Woorden - D: verschil tussen versies
Uit BeneluxSpoor.net - Encyclopedie
|
|
Regel 501: |
Regel 501: |
| |Term= Drukpijp | | |Term= Drukpijp |
| |Uitleg= (Grootspoor); een '''drukpijp ''' dient voor de zijwaartse bevestiging/positionering van de [[Woorden - R#Rijdraad|rijdraden]]. [https://www.railpro.online/nl_NL/search/?search_term=drukpijp Meer over drukpijp] | | |Uitleg= (Grootspoor); een '''drukpijp ''' dient voor de zijwaartse bevestiging/positionering van de [[Woorden - R#Rijdraad|rijdraden]]. [https://www.railpro.online/nl_NL/search/?search_term=drukpijp Meer over drukpijp] |
| + | }} |
| + | {{Woord |
| + | |Term= Drukschakelaar |
| + | |Uitleg= (Elektrotechniek); Een '''drukschakelaar''', ook "drukknop" of "drukknopschakelaar", is een terugverende schakelaar die verbinding maakt of verbreekt als hij ingedrukt wordt. Wordt daarom ook "momentschakelaar" genoemd. [[Verklarende woordenlijst#Bronnen|(27)]] [https://nl.wiktionary.org/wiki/drukschakelaar Meer over drukschakelaar]. |
| + | }} |
| + | {{Woord |
| + | |Term= Drukschakelaar (pneumatiek) |
| + | |Uitleg= Een '''drukschakelaar''' of "pressostaat" is een op druk werkende schakelaar. Een dergelijke schakelaar zal elektrische apparatuur (bijvoorbeeld een compressor) in- of uit schakelen bij een bepaalde druk van lucht, gas of vloeistof. Bij het oplopen van die druk zal, bij het bereiken van de ingestelde druk het contact uitschakelen, bij een daling van die druk, zal het contact weer terugschakelen (inschakelen). [[Verklarende woordenlijst#Bronnen|(3)]] [https://nl.wikipedia.org/wiki/Pressostaat Meer over drukschakelaar]. |
| }} | | }} |
| {{Woord | | {{Woord |
Regel 565: |
Regel 573: |
| |- valign= "top" | | |- valign= "top" |
| ! scope= "row" width="70%" | | | ! scope= "row" width="70%" | |
− | | <small>Laatste wijziging: 8 mrt 2025 10:00 (CET)</small> | + | | <small>Laatste wijziging: 17 mrt 2025 9:51 (CET)</small> |
| |} | | |} |
| [[Categorie: Afkortingen|D]] | | [[Categorie: Afkortingen|D]] |
Versie van 17 apr 2025 om 09:51
Onder redactie van: BeneluxSpoor.net
Zoeken op deze pagina: CTRL + F.
Woord of afkorting:
D.
(Grootspoor); aanduiding voor conducteurswagen of -afdeling; vgl. A, B, C, D. In vakjargon staat "een D" dus voor "een conducteurswagen". De "D" liep in goederentreinen altijd achterop. (1)
|
DB.
DC.
D-trein
(Grootspoor); D-treinen waren internationale lange-afstandstreinen waarvoor reizigers een toeslag moesten betalen (in Nederland twee gulden). Omstreeks 1995 werd de toeslag afgeschaft en bestonden er dus geen D-treinen meer. (3) Meer over D-trein.
|
DCC.
DCC-A.
(Digitaal); afkorting van Digital Command Control-Advanced (ook DCCA of DCC2.0 genoemd). Dit is een uitbreiding van het DCC-protocol. Het betreft o.a. automatische aanmelding van een locomotief. Zie: railcommunity.de. Meer over DCC-A. Duits).
|
DCCext.
(Digitaal); afkorting van "DCCExtended Accessory Command format" Uitbreiding van het DCC-protocol t.b.v. locdecoders. "Aansturing van die DCC Ext-decoders werkt alleen als de centrale het DDCext signaal kan versturen." (11) (zie het artikel Het DCC protocol). Meer over DCCext.
|
DCM.
(Elektrotechniek); DCM is de afkorting van "Drum Collector Motor" (=trommel collector motor). De motor bestaat uit een dubbele veldspoel op de stator (de veldwikkeling) en een rotor (het draaiende gedeelte) met een trommel collector. Hierbij staan de koolborstels haaks op de motor-as. Zie ook SFCM.
|
DD-AR.
