijde een opstaande rand, een 'flens'. De flenzen houden het wielstel in het spoor als het wielstel een boog in het spoor onvoldoende volgt, wat het geval kan zijn bij wissels en scherpe bogen. (3) Meer over wielstel.

Wijkspoor

1. (België); uitwijkspoor, inhaalspoor; ook "uitwijkspoor" wordt in België gebezigd.
2. Een wijkspoor is een klein instandhoudingsemplacement bestaande uit slechts één spoor ten behoeve van rollend klein instandhoudingsmaterieel. (2)

Wildeman

Bijnaam van de locomotieven van de serie NS 3200, die nogal gemakkelijk doorsloegen en dan "als een wildeman" tekeer gingen. (1)

Windveer

(Bouwkunde); Een windveer is een bouwkundige inrichting die ervoor zorgt dat wind, regen en sneeuw niet onder de dakbedekking kunnen komen, ongeacht of deze uit riet of uit dakpannen bestaat. De eigenlijke windveer bestaat uit een verticaal aangebrachte plank. Om instroming van water tussen de windveer en de pannen te voorkomen, wordt er aan de windveer een iets schuin naar de pannen (of riet) aflopende horizontale plank (het waterbord genoemd) aan de windveer gemonteerd. Dit geheel, van verticale en horizontale plank, wordt dus in de volksmond windveer genoemd. (12) Meer over windveer.

Wissel

(Spoorwegen); Een wissel is een installatie in een spoorweg om een trein, metro of tram naar een ander spoor te leiden. Het woordgeslacht van wissel is mannelijk. Het Vlaams spoorjargon volgt dat en daar zegt men dus "de wissel", maar in het Nederlands spoorjargon zegt men "het wissel". (3) Zie: Basisvormen. Meer over het wissel.

Wisselcomplex

Een wisselcomplex is een samenhangende verzameling wissels, die in hun onderling geschakelde ligging de verbindingsfunctie vervullen tussen meerdere sporen. Synoniem: Wisselstraat. (5) Zie ook Wisselstraat.

Wisseldecoder

Een wisseldecoder is een elektronische schakeling die gecodeerde informatie, die vanaf de besturingscentrale verstuurd is, omzet in een elektrische impuls voor het aandrijven van een vooraf bepaalde elektrische wissel. Zie: artikelen Decoders en Inleiding digitale baanbesturing.

Wisselkruis

Twee kruisende wissels. (2)

Wissel met eind-afschakeling

(Modelspoor); Zie: Afschakelend wissel.

Wisselschakelaar

(Elektrotechniek); Een Wisselschakelaar is een schakelaar met drie contacten, namelijk één moedercontact (COM, van het Engelse common = gemeenschappelijk) en twee wisselcontacten (L1 en L2). Afhankelijk van de stand van de schakelaar is COM met L1 ofwel met L2 verbonden. Met een wisselschakelaar kan een stroomkring worden geopend, terwijl een andere wordt gesloten. Een "dubbelpolige wisselschakelaar" bezit zes aansluitklemmen, hij heeft echter slechts één schakelknop. Hij bestaat in feite uit twee mechanisch gekoppelde "enkelvoudige wisselschakelaars". (3) Meer over de wisselschakelaar.

Wisselspanning

(Elektrotechniek); Wisselspanning is een periodieke elektrische spanning die met een bepaalde frequentie (50 of 60 Hz.) wisselt tussen positieve en negatieve spanning. Er is meestal een min of meer sinusoïdaal spanningsverloop, maar ook andere vormen zijn mogelijk. Wisselspanning is de tegenhanger van gelijkspanning. (3) Meer over wisselspanning.

Wisselsteller

Mechanisme dat naast het wissel is geplaatst, en waarmee handmatig het wissel in een andere stand gezet kan worden (Zie: artikel Railgeometrie). Aan de wisselsteller zit een beweegbaar contragewicht (de zogenaamde kloot), dat het omzetten voor de bedieningsman gemakkelijker moet maken, en er mede voor dient om het wissel in de juiste stand te houden. Om het omzetten op de juiste wijze te doen, moet je eerst de kloot in de andere stand leggen, en daarna pas het wissel omzetten. Zie ook: Kloot. Tegenwoordig zijn er motorisch aangedreven wisselstellers. (3) Zie ook Elektromechanische wisselsteller Meer over wisselsteller.

Wisselstraat

Een aantal wissels en kruisingen die aan elkaar gekoppeld zijn en het mogelijk maken om verschillende sporen te bereiken. Wisselstraten komen veelvuldig voor op stationsemplacementen. Afbeelding Wisselstraat. (4) Zie ook Wisselcomplex.

Wisselstroom

(Elekrotechniek). Ook afgekort tot AC ("alternating current"). De spanning wisselt in Nederland 50x per seconde van polariteit. Zie ook: Gelijkspanning. (3) Meer over wisselspanning.

Wisseltong

Een wisseltong is een zijdelings beweegbaar onderdeel van het wissel. Maakt het mogelijk een loc of trein(stel) in doorgaande of afbuigende richting over het wissel te laten rijden. (10) Meer over wisseltong.

"Witkiel"

Bijnaam voor de kruier die vroeger op stations goederen van- en naar de treinen bracht.

Woonwagen, woonwagenbewoner

zie: "Snelloper".

Worm

Een worm (ook aangeduid als "motor-worm") is een type schroefvormig tandwiel dat gecombineerd wordt met een wormwiel. De worm zit op de motor-as en drijft het wormwiel aan. (3) Meer over de worm.

Wormwiel

Een worm en wormwiel zijn twee tandwielen waarvan de richting van de as van de één loodrecht staat op de richting van de as van de ander. Het wormwiel wordt aangedreven door de worm. Het wormwiel lijkt op een normaal tandwiel. De worm lijkt echter meer op een schroef: op het oppervlak bevinden zich één- of meer spiraalvormige tanden. (3) Meer over wormwiel.

Wortel

(Spoorwegen); De wortel is het achterste gedeelte van de wisseltong (tot aan het puntstuk), waarmee de tong aan de vaste spoorstaaf bevestigd is.



Hoofdpagina  Categorie-index  Index  Menu
Vorige | Volgende
Contact met de redactie: Contact met de redactie 

Laatste wijziging: 14 apr 2024 10:13 (CET)