Woorden - V: verschil tussen versies
Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
|
|
Regel 113: |
Regel 113: |
| |Term= Veegtrein | | |Term= Veegtrein |
| |Uitleg= De '''eerste trein''' die na een treinloze periode (bijv. de nacht) met beperkte snelheid over een hogesnelheidslijn rijdt '''om de baan''' te inspecteren op ongewenste hindernissen in- en op het spoor. [[Verklarende woordenlijst#Bronnen|(2)]] [https://www.ovnet.nl/?spoorbegrip=veegtrein Meer over veegtrein]. | | |Uitleg= De '''eerste trein''' die na een treinloze periode (bijv. de nacht) met beperkte snelheid over een hogesnelheidslijn rijdt '''om de baan''' te inspecteren op ongewenste hindernissen in- en op het spoor. [[Verklarende woordenlijst#Bronnen|(2)]] [https://www.ovnet.nl/?spoorbegrip=veegtrein Meer over veegtrein]. |
| + | }} |
| + | {{Woord |
| + | |Term= Veerwissel |
| + | |Uitleg= '''Wissel''' waarvan de tongen opengereden kunnen worden, en daarna terug'''veren''' in de oude stand; zie ook [[Woorden - K#Klapwissel|"Klapwissel"]]. [[Verklarende woordenlijst#Bronnen|(1)]] |
| }} | | }} |
| {{Woord | | {{Woord |
Versie van 11 apr 2024 om 18:32
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net
Woord of afkorting: Zoeken op deze pagina: CTRL + F.
V-Polder
Een baanconcept waarbij men damwanden in een V-vorm in de grond trilt, bekeken vanuit de dwarsdoorsnede. De tussenliggende grond wordt gedeeltelijk ontgraven en als een polder voorzien van een eigen waterpeil dat lager gelegen is dan dat van het naastgelegen maaiveld. (2) Meer over V-polder.
|
v.
(Grootspoor); "v" is de afkorting van "verdiept". Hiermee wordt dubbeldeks materieel aangeduidt. Zie dubbeldeks materieel
|
V.
(Elektrotechniek, elektronica); "V" is de afkorting van volt. Zie: artikel Elektronica basis.
|
V+
(Elektronica); 1. "V+" is een term die veelvuldig in schema's wordt gebruikt en betekent: positieve voedingsspanning. Meer over V+. 2. "V+" Wordt ook gebruikt voor de "plus ingang" van een "operationele versterker" (OpAmp) of een comparator. Als de spanning op deze ingang stijgt, dan zal ook de uitgangsspanning van de schakeling stijgen. De "niet inverterende" (Engels: "non-inverting") spanningsingang wordt aangegeven met het plusteken (+). Zie ook het artikel Elektronica basis. Meer over opamp.
|
V-
(Elektronica); 1. "V-" is een term die veelvuldig in schema's wordt gebruikt en betekent: negatieve voedingsspanning. Meer over V-. 2. "V-" Wordt ook gebruikt voor de "min ingang" van een "operationele versterker" (OpAmp) of een comparator. De "inverterende" (Engels: "inverting") spanningsingang wordt aangegeven met het minteken (-). Indien de spanning op de "NIET-inverterende ingang" hoger is dan die op de "inverterende ingang", zal de opamp naar een spanning op de uitgang in de buurt van de voedingspanning +Vcc omslaan (=naar het "hoog" niveau overgaan). In het andere geval, als V1 groter dan V2 is, zal de uitgang naar het "laag" niveau overgaan ("nul" of "massa"). Zie ook het artikel Elektronica basis. Meer over de opamp.
|
Vcc.
Vcc is een term die veelvuldig in schema's wordt gebruikt en betekent: positieve gestabiliseerde voedingsspanning t.o.v. GND. Meer over Vcc..
|
Vee.
Vee is een term die veelvuldig in schema's wordt gebruikt en betekent: negatieve gestabiliseerde voedingsspanning t.o.v. GND. Meer over Vee..
|
VAM.
De VAM (Vuil Afvoer Maatschappij) is een voormalig afvalverwerkingsbedrijf met hoofdvestiging in Wijster, Drenthe. (3) Meer over VAM.
|
VDR.
(Elektronica); Afkorting van Voltage Dependend Resistor (=spannings afhankelijke weerstand), ook wel varistor genoemd. Een weerstand, waarvan de weerstandswaarde afhankelijk is van de over de weerstand staande spanning. Zie ook: Elektronica basis. (3) Meer over de VDR.
|
Vkl.
VKL.
Afkorting van Alleen verkeerslichten Aanduiding voor een overpad/overweg zonder overwegboom.
|
VL.