(Grootspoor); DubbelDeks AggloRegiomaterieel. AggloRegio was bedacht als nieuwe naam voor de stoptrein uit het drie treinen systeem. Deze naam is echter nooit ingevoerd.
|
DDM.
DDZ.
(Grootspoor); DubbelDeks Zone. Treinstel is uitgevoerd met stiltezones op de gehele bovenste verdiepingen. Is een aangepaste versie van het DDM-materieel.
|
DE.
DE1.
(Grootspoor); Plan X. Beter bekend als "DE 1", "Blauwe Engel". (3) Meer over DE1.
|
DE2.
(Grootspoor); Plan X. Beter bekend als "DE 2", "Blauwe Engel". (3) Meer over DE2.
|
DE3.
Dg.
(Spoorjargon); afkorting van "goederentreinbegeleidingswagen". De bagagerijtuigen Dg waren bagagerijtuigen van de Nederlandse Spoorwegen voor gebruik in goederentreinen. Behalve voor het vervoer van bagage dienden deze wagens als werkruimte voor de conducteur. (3) Meer over Dg.
|
DH.
(Grootspoor); afkorting van Diesel-Hydraulisch. Dieselhydraulisch aandrijfsysteem. Ook benaming voor Wadloper. (3) Meer over DH.
|
DIAC.
(Elektronica); afkorting van Diode Alternating Current. Type diode dat vaak wordt gebruikt om triac's aan te sturen. Dit type diode is een soort zenerdiode die in beide richtingen bij een (wissel)spanning van ongeveer 30 tot 33 volt gaat geleiden.
|
DIN.
afkorting van Deutsches Institut für Normung. Dit is de Duitse nationale normeringsinstantie, gezeteld in Berlijn. Het Deutsches Institut für Normung vaardigt in Duitsland geldige normen uit, al dan niet gebaseerd op Internationale Organisatie voor Standaardisatie (ISO)- en/of Europese Norm (EN)-normen. (3) Meer over DIN.
|
DIL.
(Elektronica); Dual in-line of Dual in-line Package ("twee rijen"), vaak afgekort tot "DIL" / "DIP" is een term uit de elektronica en duidt op een patroon van aansluitpennen van componenten en connectoren. De term heeft geen Nederlandse vertaling. (3) Meer over DIL.
|
DIP.
(Elektronica). Dual in-line Package, vaak afgekort tot "DIP" ofwel twee rijen aansluitpunten aan de IC-behuizing. (3) Meer over DIP.
|
DIT.
(Grootspoor); Duisburg Intermodal Terminal is een grote railterminal in Duisburg waar goederentreinen worden samengesteld door middel van kranen in plaats van het heuvelen, zoals dat in Rotterdam Kijfhoek gebeurt.
|
DMM.
DPDT.
(Engels, elektrotechniek); afkorting van Double Pole Double Throw. Benaming van het type schakelaar. Dit is een dubbelpolige schakelaar, met wisselcontacten. De beide schakelaars zijn mechanisch gekoppeld, en gaan dus tegelijkertijd om. De schakelaar kan ook in een een relais zitten, dan wordt deze door een spanning in- of uitgeschakeld.
|
DPST.
(Engels, elektrotechniek); afkorting van Double Pole Single Throw. Dit is een dubbelpolige schakelaar, met gescheiden enkele maakcontacten. De schakelaar kan ook in een een relais zitten, dan wordt deze door een spanning in- of uitgeschakeld.
|
DRB.
DRG.
DSM.
Deli Spoorweg Maatschappij.
|
DSS.
(Digitaal, Duits) Digitalen Steck-Schnittstelle. Benaming voor de NEM-insteekconnector, die in digitaal voorbereide (analoge) locs aanwezig is. Door het simpel verwijderen van een brugstekker en het daarna insteken van een locdecoder, kan een analoge loc digitaal gemaakt worden.
|
DVL.
Decentrale Verkeerleider.
|
Daglichtsein
(Grootspoor); een daglichtsein is een sein dat zowel overdag als 's nachts werkt door een bepaalde kleur licht te tonen; Zie ook Armseinen, Lichtseinen. (1).
|
Dagorder
1. Het boek met dienstorders dat de machinist moet aftekenen; 2. Ruimte op het depot waar men zich melde vóór en na afloop van de dienst en waar mededelingen werden gedaan. (Interessant is dat hier "order" gebruikt wordt om de ruimte aan te geven waar orders voor de dag gegeven worden.) (1)
|
Dakota
Bijnaam van de locomotieven van de serie NS 4300, die in de tweede wereldoorlog met het Engelse leger meekwamen en door de NS overgenomen werden. De Dakota’s waren Engelse oorlogsvliegtuigen, eenvoudig van bouw en met alles weggelaten wat maar gemist kon worden, net als bij deze locomotieven geen valrooster maar een eenvoudig scheprooster, dat bij het schoonmaken van het vuur leeggeschept moest worden, een zeer zwaar en onaangenaam karwei. Vandaar de andere bijnaam "Schepper". (1)
|
Dansen
Het dansen van het vuur: het verschijnsel, dat kolendeeltjes boven het vuur verticaal heen en weer zweven, doordat de geforceerde trek hen omhoogzuigt, maar ook weer laat vallen, doordat de trek onderbroken werkt op de zuigerslagen van de machine. (1)
|
"Darlington"
(Elektronica); afkorting van Darlington-transistor. (3) Zie het artikel: [Elektronica basis#De Darlington-transistor Basis Elektronica]. Meer over de darlington-transistor.
|
"Database"
"Datasheet"
1. Informatieblad. Wordt meestal door de fabrikant meegegeven, bijvoorbeeld bij een aankoop van een locomotief. Bestaat vaak uit een handleiding (datasheet) en een onderdelentekening met onderdelenlijst. 2. Overzicht van belangrijkste eigenschappen van een component, zoals bijv. een transistor. De meeste elektronicaonderdelen fabrikanten stellen/hebben op hun website datasheets beschikbaar, (meestal als PDF-bestanden) die vrij te downloaden zijn.
|
Dauwworm
Debouncing
(Elektronica, Engels); Debouncing is het nemen van maatregelen (bijvoorbeeld door het toepassen van een "smitt-trigger") om de kleine stroomrimpel te verwijderen die ontstaat wanneer een mechanische schakelaar in een elektrisch circuit wordt gesloten en een reeks korte contacten maakt. Dit verschijnsel noemt men "contactdender" of "-bouncing" (3) Meer over debouncing.
|
Decal
Decoder
(Modelspoor); een decoder is een compacte elektronische schakeling die de door een centrale gecodeerde informatie decodeert, die via de rails aan bijvoorbeeld een locomotief/treinstel of via bedrading aan andere decoders wordt doorgegeven, . Op deze wijze kunnen diverse functies zoals snelheid, rijrichting of verlichting van een locomotief/treinstel worden aangestuurd, of het omzetten van armseinen en/of wissels worden beïnvloed. Een decoder is een "digitaal naar analoog omzetter". Decoders zijn er in diverse typen;
|
Decoderen
Demsey
Bijnaam van de locomotieven van de serie 9600 en ook wel van de series 4600 en 9500, types die zeer sterk waren, net zo als de Amerikaans Demsey, een in de jaren twintig beroemd bokser. (1)
|
Depot
(Grootspoor); een depot is een benaming voor een plaats waar materiaal, vooral locomotieven, in opgeborgen worden en in klein onderhoud zijn. (1)
|
Depotchef
(België, < Fr., ook in Nederland): Chef van een depot; ook: chef d'atelier; rang hoger dan die van meestergast. (1)
|
Derde rail
Een rail in het midden of aan de zijkant van het spoor, waarop de voedende elektrische spanning staat. (3) Meer over derde rail.
|
Destillaat
Destillatie
(Chemie); Destillatie is een techniek om door middel van verdamping twee of meer stoffen in een oplossing te scheiden, gebaseerd op het verschil in kookpunt van deze stoffen. Mengsels van twee of meer vloeistoffen kunnen alleen door destilleren worden gescheiden als de verschillende vloeistoffen kookpunten hebben die vrij ver uit elkaar liggen. Als dat niet zo is, komt er geen zuivere stof, maar een mengsel uit de koeler. De gecondenseerde zuivere stof noemen we het destillaat. (3) Meer over destillatie.
|
Detail
Deur
1. Toegangsdeur tot machinistenhuis; bakkie over deurtje: zie "bak"; 2. Vuurdeur; een slakkie onder de deur pikken: zie "slak"; een goed vuur onder de deur hebben: een goed brandend vuur bij de vuurdeur hebben, zodat er goede circulatie ontstaat; onder de deur stoken: het vuur aan de voet van de vuurdeur houden. Verklarende woordenlijst#Bronnen
|
"Dicht"
(België): het sein staat dicht: Zie: - "toe". (1)
|
Diensthalt
Een stop van een trein waarbij de reizigers niet kunnen in-/uitstappen, bijvoorbeeld om een machinist te wisselen. (3) Meer over diensthalt.