VL-post
VN-nummer
VPI.
Afkorting van Vital Processor Interlocking. Amerikaans elektronisch fail-safe beveiligingssysteem. Beveiligingsysteem dat functioneel gelijkwaardig is aan beveiligingsystemen als EBS en B-relais. (7) Meer over VPI.
|
VPT.
Afkorting van Vervoer Per Trein. Informatie- en communicatiesysteem ter ondersteuning van de planning en bijsturing van de treinenloop. De signalen ten behoeve van de aansturing van de beveiliging worden door middel van EBP aan het beveiligingssystemen doorgegeven. Bijvoorbeeld EBS, VPI of de (oude) B-relais uit het begin van het Nederlandse seinstelsel (zie ook het artikel Seinen). (2) Meer over VPT.
|
VS.
VTG.
(Jargon); Afkorting van Vertraging. (bijv. VTG 5, wanneer er vijf minuten vertraging is). Ook wordt dit in vakjargon aangeduid als: trein nr. x + vijf. Bij de x staat dan het treinnummer (bijv. Trein nr. 6348 + vijf).
|
VWS.
Afkorting van Voorschrift voor Werkzaamheden aan of in de nabijheid van Spanningsvoerende delen. (5) Meer over VWS.
|
Vaantje
Vakwerkmast
Vakwerkmasten bestaande uit stukken hoekijzer, komen onder andere voor als steunmast bij het grootspoor, als zendmast en als draagconstructie van een hoogspanningsleiding. (3) Meer over vakwerkmast.
|
Valrooster
Variabele
Een variabele is een term uit de informatica, die gebruikt wordt in verband met programmeren. Bijvoorbeeld een "CV" van een locdecoder is een variabele. Deze bevat getallen in binaire vorm. (3) Meer over variabele.
|
Variac
Varistor
(Elektronica); Ook wel Metal-Oxide Varistor (afgekort MOV), ook wel VDR genoemd. Elektronisch onderdeel (in de vorm van een schijf, met daaraan twee draden gemonteerd) dat beveiligd tegen te hoge spanningen. (3) Meer over varistor.
|
Vast sein
Een vast sein is een sein, dat te allen tijde een seinbeeld toont, dat in het SR (sein regelement) is omschreven en dat niet vrij verplaatsbaar is. (7) Meer over vast sein.
|
Veegtrein
De eerste trein die na een treinloze periode (bijv. de nacht) met beperkte snelheid over een hogesnelheidslijn rijdt om de baan te inspecteren op ongewenste hindernissen in- en op het spoor. (2) Meer over veegtrein.
|
Veerwissel
Wissel waarvan de tongen opengereden kunnen worden, en daarna terugveren in de oude stand; zie ook "Klapwissel". (1)
|
Veldeffecttransistor
Veilig
Seinstand; "veilig" of "veilig sein" of "sein (op) veilig": trein kan (gaan) rijden; "hoog veilig": de bovenste arm van het vertakkingssein toont veilig; "laag veilig": de onderste arm van het vertakkingssein toont veilig. (1)
|
Veiligheid op 't spoor
Iedereen in Nederland moet veilig kunnen reizen over het spoor, werken aan het spoor en leven bij het spoor. Meer over veiligheid
|
Veiligheidsinformatie-blad
Een veiligheidsinformatieblad is een, in Europa toegepast, gestructureerd document met informatie over de risico's van een gevaarlijke stof of preparaat, en aanbevelingen voor het veilig gebruik ervan op het werk. (3) (zie ook: MSDS). Meer over veiligheidsinformatieblad.
|
Verankeringsblok
Zware betonnen voet, die in de bodem van de spoorbaan zit, naast het spoor. Op dit verankeringsblok worden de bovenleidingportalen bevestigd. Zie: artikel DIN masten en -portalen.
|
Verbreekcontact
Term uit de elektro/elektronica-techniek. Hiermee wordt een contact aangeduidt dat in rusttoestand gesloten is (bijv. een relaiscontact, dat bij bekrachtiging van de relaisspoel opent). (3) Meer over verbreekcontact.
|
Verdeelspoor
Vereffenen
(Elektrotechniek); Het vereffenen van een installatie is bedoeld om de spanning tussen verschillende geleidende delen gelijk te maken. Hierdoor zijn er geen spanningsverschillen en zal er dus geen stroom lopen, wanneer deze delen aangeraakt worden. Meer over vereffenen.
|
Verharder
(Chemie); een verharder (ook "harder") is een stof die aan een andere stof toegevoegd is of wordt, om het verharden van die laatste te bevorderen, bijvoorbeeld bij tweecomponentenlijm. (3) Meer over verharder.