|
Dienstoverpad
Gelijkvloerse kruising van een spoorweg met een weg of pad, alleen bestemd voor dienstgebruik door bevoegd personeel. (2) Zie: artikel Overwegen grootspoor
|
Dienstregeling
(Grootspoor); een dienstregeling is een regeling van aankomst- vertrek- en doorkomsttijden van treinen. (2)
|
(Grootspoor); dienstregelings-snelheid
De in de dienstregeling of op de tijdtafel vermelde snelheid. (2)
|
Dienstremming
(Grootspoor); een door de machinist ingeleide remming, die onder normaal comfort kan worden uitgevoerd. Is anders dan in een noodgeval. (2)
|
Dienstsnelheid
(Grootspoor); de dienstsnelheid is de maximale snelheid waarmee treinen in exploitatie mogen rijden. Dit is een treingebonden beperking. In het materieel staat deze snelheid aangeduid met Maximum Snelheid x km/h. (2)
|
Diensttrein
Diesel
1. De brandstof dieselolie. 2. Een dieselmotor, die werkt op dieselolie (of biodieselolie). 3. Aanduiding voor een locomotief voorzien van een motor die op dieselolie werkt.
|
Diesel-elektrisch
Dieselhydraulisch
Aandrijving waarbij een dieselmotor met behulp van een hydraulische pomp voor voortstuwing zorgt. De pomp drijft dan via slangen de wielen aan. Zie: Dieselhydraulische aandrijving en DH. (3) Meer over Dieselhydraulische aandrijving.
|
Diesellocomotief
Locomotief waarbij een dieselmotor voor voortstuwing zorgt. Dit kan zowel diesel-mechanisch, diesel-elektrisch of diesel-hydraulisch zijn.
|
Dieselmotor
Digitaal
1. Bij modelspoor; de digitale informatie van een centrale besturingseenheid wordt via de rails naar een decoder in een locomotief/treinstel of via bedrading naar bijv. een wisseldecoder gestuurd. Zie het artikel Uitleg digitaal. 2. Het signaal wordt niet analoog (zoals bijv. een variërende spanning) maar in de vorm van reeksen enen en nullen (binair) verstuurd.
|
Digitaal voorbereid
De term digitaal voorbereid is vaak te lezen op sites van modelspoorfabrikanten en betekent dat een analoge locomotief/treinstel is voorbereid op latere digitalisering. Dit "digitaal voorbereid" zijn, kan op twee manieren: 1. bij oudere locs (uit de begintijd van "Digitaal") door de aanwezigheid van op de print aanwezige soldeereilandjes (soldeerpads). De draden van een decoder dienen dan op de soldeerpads te worden gesoldeerd. Soms moeten er een aantal printbanen op de print in de loc onderbroken worden door deze door te slijpen. 2. er is in de loc een NEM-connector met daarin een "brugstekker" aanwezig. Hierin kan dan (bij oudere decoders) de NEM-stekker van een passende decoder gestoken worden. Bij nieuwere decoders waarbij decoder en connector één geheel zijn, wordt de connector die aan de decoder vast zit, in de NEM-connector gestoken.
|
LET OP! |
Waarschuwing Let op dat een "digitaal voorbereide" (=analoge) locomotief NIET op een digitale baan geplaatst mag worden. Dat resulteert na een tijdje in een verbrande motor!
|
Digitale spanning
(Digitaal modelspoor); 1. De "digitale spanning" die uit een centrale komt, waar de locs/treinstellen op de modelspoorbaan rijden. De digitale spanning is ook aanwezig op het met de centrale verbonden programmeerspoor. 2. De digitale spanning (het DCC signaal). Dit is een symmetrische blokgolfvormige spanning die van polariteit wisselt met een frequentie van ca. 6,5 tot 9 khz. Het digitale signaal ontstaat door de duur van de pulslengte van de positieve en negatieve delen van de spanning te varieren. In de centrale wordt dus de rijspanning voor de locs/treinstellen met het digitale signaal gecodeerd. De decoder haalt uit het digitale signaal de benodigde informatie (decoderen). De variabele blokgolf is voor te stellen als de streepjes van een barcode, zie het artikel "Inleiding digitale baanbesturing". Het signaal bestaat uit een spanning die (bij schaal H0) tussen ± plus 17 volt en min 17 volt wisselt, met verschillende pulslengtes. Het totale spanningsverschil tussen de beide spoorstaven is bij schaal H0 dus ongeveer 17 volt. 3.Er zijn nog andere digitale spanningen, bijvoorbeeld het Motorola® of het Selextrix® signaal, dat uit een centrale komt.
|
Dinamo
(Modelspoor); een systeem van modules voor besturing, bedacht door van Perlo.
|
DinaSys
Oude merknaam. Nieuwe naam is Ferrotronics. Levering van o.a. DTC draaischijfbesturing. Zie: Ferrotronics.
|
Diode
(Electronica); een diode is een elektronisch onderdeel dat de elektrische stroom zéér goed in één richting geleidt, maar praktisch niet in de andere. Een diode functioneert dus als een elektronisch ventiel. De geleidende richting noemt men de "doorlaatrichting" en de andere richting de "sperrichting". Meer over Diode.
|
Diorama
Display
(Electronica); een display is een elektronisch scherm (afleesvenster) waarop je iets kunt zien. Voorbeeld: "de display van je wekker". (10) Meer over display.
|
Dispolok
(Grootspoor); betreft meestal de aanduiding voor een gehuurde loc, kan echter ook gekocht zijn. Siemens Dispolok GmbH is een onderdeel van Siemens dat in 2001 werd opgericht als verhuurder van locomotieven aan spoorwegondernemingen. Deze Dispolok-locomotieven zijn afgeleid van grote locomotiefseries. (3) Meer over Dispolok.
|
"Dive-Under"
(Engels) Een ongelijkvloerse ofwel vrije kruising van twee sporen waarbij onderste spoor/sporen verdiept (onder maaiveld) wordt/worden aangelegd. (2)
|
DLO-paal
Een DLO-paal is een aan elkaar gelaste construktie voor de verticale steun van de bovenleiding. De DLO-palen zijn samengesteld uit twee, met platen aan elkaar gelaste, UNP profielen. Zie het artikel Afspaninrichtingen in DIN en DLO.
|
Dodemansknop
Dodemanspedaal
Veiligheidspedaal in (diesel-)elektrische voertuigen dat door de bestuurder voordurend moet worden ingedrukt; zodra het wordt losgelaten, bijvoorbeeld als de bestuurder onwel wordt, wordt het voertuig automatisch tot stilstand gebracht (in België spreekt men vaak van dodemanpedaal, zonder -s- dus). (1)
|
Dom
Donder
Voor zijn donder slaan of geven: de locomotief hard laten werken, al het vermogen gebruiken; ook: van katoen geven. (1)
|
Dood
(Grootspoor); het dode punt: stand van een wiel waarbij geen beweging kan intreden doordat de drijfstang precies in de richting van de kruk trekt of duwt. (1)
|
Doodskist
Bijnaam van de locomotieven van de serie HSM 201-208 en 220, tramlocomotieven die vierkant waren en daarbij zo open dat het dienstdoende personeel zeer van koude te lijden had; grote doodskist: bijnaam van de NS 34 (ex HSM-serie 229-231), een wat grotere vierkante loc; kleine doodskist: bijnaam van de serie HSM 225-228. (1)
|
Doordruklocomotief
Een doordruklocomotief is een rangeerloc waarmee wagens die op enige afstand van elkaar op één spoor staan, tegen elkaar gedrukt worden. (1)
|
Doorlaatrichting
(Elektronica); zie: Diode.
|
Doorlaatstroom
(Elektronica); de doorlaatstroom van een led wordt aangegeven met If (Iforward). Hiermee wordt de "maximale" doorlaatstroom van de led opgegeven, waarbij een redelijke levensduur te verwachten is. Dus hoe minder stroom, des te langer de led meegaat. (3) Meer over doorlaatstroom.
|
Doorloopkop
Doorloopkop was de benaming van een koprijtuig waarvan de voorzijde voorzien was van een cabine en van een doorgang voor reizigers naar een eventueel gekoppeld rijtuig. (3) Meer over doorloopkop.