|
Verkanting
Bewust aangebracht hoogteverschil (in de dwarsrichting) tussen de spoorstaven van één spoor. Dit ter compensatie van zijdelingse versnellingen. (2) Meer over verkanting
|
Verkantingsoverschot
Bij een verkantingsoverschot rijdt een trein langzamer door een boog dan waarvoor deze is uitgelegd, inclusief de daarin opgenomen verkanting. Voor de reizigers betekent dit dat de trein gevoelsmatig teveel naar de binnenkant van de boog helt. (2) Meer over verkantingsoverschot.
|
Verkantingstekort
Bij een verkantingstekort rijdt een trein sneller door een boog dan waarvoor deze is uitgelegd, inclusief de daarin opgenomen verkanting. Voor de reizigers betekent dit dat de trein gevoelsmatig teveel naar de buitenkant van de boog helt. Dit is gevoelsmatig te vergelijken met een auto die een scherpe bocht maakt. (2)
Meer oververkantingstekort.
|
Verkeer
Verkeerd Spoor
Verkeersleider (Vkl.)
Een verkeersleider regelt de treinenloop op één- of meer baanvakken en zorgt dan voor de verkeersstromen. Deze persoon mag zich niet met de veiligheidszaken bezighouden.
|
Verkeersproces
(Bewakings- en bedieningssysteem). Systeem bedoeld voor alle bedienhandelingen aan de infrastructuur, ten behoeve van de treindienst. Bijvoorbeeld EBP (Elektronische BedienPost) (2) Meer over verkeersproces.
|
Verlengsnoer
(Elektrotechniek); Een "verlengsnoer" is een elektriciteitssnoer met connectoren A en B dat een verbinding tussen onderling koppelbare connectoren C en D kan verlengen door C te koppelen met A en B met D. Meestal zit C en/of D aan het uiteinde van een snoer (veelal met een derde ader voor randaarde), dat door gebruik van het verlengsnoer als het ware verlengd wordt. Koppelbaarheid van twee connectoren betekent meestal dat het ene mannelijk en het andere vrouwelijk is, waarbij ze verder van hetzelfde type (2-aderig of 3-aderig) zijn. Een verlengsnoer kan ook een "kabelhaspel" zijn. Let op! Is de kabel gedeeltelijk opgerold, dan is de maximale belasting minder, aangezien het snoer niet goed kan afkoelen. Op sommige haspels staat dan ook de maximumbelasting in ingerolde en in afgerolde toestand vermeld. Er zijn kabelhaspels met een thermische beveiliging tegen oververhitting. (3) Meer over verlengsnoer.
|
Vermogen
(Elektrotechniek); Het vermogen is de hoeveelheid spanning (uitgedrukt in de eenheid volt) x de stroomsterkte (uitgedrukt in de eenheid ampère). Dit word uitgedrukt in de eenheid watt. (3) Meer over vermogen.
|
Vernieuwen (Onderhoud)
Het uitvoeren van onderhoudsacties aan een al-dan-niet defect object, met als doel: alle beschadigde onderdelen in hun oorspronkelijke staat terug te brengen. (2) Meer over vernieuwen.
|
Versterkingsrijtuig
Vertakkingssein
(Gootspoor); een vertakkingssein kan twee, drie of vier armen hebben. Dit is altijd een bordessein, dat gelijkenis vertoond met een kandelaar, omdat het opgebouwd is uit één gemeenschappelijke grondpaal, met daaruit, op het bordes, meer dan één paal. (1) Zie ook: Kandelaar.
|
Vertrekseinlicht
Een vertrekseinlicht is een wit licht, waarbij een bord met een zwarte V is geplaatst. Indien het witte licht ontstoken is, betekent dit dat er toestemming is tot het geven van het bevel tot vertrek. (2) Meer over vertrekseinlicht.
|
Vertrekspoor
Vertrekstaat
Een vertrekstaat is een overzicht van de dienstregeling van een bepaald traject in het openbaar vervoer. Vertrekstaten zijn vaak beschikbaar bij bus- en tramhaltes en bij treinstations in de stationshal en/of op individuele perrons. (3) Meer over vertrekstaat.
|
Vervangen (onderhoud)
Vervoer
Het geheel van activiteiten, gericht op het verplaatsen van mensen en/of goederen. (2) Meer over vervoer.
|
Vervoerder
Exploitatiemaatschappij die treindiensten voor of reizigers en/of goederen exploiteert. (2) Meer over vervoerdr.