|
Doorrijdsnelheid
Maximale snelheid bij doorrijden van treinen ter plaatse van een station. (2)
|
Doorrijdspoor
Spoor specifiek ingericht voor het doorrijden van een trein door een station. (2)
|
Doorschieten
Het tot stilstand komen van een trein voorbij een stop tonend sein (STS). (2)
|
Doorslaan
Het ronddraaien van de drijfwielen van de loc zonder dat deze zich verplaatst of - als de loc al in beweging was - zonder dat de drijfwielen merkbaar medewerking aan de voortbeweging van de loc verlenen; als de rails glad zijn en als de loc een zware trein te trekken heeft, gebeurt dit eerder; de wielen van de loc slaan door of de loc slaat door; ook: voeten vegen, malen, pivoteren; in België zegt men ook "doorslagen". (1)
|
Doorvaarthoogte
De doorvaarthoogte is de verticale afstand tussen de maatgevende waterstand en de onderkant van de overspanning boven de vaarweg. Meer over Doorvaarthoogte. (2)
|
Doorvaartwijdte
De doorvaartwijdte van een (vaste) brug is de kleinste breedte onder die brug, gemeten loodrecht op de vaarwegas, die bij de maatgevende waterstand volledig door het maatgevende schip kan worden benut. (2)
|
Draad
(Elektrotechniek); draad is de benaming van een stugge metalen geleider waar elektrische stroom doorheen kan gaan. De draad bestaat uit een massieve kern, bijvoorbeeld koperdraad. De draad wordt vaak voorzien van een isolerende laklaag, of kunststof (pvc of vinyl) mantel. (3) Meer over draad. Zie ook: Snoer.
|
Draadgewonden weerstand
(Elektronica); een draadgewonden weerstand bestaat uit een hittebestendige drager (meestal keramiek) waarop weerstandsdraad is gewikkeld (=gewonden). (3) Meer over draadgewonden weerstand.
|
Draagconstructie
Een draagconstructie is een samenstel van dragende elementen die een ruimte overspannen; anders geformuleerd: die samenstellende onderdelen van een bouwwerk die de daarop inwerkende krachten als wind, sneeuwbelasting (sneeuwgewicht op dak), eigen gewicht en nuttige belasting afvoeren naar de fundering. (3) Meer over draagconstructie.
|
Draagdraad
Draagkabel
De horizontale koperen draad waaraan de verticale draagdraden zijn opgehangen. Zie: Bovenleiding algemeen.
|
Draaischijf
Draaispoelmeter
Draaistel
Draaistroom
(Electrotechniek); Driefasenspanning, ook wel sterkstroom genoemd, is elektrische energie in de vorm van drie gelijktijdig opgewekte wisselspanningen, die ten opzichte van elkaar 120° in fase verschoven zijn. De spanningen (vroeger 380 V, tegenwoordig 400 V) worden opgewekt door één en dezelfde generator, met drie afzonderlijke magneetvelden die onderling een hoekverschuiving van 120° hebben. Hierdoor ontstaan drie sinusvormige wisselspanningen, die weliswaar gelijkvormig zijn, maar die steeds 120° na elkaar hun maximale waarde bereiken. Bij iedere complete omwenteling (360°) van de rotor van de generator zijn alle drie de spanningen dus door hun maximum en hun minimum gegaan. (3) Meer over Draaistroom.
|
Drain
1. (Waterbeheer); ondergrondse afvoerbuis van waterdoorlatend materiaal die drassigheid tegengaat. (3) 2. (Elektronica); de drain is een aansluiting van een aantal soorten actieve elektronische halfgeleiderkomponenten zoals een fet, triac, thyristor e.d. (3) Meer over de Fet.
|
"Draisine"
(Spoorjargon); railvoertuig (lorrie). Klein railvoertuig. Meestal in gebruik voor inspectiedoeleinden. De draisine is uitgerust met trappers of een kleine verbrandingsmotor.
|
Drempelspanning
(Elektronica); De spanning die ontstaat over een diode, wanneer er een stroom doorheen loopt in de doorlaatrichting. Deze drempelspanning is afhankelijk van de hoeveelheid stroom die door de diode loopt en van het materiaal waarvan de diode gemaakt is (germaninium of silicium). Deze drempelspanning is meestal ongeveer 0,6V bij een siliciumdiode en 0,2V bij een germaniumdiode. Bij een spanning van minder dan de drempelspanning, geleidt de diode dus niet!
|
Drempelspanning van een led
(Elektronica); de spanning die ontstaat over een led, wanneer er een stroom doorheen loopt in de doorlaatrichting. Deze drempelspanning is afhankelijk van de kleur van de led en (in mindere mate) van de hoeveelheid stroom die door de led loopt. Varieert van 1,9V bij een rode led tot 3,6V bij een witte led.
|
"Dressed to kill"
Bijnaam, in Engeland gebruikt en hier overgenomen, van de locomotieven van de serie NS 1300. Toen zij in 1880 in dienst gesteld werden bleken het direct zeer succesvolle machines te zijn, geschikt voor alle diensten, en zeer gemakkelijk te stoken, tegelijk goed stoommakend. De bijnaam in Engeland (a parisienne) dressed to kill kregen ze om hun sierlijke vormgeving. Ook: grote groenen, muilezels. (1)
|
Driehoeken
(Spoorjargon); (werkwoord): het met een loc of trein berijden van in een driehoek gelegde rails, waardoor de andere kant voorkomt; ook: een driehoekie pikken of -- doen. (1) Zie het artikel Treinen keren.
|
Driehoogten-sein
"Driemaster"
(Spoorjargon); bijnaam van de locomotieven van de serie NS 2900, die drie gekoppelde assen hadden. Deze drie assen deden denken aan de drie masten van een zeilschip. In de tijd dat deze locomotieven in dienst gesteld werden waren er nog veel zeilschepen. Later is deze bijnaam overgegaan op de locomotieven van de serie 3200 die ook drie gekoppelde assen hadden. (1) Zie ook: "Onderzeeër".
|
Drierail
(Modelspoor); bij drierail is sprake van twee spoorstaven en een middenrail, de puntcontacten (kortweg PuCo's genoemd). Zie: artikel Systemen.
|
Drie-tje
(Spoorjargon); benaming voor een driedelig treinstel, dus bestaande uit drie rijtuigen (of bakken).
|
Drie treinen systeem
(Spoorjargon); Bij "Rail 21" werd een drie treinen systeem voorgesteld: naast de "Intercity" zou de "Sneltrein" terugkeren onder de naam "InterRegio" (IR), de "stoptrein" zou vervangen worden door de "Agglo-Regio" (AR). Meer over drie treinen systeem.
|
Driewegwissel
Drijfas
As waar de drijfwielen op bevestigd zijn. (1)
|
Drijfstang
1. Verbindingsstang tussen zuigerstang en kruk, waardoor de heen- en weergaande beweging van de zuigerstang in een rondgaande beweging van de krukas overgaat. 2. Verbindingsstang tussen opeenvolgende drijfwielen.(1)
|
Drijfwerk
Het geheel van stangen, kruiskop, leibanen e.d. die de drijfkracht overbrengen van de cilinders op de wielen; (binnenliggend, buitenliggend drijfwerk: zie cilinder); ook: mekanniek; - drijfwerk op half werk stellen: het verwijderen van de (kapotte) drijfstang aan één kant van de loc, waarna verder gereden wordt met alleen de andere helft waardoor dus half werk geleverd wordt. (1)
|
Drijfwiel
Drijfwielen
De meeste stoomlocomotieven hebben een enkelvoudig frame met daaronder de drijfwielen, en soms ook één- of meerdere assen met (kleinere, en niet aangedreven) loopwielen. Loopwielen worden gebruikt om het gewicht over meer assen te verdelen, of om de rijeigenschappen bij hogere snelheden te verbeteren. Loopwielen kunnen in een draaistel zijn opgenomen; drijfwielen meestal niet. Zie "drijfwiel"
|
Drinken
1. De loc drinkt: de loc neemt water; 2. (België) de ketel laten drinken: de injecteur in werking stellen, waardoor de ketel water krijgt toegevoerd; de ketel is dus a.h.w. "dorstig", en mag nu drinken. (1)
|
Dromedaris
Bijnaam van de locomotieven van de serie 2100, en wel van die exemplaren die slechts één dom boven op de ketel hadden, in tegenstelling tot andere, die twee dommen, een stoom- en zanddom op de ketel hadden. Die laatste hadden de bijnaam kameel. Het verschil zat hem dus in één of twee bulten boven op de loc, precies het verschil tussen dromedaris en kameel. Ook: blikken Tinus, zwartkop. (1)
|
Droogmakerij
Drukdicht
(Grootspoor); speciale uitvoering voor met name hogesnelheidstreinen die moet voorkomen dat drukgolven, veroorzaakt door passerende treinen of tunnels, het interieur bereiken. (3)
|
Drukgolf
(Grootspoor); ten gevolge van de passage van een trein wordt een flinke hoeveelheid lucht verplaatst. Staande naast het spoor is dit te merken door een plotselinge drukverandering die zo groot kan zijn, dat mensen uit hun evenwicht gebracht worden met alle gevolgen van dien. (2) Meer over Drukgolf
|
Drukpijp
Drukschakelaar
(Elektrotechniek); Een drukschakelaar, ook "drukknop" of "drukknopschakelaar", is een terugverende schakelaar die verbinding maakt of verbreekt als hij ingedrukt wordt. Wordt daarom ook "momentschakelaar" genoemd. (27) Meer over drukschakelaar.