|
Vervoersmodel
Een vervoersmodel is een eerste vertaling van de vervoersvraag, in de vorm van marktspecificaties waarin wordt aangeven welke verbindingen met welk type treindienstsoort (IC, IR, R/A, goederen) met welke frequentie, comfort, gemiddelde reistijd, aansluitingen en punctualiteit dienen te worden geboden. (2) Meer over vervoersmodel.
|
Verzorgen (Onderhoud)
Het uitvoeren van onderhoudsacties aan een object met als doel de gebruiksklare conditie van één of meer onderdelen te handhaven, bijvoorbeeld door reinigen, smeren, verversen etc. (2) Meer over verzorgen (onderhoud).
|
Vetkolen
Vette steenkool met een hoog gehalte (tot aan 30%) aan vluchtige stoffen; tegengesteld "magere kolen"; vetkolen meestal gebruikt op locomotieven. (1)
|
Viaduct
Een viaduct is een brug die een (spoor)weg over iets voert, dit kan een andere (spoor)weg of een dal zijn. Dit type brug is een bouwwerk of constructie als vaste verbinding voor spoor- of wegverkeer over een hindernis zonder de doorgang onder de verbinding te belemmeren. (3) Meer over viaduct.
|
Vialis NMA
Vierkante wielen
Wielen die door te hard remmen, meestal door gladheid van de rails, een ingesleten vlakke plaats hebben en die bij het rijden een bonkend geluid veroorzaken. (16) Meer over vierkante wielen.
|
Vier-tje
Spoorjargon; benaming voor een vierdelig treinstel, dus bestaande uit vier rijtuigen (of bakken).
|
Virtueel
Virtueel is lijkend op iets in de reële wereld, maar niet tastbaar bestaand. Ander woord voor "virtueel" is "denkbeeldig". (19) Meer over virtueel.
|
Vis-à-vis
De stoelen in een rijtuig met middengang zijn zo geplaatst dat de reizigers elkaar aankijken. (3) Meer over vis-à-vis.
|
Vivak
Vivak is een merknaam van de firma Bayer. Het materiaal, PolyEthyleenTereftalaat-Glycol (PET-G), is lichtdoorlatend en heeft op het eerste gezicht veel weg van perspex, (in de volksmond: "plexiglas"). Het is dus per sé géén perspex (=polymethylmethacrylaat= PMMA), maar heeft wel enkele overeenkomstige eigenschappen. Zo kunnen we het bij voorzichtig verwarmen wat buigen. Af laten koelen, terwijl het in vorm wordt gehouden. Bij het buigen moeten we er rekening mee houden dat het een thermoplast is, die dus de neiging heeft terug te veren. Buigen kan dus wel, maar vereist eerst wel wat oefening en de nodige mislukkingen.
|
Vlaamse Reus
Vlaamse reus is de benaming van locs uit de 6400 en 6500 serie die ook in België mogen rijden.
|
Vlampijp
Een vlampijp is onderdeel van een stoomketel. De hete rookgassen stromen door een groot aantal, met water omringde, vlampijpen om het verwarmend oppervlak te vergroten. (19) Meer over vlampijp.
|
Vlampijp-reinigings-installatie
Een vlampijp-reinigings-installatie (of kortweg "doorblaasinstallatie") is een installatie die bestond uit een stijger, om gemakkelijk en op de juiste hoogte bij de vlampijpen te kunnen komen. Deze steiger stond op een doodlopend spoor(tje), vlak achter een stootjuk. Met hogedruk perslucht werden de vlampijpen met behulp van een lange lans doorgeblazen. Zie ook Het stoomlocomotievendepot.
|
Voeding
(Elektrotechniek); Apparaat wat van een wisselspanning (bijvoorbeeld 230 V AC) een lagere gelijkspanning (bijvoorbeeld 12 volt DC) maakt. Een voeding is voorzien van een transformator, een gelijkrichter, en meestal een elco om de gelijkspanning af te vlakken. Het kan ook een gestabiliseerde voeding zijn. Dan zit er extra regel-elektronica in, om de spanning stabiel te houden. Een voeding levert altijd gelijkspanning, anders is het een adapter.
|
Voeler
Voertuig
(Grootspoor); Elk gestel op wielen, al dan niet geleed, ingericht om, anders dan op handkracht, op spoorstaven te rijden. (2) Meer over voertuig.