|
Drukschakelaar (pneumatiek)
Een drukschakelaar of "pressostaat" is een op druk werkende schakelaar. Een dergelijke schakelaar zal elektrische apparatuur (bijvoorbeeld een compressor) in- of uit schakelen bij een bepaalde druk van lucht, gas of vloeistof. Bij het oplopen van die druk zal, bij het bereiken van de ingestelde druk het contact uitschakelen, bij een daling van die druk, zal het contact weer terugschakelen (inschakelen). (3) Meer over drukschakelaar.
|
Dubbel
Dubbel enkelspoor
Een spoorlijn van twee sporen, waarvan beide sporen geschikt zijn om in beide richtingen te gebruiken, en beide sporen een volledige autonome enkelspoorbeveiliging hebben. (3) Zie ook het artikel Beveiliging op het spoor.
|
Dubbelgeïsoleerd
(Elektrotechniek); dubbelgeïsoleerd, ook "geheel geïsoleerd" of "versterkt geïsoleerd", wil zeggen dat een toestel behalve de gebruikelijke elektrische isolatie, een zodanige constructie en behuizing heeft, dat er geen spanning kan komen te staan op delen die kunnen worden aangeraakt. (3) Meer over dubbelgeïsoleerd.
|
Dubbelloc
Dubbeltractie
Duiker
Koker dwars onder een spoor of weglichaam door, die tot doel heeft een verbinding te vormen tussen beide zijden. De verbinding kan zowel droog als nat zijn om twee leefgebieden op gebied van fauna en/of water met elkaar te verbinden. (2)
|
Duizendpoot
(Spoorjargon); bijnaam van de locomotieven van de serie NS 7700. Reden van deze naam onduidelijk. Misschien omdat ze voor allerlei diensten te gebruiken zijn. Ook: Haarlemmermeertje, Bello. (1)
|
Duty cycle
De arbeidscyclus (Engels: duty cycle) van een periodiek optredend verschijnsel, is de verhouding van de tijd dat het verschijnsel aanwezig (actief) is en de totale periode. Meestal wordt deze verhouding uitgedrukt als percentage. (3) Meer over duty cycle.
|
Dura-lar
"Dure stroom"
(Modelspoor); "Dure stroom" is de benaming voor het toepassen van de stroom uit de centrale voor het voeden van én de locs/treinstellen én de wisseldecoders en/of schakeldecoders e.d. Wanneer de stroom uit de centrale hiervoor gebruikt wordt, word in feite de centrale misbruikt, omdat die én de locs/treinstellen, én de wisseldecoders en/of schakeldecoders moet voorzien van stroom. Hierdoor zal bij gebruik van veel locs/treinstellen, het moment dat één- of meer boosters nodig zijn, snel dichterbij komen. Veel beter én goedkoper is het, om de wisseldecoders en/of schakeldecoders een eigen voeding, d.m.v. een losse trafo, te geven. Dus: de centrale voedt de locs/treinstellen, en een losse trafo (of meerdere losse trafo's) levert/leveren spanning voor de wisseldecoders en/of schakeldecoders. En dat is goedkoper dan telkens boosters er bij moeten kopen omdat de centrale het niet meer aan kan.
|
Drybrush
"Dry brushing" ("droog kwasten") is een verftechniek waarbij de kwast die gebruikt wordt slechts een minimale hoeveelheid verf bevat en kan afgeven. (3) Meer over dry brush.
|
Dwarsligger
Dweil
Slechte stoommaker; dweil wellicht omdat je de stoom uit de loc moet knijpen, als bij een dweil, of in de betekenis: vervelend, naar, zeurderig individu. (1)
|
Dwergsein
(Spoorjargon); dwergsein is de benaming van een laag, tussen de sporen geplaatst sein. Bijnaam: "Onderzeeër". (1) Zie: afbeelding 19 in het artikel Lichtseinen.
|
|
Laatste wijziging: 17 mrt 2025 9:51 (CET)
|
|