|
Voeten vegen
(Grootspoor); doorslaan; de snel draaiende wielen van de loc worden hier dus vergeleken met vegende voeten, wat ook snel gebeurt en a.h.w. over de mat glijdend en tegelijkertijd stilstaand gebeurt. (1)
|
Voluutveer
(Grootspoor); Oude benaming voor een type veer. Nieuwe benaming is "tonveer". De voluutveer is een spiraalvormige veer, gemaakt van opgerold plaatmateriaal, aan twee zijden verbonden via trekstangen met de schroefkoppelingen (het trekwerk) van een goederenwagen. De voluutveer dient om schokken op te vangen van het trekwerk (twee afzonderlijke voluutveren bevestigd aan de bak). En ook bij het overbrengen van de trekkrachten op de bak bij doorgaand trekwerk (enkele voluutveer). (bron: Eric B. en Paul Bender en Gerrit Ferwerda van het BNLS-forum). Zie draadje op het BNLS-forum. Meer over voluutveer.
|
Voor de paal staan
(NS-jargon) Voor een rood sein staan.
|
Voorschakelweerstand
(Elektronica); Letterlijke vertaling van het Duitse "Vorschaltwiderstand". Een voorschakelweerstand is een weerstand die gebruikt wordt om de elektrische stroomsterkte in het erna volgende circuit te begrenzen en/of te regelen. Dit gebeurt om de gewenste hoeveelheid stroom door het circuit te laten stromen. (3) Omdat de voorschakelweerstand in serie staat met het erna volgende circuit, is het beter om te spreken van "serieweerstand". Meer over voorschakelweerstand
|
Voorsein
Voorspan
Een trein die getrokken wordt door twee- of meer locs met in elke loc een eigen machinist. Wordt bijvoorbeeld een dieselloc geholpen door een stoomloc, dan spreekt men ook wel van gemengde tractie. (3) Meer over voorspan.
|
Voorstadstrein
Een trein in een stedelijk gebied met veel stops, die gebruik maakt van spoorlijnen en soms ook van een metrolijnen. (3) Meer over voorstadtrein.
|
Voor z'n smoel gooien
"het sein valt op z’n kont:" het sein valt plotseling op onveilig (de seinarm "valt" inderdaad). Het sein valt vlak voor de locomotief. (1) Zie ook: "Kont".
|
Vrijbalk
Tussen twee samenlopende of elkaar kruisende sporen geeft de witte vrijbalk (zie artikel Scenery op het spoor) de uiterste grens aan waar railvoertuigen mogen worden geplaatst, zonder de beweging van voertuigen op het andere spoor te hinderen. (2) Meer over vrijbalk.
|
Vrije baan
Algemene aanduiding voor baanvak (spoor); een gedeelte van de spoorweg buiten de stations en emplacementen. (2) Meer over vrije baan.
|
Vrije kruising
Vrijloopdiode
(Elektronica); Eng. "barrier diode". Bij een diode is sprake van een geleidende richting (de doorlaatrichting) en een sperrende richting (de sperrichting). Van deze eigenschap wordt gebruik gemaakt door een vrijloopdiode toe te passen bij relais die door een transistor geschakeld worden. De kathode van de diode komt aan de plus-aansluiting van het relais. De functie van deze "vrijloopdiode", is het beschermen van de transistor die het relais aanstuurt. De "vrijloopdiode" voorkomt dat de transistor defect raakt door te hoge (inductie)spanningen, die ontstaan bij het "afvallen" van het relais (dus op het moment dat de spoelspanning op het relais uitgeschakeld wordt). Zie ook: Sperdiode.
|
Vuur
De vuurkist met het vuur erin. Het vuur. "een dun vuur:" een dunne laag brandende kolen op het rooster; "een goed vuur, een slecht vuur:" een goed- respectievelijk slecht brandend vuur. "een blanke kachel met een goede ligging:" een schoon vuur met goed verspreide kolen. "een lekker kacheltje": een goed brandend vuur. "er een vuur inzetten:" zorgen voor een flink vuur voor het begin van een rit met een zware trein. Zie ook "Blank" en "Kachel". (1)
|
Vuurbrug
Kort gewelf van vuurvaste steen achter in een vuurhaard, dienend om de vermenging van de gassen met de verbrandingslucht te bevorderen (van Dale); verhindert tevens dat de vliegas boven het vuur direct door de geforceerde trek de vlampijpen ingezogen wordt en in te grote hoeveelheden in de rookkast terechtkomt. (1)
|
Vuurdeur
De Vuurdeur is de afsluiting van het stookgat in de vuurkist; ook kortweg: "deur". (1)
|
Vuurkist
De vuurkist is een kistvormige ruimte die aan de ketel gebouwd is, en waarin het vuur gestookt wordt dat de ketel verwarmd. (1)
|
Vuurslag
(België); het doorsmelten van de loodnagels in de Hemelplaat van de vuurkist, door te lage waterstand in de ketel; het machine heeft een vuurslag gehad. (1)
|
|
Laatste wijziging: 9 apr 2024 11:01 (CET)
|
|